N3 haalt alles uit de kast om Wijker Toren een pootje te lichten.
Op 25 februari moesten we aantreden tegen Wijker Toren N2, dat de eerste plaats bezet in onze competitie.
Over mijn partij kan ik heel kort zijn, want die duurde slechts 16 zetten. Mijn tegenstander liet Pb5 toe terwijl mijn loper op f4 stond.
Ik dacht hier snel een stuk te winnen met 9. Lc7 Da6 10.Pc3 en de dame kan het paard op a5 meer dekken maar ik was 10…Pc4 vergeten.
Nu bleef zijn stelling onverminderd slecht, maar toch.
In deze stelling blunderde mijn tegenstander 11…Pxb2. Maar dat kan niet vanwege het tussenschaakje op b5: 11…Pxb2 12. Lxa6 Pxd1 13. Lb5+ Ke8 Kxd1 en mijn tegenstander gaf spoedig op.
Een kort partijtje, maar Pc4 overzien is heel slordig.
Voordeel van een korte partij is dat je daarna genoeg tijd over hebt om de andere partijen op je gemak te bekijken.
De tegenstander van Berend speelde een soort Jobava London systeem, waarop Berend antwoordde met een Stonewall-verdediging. De opening waarvan de bedoeling is dat je tegenstander met zijn kop tegen een muur loopt. Dat lukte in dit geval aardig, want zijn tegenstander kon niet veel uitrichten en in de slotstelling stond Berend een fractie beter. Hier besloten ze tot remise:
Adri had een moeilijke pot. In de opening speelde hij wellicht een beetje te passief zodat zijn tegenstander in onderstaande stelling f5 kon spelen:
Even later ontstond onderstaande stelling en toen gingen bij mij de alarmbellen af.
Maar bij Adri weet je het nooit, hij heeft meestal toch nog wel een list achter de hand. De stelling schreeuwt om een offer op e6, en dat kwam dan ook. Adri offerde nog wel zijn dame, maar het mocht niet baten. Helaas dit keer geen konijn uit de hoge hoed.
Onze eerste man Lex kon helaas niet aanwezig zijn, dus had Sylvain aangeboden om zijn plaats in te nemen. De stijl van Sylvain kan ik het beste omschrijven als ābetonschaakā. Hij bouwt een onneembare vesting op en gaat dan achteroverleunen. Om daarna geduldig te wachten totdat je het beu bent om met je kop tegen het beton te lopen en dan maar berust in remise. Hij speelde een keer Frans tegen mij. Ging ik de partij analyseren, bleek dat de variant die hij speelde de āFort Knoxā variant werd genoemd!
Ik zag bovenstaande stelling tijdens de wedstrijd. Sylvain had weer een sterke vesting opgebouwd, hij had wel een kwaliteit minder voor een paard en een pion maar staat sterk in het centrum. Ik had er wel vertrouwen in dat het hem ging lukken omĀ remise te houden, dat zou gezien de overige borden prima zijn. Het werd ook remise. Een prima prestatie van Sylvain die op het laatst toch maar even invalt en een remise weet te scoren.
Inmiddels stonden we gelijk 2-2. Frank had een mooie stelling en ik had verwacht dat hij deze wel zou winnen terwijl Mink een remisestelling had.
Frank speelde met wit de Sozin-variant van het Siciliaans. Bekend is dat er dan allerlei offers op e6 de zwarte stelling kan worden opgeblazen. Anno 2025 zou je het ook de zwaar vuurwerk-variant kunnen noemen.
In deze stelling speelde Frank 10. f3, maar Stockfish vindt het mooie offer: 10. Lxe6 fxe6 11.Nxe6 Qd7 12.Nxg7+ Kd8 13.Nf5 Nxe4 14.Bb6+ Kc8 15.Qg4 Nxc3 16.Nxe7#
Enige zetten later zoals hieronder is te zien speelde Frank wel het offer:
, maar nu is het minder goed vanwege 13…fxe6 14.Nxe6 Bh4+ 15.Bf2 Bxf2+ 16.Qxf2 Qf6.
Gelukkig speelde zijn tegenstander 13…Pxd4.
Even later ontstond onderstaande stelling:
Een prettige stelling voor wit: hij kan lekker drukken op de geĆÆsoleerde pion op d6 en zijn tegenstander moest maar de juiste zetten zien te vinden. Hij had de tandartstechniek moeten toepassen.
Ter verduidelijking: Je hebt het allemaal wel eens meegemaakt. Moet je voor een halfjaarlijkse controle naar de tandarts. Word je door een mooie tandartsassistente uitgenodigd om in een heerlijk zachte stoel te gaan liggen. Terwijl er een kalmerend muziekje op de achtergrond klinkt, voel je jezelf helemaal relaxt en gelukkig. Tot zover gaat het goed, maar dan komt de tandarts. Na vriendelijk gedag te hebben gezegd, pakt hij stiekem zoān venijnig haakje en begint daarmee in je tandvlees te prikken. Waar het eerst geen pijn deed, ervaar je een zeer onaangenaam gevoel. Hij blijft maar prikken en je hebt het idee dat hij het juist slechter maakt i.p.v. beter. Dan begint hij allerlei codes naar de assistente te roepen: āb4 en b3 maar vooral d6ā. Vindt hij tot overmaat van ramp ook nog een gaatje in een kies, gaat hij daar ook nog even in peuren. Je kunt het wel uitschreeuwen van de pijn, maar je houdt jezelf groot want je wilt niet dat de tandartsassistente een verkeerde indruk van je krijgt. Totdat de pijn te heftig wordt en je uiteindelijk bezwijkt met een gedempte kreet.
Zo had Frank dat pionnetje op d6 moeten aanpakken. Lekker peuren tot ongenoegen van de tegenpartij.
Frank vroeg aan mij hoe het stond en ik zei dat de we gelijk stonden, maar ik ging ervan uit dat hij zou doorspelen en de pot zou winnen, hij stond immers een pion voor. Ik had al mijn hoop op hem gevestigd. Misschien wat duidelijker moeten zijn en bevelen “doorspelen Frank”. Tot mijn grote schrik werd er tot remise besloten. Later zei Frank mij dat hij dacht dat Mink wel remise zou houden en we dan gelijk zouden eindigen. Maar ik wilde juist de Wijker Toren tot de grond toe slopen, zo doe je dat nu eenmaal met vijandelijke torens (schaken is geen vredelievend spel).
Dit was de slotstelling en als Frank de dame pakt staat hij nog steeds een pion voor. Daar vervloog mijn hoop op een overwinning. Inmiddels heeft het pionnetje op d6 een beschermende kroon gekregen i.p.v. het pijnpunt d6 ondraaglijk te maken. En wat doet de toren op h1?
Alleen de partij van Mink was nog bezig en inmiddels stond het 2.5 ā 2.5.
Mink had een Catalaan op het bord, wat resulteerde in een volgens mij volkomen gelijke stand. Een toreneindspel waarbij beiden een toren en een randpion hebben op de damevleugel. En op de koningsvleugel allebei 4 pionnen. In zoān stelling bood zijn tegenstander, die Minkās opa had kunnen zijn en hierdoor vele toreneindspelen ouder, remise aan.
En wat deed die dekselse Mink? Hij sloeg het af! Mijn hart maakte een klein sprongetje. Dat is de mentaliteit die ik graag zie en waardeer. Grootmeester Ben Fingold adviseert zijn leerlingen iets in de trant van āBeter te sterven als een hond, dan een remise te accepteren. Ga geen eindspelen uit de weg, want wie weet wat je ervan had kunnen lerenā.
Mink probeerde de vijandelijke koning af te snijden en hem zo lang mogelijk op de achterste rij in een soort wurggreep te houden. Je zou het de Boa constrictor-techniek kunnen noemen. Zoals gezegd: de tegenstander had ervaring, maar Mink heeft de jeugd en energie om de partij uit te melken. En misschien dacht zijn tegenstander: āWaarom accepteert die kwajongen geen remise?ā Wat irritatie kan geven en daarmee ook een klein psychologisch voordeeltje.
Ik kon helaas niet meer de zetten van Mink achterhalen in zijn opgestuurde partij, maar dit was volgens mij een belangrijk moment.
Na murw te zijn gemaakt door Mink de wurger pakte zwart de witte pion op g3 en nu maakte mijn hart een triple salto.
53…Txg3?? 54.Th5+ Kg8 55.Tg5+ Txg5 56.hxg5 en de witte randpion is nu een pion, wit pakt de oppositie en wint. Mink speelde het netjes en niet te gehaast uit!
Wat een fijn gevoel om de koploper in de competitie verslaan. Mink en Sylvain waren de hoofdrolspelers deze avond, de rest slechts figuranten (hopelijk beledig ik niemand).
Mink My Main Man the deMolisher! Lang leve de jeugd van HWP! (Ook alle vrijwilligers die ze op dinsdagavond begeleiden)
Korchnoi heeft een boek over toreneindspelen geschreven en op het omslag staat vermeld: leer dit boek en je elo-rating stijgt met 100 punten. (Kan hij best wel eens gelijk in hebben.) Overigens heeft onze HWP-vaandeldrager Loek van Wely samen met Jan Gustafsson een aantal videoās gemaakt over eindspelen die op chess.com te zien zijn. (Moet je wel een abonnement hebben). Het thema ācutting off the kingā wordt er ook in behandeld. Zeer aan te bevelen en verplichte kost voor iedere HWP-er, die zichzelf serieus neemt als schaker.