De huidige teamleider van het eerste is er een van het kaliber dat de successen van zijn voorgangers het liefst in de vergetelheid doet belanden. Laat daarom hier gezegd zijn dat HWP Haarlem in het seizoen 2018-2019 zegge en schrijve anderhalf bordpunt verwijderd was van de Meesterklasse, maar door een soort Pact van Sevilla (hier wat duiding voor de jongere lezertjes) de voet werd dwarsgezet (zie ook het tamelijk onderkoelde verslag van de laatste ronde destijds).
Maar, beste mensen, aanschouwt toch de huidige stand in klasse 1A en laat de trots door uw aderen stromen, want ons vlaggenschip heeft fier de leiding genomen dankzij een overtuigende overwinning op geduchte concurrent VAS. Nu is de weg nog lang, siert bescheidenheid de mens, dienen we te allen tijde met beide benen op de grond te blijven staan, mag van onderschatting nooit of te nimmer enige sprake zijn, enzovoorts en zo verder. En ja, in klasse 1A kan inderdaad iedereen van iedereen verliezen – maar toch vooral van HWP Haarlem.
De strategie die de coach voor dit jaar heeft uitgestippeld is doeltreffend in al zijn eenvoud. Je stelt Loek van Wely, Rik van Rootselaar en Babak Tondivar op, en dat betekent in principe dat de overige spelers nog maar 2Ā½ punt bij elkaar hoeven te sprokkelen voor de matchwinst.
Zo gezegd, zo gedaan, al moet aangetekend worden dat het gevreesde VAS – vorig jaar werd nog nipt verloren – danig verzwakt was. Deze keer werd er geen GM uit de hoge hoed getoverd en bovendien misten de Amsterdammers twee vaste krachten.
In zijn eerste wedstrijd voor HWP in het Denksportcentrum kreeg Loek in de persoon van Marc Ghannoum meer tegenstand dan in de vorige ronde, maar ook nu zette onze GM ons met vaste hand op 1-0. Met b2-b3 ging wit lelijk in de fout, en Loek had niet veel moeite om de onmiddellijk doorslaggevende weerlegging te vinden.
Langer, maar met even weinig twijfel over de einduitslag, duurde het bij Babak. Die belandde in voor hem bekend vaarwater; water waar hij zich bovendien als een vis in voelt. Eerst verdween er een zwart pionnetje in de doos, en even later won hij met een kleine truc ook nog een kwaliteit. Optisch zag het er nog wat dreigend uit omdat zwart nog beschikte over een actieve loper, maar als Babak afwikkelt naar een eindspel met een kwaliteit meer, dan zal het tegenspel niet al te veel om het lijf hebben en kan het punt met een gerust hart geteld worden.
Rik had van ons supertrio de zwaarste kluif aan Tex de Wit, die overigens (kom maar door, factcheckers) van alle 100 schakers op deze zaterdag de kortste afstand van huis naar het Denksportcentrum hoefde te overbruggen voor nota bene een uitwedstrijd (Tex, jongen, als je dit leest: je begrijpt de hint). Nu moeten we waken voor al te groteske vergelijkingen, maar het treffen deed sterk denken aan de 24e matchpartij tussen Kasparov en Karpov in 1987, toen Kasparov moest winnen, en dat ook deed, om zijn wereldtitel te prolongeren – overigens bepaald geen Pact van Sevilla.
Wat ik maar wil zeggen: ook in deze partij speelde de strijd zich grotendeels af op de damevleugel, waar wit omzichtig te werk ging om een voordeeltje te bereiken, om vervolgens op de koningsvleugel te winnen.
Hier bereikt wit dat voordeel na het blijkbaar onnauwkeurige 28…g6 (die mocht twee veldjes vooruit en dat was beter geweest). Na 29.Pb5 was Dc2 opnieuw niet goed, en had wit kunnen profiteren met 30.Db7! en dan 30…Dxb2 31.Pd6! – een thema dat later in de partij nog terugkwam. Rik sloeg op b6 en toen kon hij weer opnieuw beginnen, maar na 30.Dxb6 Dxb2 31.Dc6 g5 32.h3 tastte zwart opnieuw mis met 32…h5.
Rik nam zijn kans nu wel waar met 33.De8! g4 34.hxg4 hxg4 35.Ph2 De2 36.Pc3!
36.Pd6 was ook goed geweest, maar niet zo goed als dit, want nu loopt zwart in een matnet na 36…Dc4 37.Dxe7 Dxc3 38.Pxg4. Opnieuw een prachtige scalp voor Rik, en dat is inmiddels 4 uit 4.
Dat de teamleider uiteindelijk de enige is die een nul moet incasseren, deert hem hoegenaamd niet. Pijnlijk, gĆŖnant, frustrerend en/of uitzichtloos is het wel als de grootmeester na afloop in een halve minuut even duidelijk maakt waarom je bij de eerste zet waar je over na moest denken, natuurlijk gewoon de meest logische zet had moeten spelen, waar je weliswaar een eeuwigheid over had zitten piekeren, maar die je om volstrekt duistere redenen toch had verworpen. In het vervolg speelde tegenstander Ramon Koster overigens een prima partij, deze keer zelfs zonder foeragering halverwege de wedstrijd.
Maar goed, zoals gezegd is 2Ā½ punt aan de resterende borden voldoende, en het werden er zelfs 3Ā½, onder andere met dank aan zouteloze remises vanachter de zwarte stukken door Chenwu en Christopher. Zo hoort dat: consolideren die handel en niks weggeven. Iets meer pit zat er in de pot van Richard, die weliswaar zijn seizoen nog niet echt heeft, maar op het oog sleepte hij toch een solide remise uit het vuur tegen Daan in ’t Veld. Voorts dient de waarde van FM Rini voor het team bepaald niet onderschat te worden.
Minder pit, maar meer uithoudingsvermogen, was er bij broer Rob. Die leek met fors voordeel uit de opening te komen, maar dat verzandde en door onnauwkeurig spel verloor hij zelfs een pion. Het toreneindspel leek een gooi te gaan doen naar de prijs voor de langste serie zetten waarbij de engine 0.00 aangeeft, maar de poging mislukte jammerlijk toen Rob hier
mistastte en niet bijvoorbeeld 40.(altijd maar weer die 40e)Tb8+ of 40.f6 speelde, maar 40.Ke6 – met weliswaar een matdreiging for dummies, maar ook een mindere stelling na 40…Tb4 41.Ta6 Tb8 42.Txa5? (hier was 42.f6 absoluut noodzakelijk) 42…Te8+ 43.Kd6
en dit is een zeer leerzaam moment, want als zwart niet hebberig 43…Te2 had gespeeld, had hij kunnen winnen met 43…Kf7. Door de witte koning afgesneden te houden over de e-lijn wint hij het eindspel.
Heel veel pit was er bij Tim. Aanvankelijk leek de partij zich te ontvouwen als een natte droom voor onze theoreticus: op nog bekend terrein beging de tegenstander een onnauwkeurigheid, en dan is het alleen nog maar een kwestie van de weerlegging uitvoeren. Tim kwam ook een heel eind, normaal gesproken voldoende voor het punt, maar toen kwam er wat zand in de machine, terwijl hij toch een poppetje achter stond. Hoewel de resterende zwarte stukken opgevouwen stonden in een hoekje op de achterste rij, waren de engines pessimistisch over de kansen van de veel actievere witten stukken. Gezien wat hij kort tevoren had overleefd, kneep de zwartspeler echter zijn handjes dicht met de remise die hij bereikte.
Over actieve witte stukken gesproken: we hebben de partij van Collin nog tegoed. Deze Puntenmachine der Lage Borden, voor wie dit verslag pas op maandag verschijnt zodat we hem kunnen feliciteren met zijn verjaardag, begon vrij stroef aan zijn partij en moest al snel aan de noodrem trekken.
Dit was na een luttele veertien zetten de stelling en tja, op f2 en vervolgens h1 hangt er iets wat vrij lastig te verhelpen is. Echter, na 15.Lxg7 Tg8 16.Lc3 koos zwart, niet geheel onbegrijpelijk, niet voor het positionele 16…Lxf2+ 17.Ke2 Ld4, waarmee hij een witte loper elimineert, overblijft met een sterk paard tegen de kreupele andere loper, en veel beter staat. In plaats daarvan kwam 16…Pxf2 en de zwartspeler zal zich later nog wel achter de oren gekrabd hebben waarom hij het witte loperpaar in vredesnaam in leven had gehouden. Na 17.b4! Lb6 18.c5 Pxh1 19.cxb6 axb6 20.g3
was het zwarte paard immers ten dode opgeschreven, en resteerden in een kale stelling twee beesten van lopers. Objectief gezien was dat misschien nog prima te houden voor zwart, maar in de praktijk was het een hopeloze taak.
Illustratief was hier de zettenreeks 37…Th3+ 38.Kc2 Th4 39.Txb6 Th8 – de zwarte toren heeft drie nutteloze zetten gedaan op de h-lijn, maar heel veel beters was er ook niet te verzinnen.
Zo werkte Collin verder aan ons (24 uit 40) en zijn eigen (3Ā½ uit 4) doelsaldo. En laten we het nog maar eens herhalen: HWP Haarlem K1 staat bovenaan. Over drie weken staat in Utrecht de topper tegen Paul Keres K2 op het programma, en dan wordt bepaald wie zich tot Herbstmeister mag kronen.
Gedetailleerde uitslagen
HWP Haarlem K1 (2259) | 6.5 – 3.5 | VAS K1 (2208) | |
---|---|---|---|
1 | GM Loek van Wely (2611) | 1-0 | FM Marc Ghannoum (2279) |
2 | Rik van Rootselaar (2268) | 1-0 | FM Tex de Wit (2326) |
3 | FM Bart Gijswijt (2301) | 0-1 | FM Ramon Koster (2315) |
4 | FM Babak Tondivar (2319) | 1-0 | Hilke van den Berg (2291) |
5 | CM Christopher Brookes (2221) | Ā½-Ā½ | Marcos Garcia Martinez (2165) |
6 | Tim Mazajchik (2183) | Ā½-Ā½ | Rafael Goudriaan (2130) |
7 | FM Rini Duijn (2203) | Ā½-Ā½ | Daan in 't Veld (2190) |
8 | Collin Boelhouwer (2184) | 1-0 | Take Snijders (2132) |
9 | Chenwu Zhu (2125) | Ā½-Ā½ | Sierk Kanis (2122) |
10 | Rob Duijn (2172) | Ā½-Ā½ | Job Emans (2127) |
Geef een reactie