Een uitzinnige Willem de Ruig die een dolgelukkige Rini Duijn in de armen vliegt, en supporters die de spelers van HWP K1 een voor een luidkeels toezingen: het zijn taferelen die niet snel van het netvlies zullen verdwijnen. De manier waarop ons vlaggenschip promotie naar de Meesterklasse bewerkstelligde – niet: afdwong – was evenzeer memorabel, maar kan maar beter wel rap vergeten worden.
Door een gelukje in de vorige ronde – alle concurrenten verloren – stonden we met nog twee ronden te spelen 3 volle matchpunten voor, waardoor ƩƩn overwinning volstond. Van de twee kansen was de eerste verreweg de aantrekkelijkste: gedoodverfde degradant Assen kwam op bezoek in een afgeladen Denksportcentrum, en bleek ook nog eens hun sterkste speler te missen. En ook al waren we vooraf gewaarschuwd dat het een treffen zou worden tussen het Witte Paard en de Dark Horse van klasse 1A (Assen won met 8-2 van Waagtoren en met 7-3 van CaĆÆssa Eenhoorn), dit was toch een veel prettiger vooruitzicht dan een zenuwslopende slotronde zonder clubgenoten in Leiden.

Iedereen had er vooraf zin in, maar iedereen betekende ook weer: 11 spelers, terwijl je er maar 10 kunt opstellen. De teamleider werd van de hartverscheurende taak om iemand er in de kampioenswedstrijd naast te zetten ontslagen door Tim, die zich wegens gebrek aan vorm opofferde en de rol van coach op zich nam.
De invalcoach straalde aanzienlijk meer rust uit dan de eigenlijke, want tegen drieƫn zat Tim al onderuitgezakt in de bar aan zijn eerste gerstennat te lurken. Het zag er dan ook al snel bijzonder gunstig uit. Het fijne van het supertrio Loek-Rik-Babak is dat de overige 7 spelers in principe nog maar 3 puntjes hoeven te scoren. Collin (6 uit 7) heeft zich dit jaar in dat rijtje gevoegd en bracht ook nu weer zijn tegenstander, de sterkste der Assenaren, in een mijnenveld. Chenwu rammelt aan de poort en ook vandaag haalde hij zijn tegenstander vanuit de opening door de mangel.
De minder zekere factoren vinden we aan de staart, maar Rini kwam uitstekend uit de opening, Jan-Willem had zijn tegenstander in de tang, Rob kon bogen op een klein maar duurzaam voordeeltje en alleen Chris had een onduidelijke stelling die moeilijk te taxeren was.
Bart was als eerste klaar na 30 correcte zetjes die tot remise leidden. Een lichte tegenvaller was dat Babak zich moest schikken in eenzelfde lot vanachter de witte stukken. Maar die 1-1 tussenstand was gezien de ontwikkelingen op de andere borden meer dan prima.
Rik toonde vervolgens zijn klasse door ons na opnieuw een modelpartij op voorsprong te zetten. We komen erin bij zet 23, waar wit natuurlijk 23.d6 speelt.
23…Df7 is verplicht, want na een andere damezet volgt 24.Lxe4! Na 24.Lxe5 Txe5 25.Db2 Td5
is het nog niet zo eenvoudig te zien hoe wit de zwarte stelling gaat slopen. Voor Rik wel: over de diagonaal a2-g8 natuurlijk, en dus 26.b4! Le6 27.Txd5 Lxd5 28.Tc1
(dreigt Tc7 en mat op g7) 28…Lc4 29.a4! (dreigt 30.Txc4) Dd5 (verhindert 30.Txc4 want Dd1 met eeuwig schaak) 30.h4 (verhindert eeuwig schaak) e3 (dreigt vage dingen) 31.Txc4 (pakt een loper want Rik ligt niet wakker van vage dreigingen) 31…Dd1+ 32.Kh2 exf2
en hier mocht Rik 33.Tc8+! uitvoeren. Zwart gaat mat na La2 en Dh8. Prachtig.
Als dan plotseling ook bij Chris een punt valt, kan het niet meer stuk. Het moet gezegd, Chris was bezig zijn tegenstander kapot te spelen, en blijkbaar was dat proces al voltooid. De witspeler speelde al een tijdje op increment, leek naar zijn paard te grijpen, aarzelde, doorgrondde de afzichtelijkheid van zijn stelling en gaf toen, met nog altijd een paar seconden op de klok, doodgemoedereerd op. Een aangename verrassing die de hartslag van menigeen weer even deed zakken.
We stonden namelijk 3-1 voor en er waren goede tot gewonnen stellingen bij Chenwu, Jan-Willem, Rini en Rob; en dan was Loek ook nog bezig om zijn taaie tegenstander met een loperpaar om te duwen. Alleen Collin was aan het vechten voor een halfje. Dat kon dus niet meer misgaan; hoog tijd voor de teamleider om zijn taken weer over te nemen van Tim, die daar na biertje nummer zoveel weinig bezwaar tegen maakte.
Het is niet geheel duidelijk wat deze coachwissel bij de spelers losmaakte, maar als bij toverslag vielen de blunders bij bosjes. Chenwu schopte het tamelijk bont door een straal gewonnen stelling niet te converteren – niets voor hem in zijn vorm van de laatste maanden. Bij Rini was de stelling minder overzichtelijk, maar de gevolgen van zijn fouten waren groter, want anders dan Chenwu verloor hij zelfs een heel punt, en hetzelfde overkwam Jan-Willem, die zich in glad gewonnen stelling liet foppen en zich terugvond in een eindspel waarin hij zich met twee torens moest verdedigen tegen een dame en een loper.
Kort na de tijdcontrole leek alsnog alles op zijn pootjes terecht te komen toen de tegenstander van Jan-Willem in een gulle bui zijn loper weggaf, maar Jan-Willem liet het cadeautje beleefd aan zich voorbijgaan en verloor daarna geruisloos. Intussen was duidelijk dat ook Collin het niet zou redden, kwamen we dus met 4½-3½ achter, stond Rob weliswaar nog steeds beter maar verre van gewonnen, en voor de simpele leek was het zelfs bij Loek nog niet zo duidelijk. Sommige stervelingen dachten zelfs dat Loek hier in de problemen was:
Niets is minder waar: Loek – zwart, voor de duidelijkheid – heeft alles onder controle en Pa4 gevolgd door b6 is nooit echt een dreiging vanwege Lxa6 met schaak.
Er volgde 1…Ke5 2.Kd3 Kf4 3.Ke2 en hier hield Loek het wel extra spannend door niet met 3…e5 alle deuren dicht te gooien, maar 3…g5 te spelen waarna wit zijn laatste kans greep met 4.e5 Kxe5 5.Lb7
Hier wint 5…Lxb7 6.axb7 Kd5 (of 6…g4), maar zwart moet wel een stuk geven en dat doet Loek liever niet. Dus even rekenen en 5…Kd4 6.Pb3+ Kc3 7.Lxc8 Kxb3
Het voordeel van een grootmeester is dan dat hij weet dat niet alle ongelijkelopereindspelen remise zijn; Loek had correct getaxeerd dat zwart dit wint.
4½-4½ dus, en alles ging gewoon toch nog goedkomen omdat Rob na geduldig manoeuvreren een pion won en in een gewonnen paard tegen loper-eindspel belandde. Dankzij een optimale opstelling van een paard op b3 en pionnen op a4 en c4 hield hij bovendien de zwarte koning buiten de deur.
Wat hem dan ook bezielde om deze vesting op te geven, zal dan ook wel altijd een raadsel blijven. Feit is dat hij zijn pionnen verloor en vervolgens nog een eeuwigheid probeerde een eindspel van paard plus e- en g-pion tegen loper en f- en g-pion te winnen.
Terwijl de eerste supporters en spelers van andere teams teleurgesteld afdruipen, vraagt een omstander: ‘Wat doen de concurrenten eigenlijk? Kunnen we ook kampioen worden met 5-5?’
Ergerlijke vragen, want wie de zaken ook maar een beetje had gevolgd, wist dat er drie teams op 3 matchpunten achterstand stonden, en daarvan zou er toch minstens wel eentje winnen. Bovendien waren we natuurlijk geen moment bezig met de anderen.
Maar goed, toch maar even kijken dan.
O kijk nou, Caissa Eenhoorn heeft 5-5 gespeeld tegen LSG. Die blijven dus op 3 punten als wij gelijk spelen.
Dan toch maar even een appje naar Tex de Wit, die met VAS speelt tegen een andere concurrent, Caissa Amsterdam. ‘Wij 8-2 winst waarschijnlijk’, is het snelle antwoord. Ook het andere Caissa haakt dus af.
Maar dat… betekent… dat als Het Schaap met de Vijf Sponsors niet wint van Groningen… we alsnog kampioen zijn.
Wie kent iemand bij Groningen? Rik hangt al aan de telefoon. ‘We staan met 5-4 voor’, klinkt het.
Maar… dan… zijn we… maar… is dit wel echt? Wie is deze gast? Het is niet geheel duidelijk of de informant te goeder trouw is, dus volgt een belletje naar het Jannes van der Wal Denksportcentrum. Daar kan helaas niemand helpen en dus verkeren we lange, lange minuten in vertwijfeling. Maar als een tweede bron de 5-4 tussenstand bevestigt (en Rob na drie kwartier zijn winstpogingen staakt), is het duidelijk: HWP IS KAMPIOEN EN PROMOVEERT NAAR DE MEESTERKLASSE!
Luid gejuich volgt, spelers en overgebleven supporters vliegen elkaar in de armen, de champagne wordt ontkurkt en ook de andere drank vloeit zeer, zeer rijkelijk. Het blijft enigszins teleurstellend dat we het niet zelf hebben afgedwongen en afhankelijk waren van de concurrenten die elkaar afmaakten, en ons daarmee hielpen. Maar ach, zo zijn we zelf ook allemaal ter wereld gekomen; ziedaar de fabel van de spermatozoo (voor de jonge lezertjes: Google maar even, of koop gewoon dit boek).

Zoals in het dankwoord van de teamleider reeds gememoreerd: dit succes is niet dit jaar begonnen. Veel dank is verschuldigd aan Paul Tuijp, die in de jaren nul alle postcodegebieden van heel Noord-Holland en omstreken navlooide op recent verhuisd schaaktalent, en onder wiens bezielende leiding de gang naar de top werd ingezet. Ook Frank Beverdam mag genoemd worden: dat nu een telg uit de HWP-jeugd zijn debuut mag maken in de Meesterklasse is een zeer verdiende beloning voor zijn tomeloze en niet aflatende inzet. Tot slot nogmaals dank aan allen, Harry Wierda in het bijzonder, die de komst van Loek mogelijk hebben gemaakt, en aan Loek zelf, die met zijn aanwezigheid en trainingen voor veel energie, elan en enthousiasme in de groep heeft gezorgd.
Of het volgend seizoen ook zo leuk wordt, valt zeer te bezien. Laten we het er voorlopig op houden dat het niet gaat om de bestemming, maar om de reis ernaartoe. En die was (is) fantastisch.


Gedetailleerde uitslagen
HWP Haarlem K1 (2279) | 5 – 5 | Assen K1 (2132) | |
---|---|---|---|
1 | ![]() | 1-0 | Rieks Taal (2186) |
2 | ![]() | ½-½ | Elmar Hommes (2115) |
3 | ![]() | ½-½ | Tycho Bruggink (2124) |
4 | ![]() | 1-0 | Gertjan Haan (2112) |
5 | ![]() | 0-1 | Tjapko Struik (2284) |
6 | ![]() | ½-½ | Paul Hummel (2132) |
7 | ![]() | 1-0 | Arjan Dwarshuis (2126) |
8 | ![]() | 0-1 | Geon Knol (2095) |
9 | ![]() | 0-1 | Pieter Tromp (2113) |
10 | ![]() | ½-½ | Maarten Dijkstra (2030) |