Iedere schaakpartij speelt zich af in twee werelden.
Op het bord en in ons hoofd. En deze twee worden kortstondig samengebracht door de hand die een zet uitvoert.
Visualiseren, het voor je zien wat er kan ontstaan op het bord, is een belangrijke vaardigheid op weg naar het vinden van de beste zet. Coach en trainer Rini D. is als geen ander thuis in deze complexe materie. Voor mij als doorsnee clubschaker soms onnavolgbaar.
Maar de verbinding van de uitvoerende hand tussen denkwereld en schaakbord, hapert wel eens.
Getuige wat Rini zag gebeuren in het duel tussen Thai Dan Van N. (7 Ā½ uit 10), de leider op dat moment, en Frederik S. (6 uit 10). De hand van Frederik bewoog naar voren, klaar om zijn bedachte zet uit te voeren. Als door een vlam gebrand, trok hij zijn hand snel weer terug.
Even later zag hij de tegenstander een zelfde poging wagen. In dit voorval zweefden de vingers rond de pion. Maar weer niet resulterend in een beweging van de āziel van het schaakspelā.
In het interview na afloop, geeft Frederik een mogelijke uitleg voor de onzekerheid bij het uitvoeren van een zet. Hij zag een wonderbaarlijke mogelijkheid na Pf5, die kansen gaven op winst.
Invoeren van een VAR., om mogelijk contact te constateren, bij schaken is echter niet nodig.
De waarnemingen van Rini D. werden voor mij zorgwekkender toen hij vertelde over het moeten afbreken van een partij tijdens een clubavond. Dit vanwege een urgent medisch probleem van zijn vrouw. Hij spoedde zich naar de afdeling van het ziekenhuis waar de vereiste hulp werd gegeven. Volgens Rini, had de reddende arts het uiterlijk voorkomen van onze Willem de R. (8C; 1 Ā½ uit 7).
Hij was ook stellig dat de badge dezelfde naam liet zien. Niet meteen een geruststellende gedachte, zou ik denken. Maar goed, Willem heeft vele broers.
Hopende dat de altijd rustige en betrouwbare Bart G. mij een ander beeld kon laten zien, werden we in de BabbelBox geconfronteerd met een geheel ander āhandenincidentā.

Ook bij de Challengers zijn er beelden opgedoken waarin waarneembaar is dat de begroetende āhandshakeā van vrouwelijke tegenspelers, door Yakuboev N. (6 uit 11) steevast wordt geweigerd.
Dit zou dan weer voortkomen uit een religieus gedachtengoed.
De verbindende factor voor veel HWP-ers tijdens deze TSCT is de Glazen Bol pool.
Vanuit een individuele voorspellende visie, zien we de onderlinge competitie overgaan in een levendige dagelijkse betrokkenheid.
Maar een nadere bestudering van de data, laat een gevaarlijk fenomeen zien.
De zichtbare trend is dat de best scorende HWP tienkamper, onherroepelijk de volgende partij verliest. Is er sprake van āde Vloek van de Glazen Bolā?
