HWP I pakt direct dure punten

Dankzij vers bloed in de gelederen is het eerste team het seizoen uitstekend begonnen met een zwaarbevochten 5,5-4,5 overwinning op Caïssa-Eenhoorn. Eerder dit jaar verloren we met dezelfde cijfers nog van dit team.

De eerste klasse A kent anders dan voorgaande jaren geen uitgesproken favoriet voor het kampioenschap of zelfs maar een gedoodverfde degradatiekandidaat, dus de punten zijn duur en de wedstrijden beloven vrijwel zonder uitzondering spannend te worden. Dat bleek ook wel uit de uitslagen in de eerste ronde, waar alleen Caïssa (Amsterdam) erin slaagde zes bordpunten te halen; de andere wedstrijden eindigden gelijk of met het kleinst mogelijke verschil.

In Caïssa-Eenhoorn troffen we direct een van de ogenschijnlijk sterkere teams. Hoewel de omgekeerde vlaggen in het omringende boerenland anders doen vermoeden, zijn de (Europese) Hoornaars sympathieke tegenstanders; een hecht, strijdbaar maar vriendelijk team waarvan de spelers op hun notatieformulier ook vrijwel allemaal gewoon dame, toren, loper en paard pretentieloos met een D, T, L en P aanduiden. We zullen het ze dan ook vergeven dat de aanvang van de wedstrijd wat werd vertraagd door een ingelast fotomoment en een last-minute wijziging in de opstelling. Die der tafels welteverstaan, want het nieuwe meubilair bleek wat wiebelig.

Zoals gezegd hadden wij iets goed te maken, want in de confrontatie eerder dit jaar in het Denksportcentrum kwamen we zeer genadig weg met een minimale nederlaag. En ook deze keer hadden we weinig te klagen over de einduitslag. “Het eerste zwijnt in Zwaag” had een leukere kop van dit verslag kunnen zijn, en het was minstens zo’n feitelijke weerspiegeling van de gang van zaken geweest. Echter, het gezwijn benadrukken zou geen recht doen aan de enorme vechtlust waarmee we collectief de buit binnenhaalden, en aan het optimisme dat zich daarop onmiddellijk van de spelers meester maakte. Aan de nieuwe (onervaren) teamleider de moeilijke taak om zijn mannen met de beide benen op de grond te houden.

Opvallende afwezige bij de tegenstanders: Ron Deen, die we in ronde 1 toch wel verwacht hadden. Hij bleek met het tweede mee te spelen. Aan onze kant was er voor het eerst in tijden sprake van enige verjonging. Chenwu Zhu, vorig jaar goed voor een invalbeurt, maakte zijn debuut in het eerste, en nieuwkomer Tim Mazajchik speelde zijn eerste wedstrijd voor HWP. Beiden wonnen overtuigend, en legden daarmee de basis voor de overwinning.

Het snelst klaar was Tim. Hij meende dat hij de opdracht had gekregen om in 20 zetten te winnen. De teamleider wist van niets, maar Tim voldeed netjes aan wat hem te doen stond. Dat biedt perspectief voor de rest van het seizoen. Dat we weleens een goede aan hem kunnen hebben, bleek uit de rust die hij uitstraalde. Waar sommigen Eenhoorners dachten dat wit hier gewonnen stond:

was Tim gewoon nog op min of meer bekend terrein en stelde hij genoegzaam vast dat het zwart is die na 12…f6 13. Dd8+ Kf7 al zo goed als gewonnen staat. Pionnetje meer, centrum stevig in handen, sterk loperpaar en dan werd de witte dame na wat omzwervingen ook nog eens gevangen.

Chenwu hoefde zich eigenlijk ook niet bovenmatig in te spannen. Het optimisme waarmee zijn tegenstander een aanval probeerde op te zetten verdient alle lof, al zou “kinderlijk naïef” ook een passende kwalificatie zijn. Chenwu liet zich niet van zijn stuk brengen, wikkelde gunstig af en onderstaande stelling illustreert hoe hij zijn tegenstander positioneel volledig in de tang had:

Na 26…Kf8? 27.Pxe5 was het in feite einde oefening.

Tegenover deze twee meevallers stonden twee tamelijk kansloze nullen bij de gebroeders Duijn. Dat komt niet vaak voor, maar een unicum is het niet: vorig jaar gebeurde tegen Max Euwe hetzelfde en ook die wedstrijd wonnen we met 5,5-4,5. Ik zou ervoor tekenen om op deze manier kampioen te worden, maar of de Duijnse teamspirit zo ver gaat om dit negen ronden vol te houden is zeer de vraag. Tegen de Eenhoorn kwamen ze er in ieder geval niet aan te pas. Rob kwam al snel onder druk in een eindspel tegen de tactisch wat laag geposteerde Daan Zult, terwijl Richard het net als in maart tegen Arlette van Weersel mocht proberen. Die speelt een uitstekende partij en maakt het anders dan in maart nu wel gedecideerd af.

Jaap had toen al remise gemaakt tegen Martijn Monteban, die met zwart niet in de problemen kwam. Rond zet 25 werden er een paar stukken geruild, maar daar bleef het ook bij. Met nog zestien pionnen op het bord ontstond vanzelf een soort halmastructuur waar met geen mogelijkheid een bres in te slaan was – of Leela moet nog met een ideetje op zet 163 komen.

Wellicht door zijn nieuwe rol, waardoor hij trouwens ook wat makkelijker over zichzelf kan schrijven in de derde persoon, was de teamleider er voor het eerste in tijden ook weer eens echt bij. Hoewel de machine aanvankelijk nog wat haperde, was hij er als de kippen bij toen tegenstander Henk-Jan Visser (overigens volstrekt onnodig) de complicaties opzocht.

In deze puinzooi heeft wit 13…Lb4+ finaal gemist. Op 14.Kf1 had zwart 14…0-0 gepland, waarna stukkenruil gunstig is voor zwart. Maar wit heeft 14.c3! Lxc3 15.Kf1, waarna deze vlieger niet opgaat. Daar staat tegenover dat de loper vanaf c3 de toren op h8 dekt, wat zwart de mogelijkheid gaf tot een sterk kwaliteitsoffer: 15…Dxf4

16.Da8+ Ke7 17.Dxa7 Ld4 18.Da3+ (dankzij dit schaak blijft wit nog in leven) 18…Lc5 (nog sterker was 18…Pc5) 19.Df3 Dd4

Wit staat hier flink aangeharkt, en met weinig tijd op de klok komen onnauwkeurigheden dan vanzelf. Wit meende actief te moeten spelen maar werd alleen maar verder aangesnoerd: 20.Td1 Dxb2 21.Db3? Tb8 22.Dxb2 Txb2

Met name de positie van de witte loper en koning, die beide niet kunnen spelen, maakt dat wit hier ondanks de materiële balans reddeloos verloren is.

Dat was 3,5-2,5, en dan was Babak ook nog eens bezig een meesterstuk af te leveren aan bord 1. Geconcentreerd als altijd duwde hij de Oekraïense topscorer Mikhaylo Dorokhin (vorig jaar 8,5 uit 9) langzaam maar zeker omver. Kijk toch eens wat een prachtstelling Babak bereikte:

Wit zal hier een keer lopers moeten ruilen, waarna hij het punt kan incasseren. Met 43.f4 was op zich nog niets mis, maar het bleek wel de opmaat voor het toestaan van tegenkansen, nadat Babak zijn koning op f2 en niet op het veilige h2 posteerde. Nu dook plotseling een matbeeld op waarna Babak zijn machtige c-pion moest inleveren en moest berusten in remise.

Dat betekende 4-3, maar op de overige borden zag het er niet al te vrolijk uit. Indra had vroeg op de middag remise aangeboden gekregen, maar omdat de teamleider beslommerd was met diens eigen beslissingen, speelde hij maar door en nu moest hij een dramatisch eindspel verdedigen. Nog erger was het bij Collin, die vanuit de opening werd weggespeeld, nooit echt een kans kreeg en nu een dame-eindspel met op het oog twaalf pionnen minder (oké, het waren er 3) moest spelen. Maximiliaan moest dan zien te winnen voor 5-5, wat nog geen sinecure was – maar hij was tenminste wel de bovenliggende partij, nadat hij eerder door een mislukte truc een pion was kwijtgeraakt.

Maar toen gebeurde ineens een wonder bij Collin. Je zag al een beetje aankomen dat tegenstander Peter Doggers, die een voortreffelijke partij had gespeeld, wat begon te weifelen met zetherhalingen. Na een reeks niet al te doortastende zetten stond hij een reeks schaakjes toe waarbij de witte koning het open veld in werd gestuurd. Nog geen ramp, want er was nog steeds een veilige haven op f6 waar hij naartoe kon wandelen. Maar de witspeler zag het niet meer en bood hier:

na 70.Kf2 remise aan.

Een enorme meevaller, waardoor bij de onvermijdelijke capitulatie van Indra zelfs matchwinst nog mogelijk zou worden. Indra’s tegenstander had het allemaal niet bijster handig aangepakt, maar kon in het verre eindspel alsnog de vis op het droge trekken:

Wit moet hier wel 81.Lb5 spelen, maar na 81…Pd5+ en het verplichte 82.Kc6 (82.Ka6 Pc7+) wint 82…Pc3 eenvoudig. De loper moet de diagonaal a4-e8 verlaten, en vervolgens is de witte koning te ver weg om te assisteren in de verdediging. Het gespeelde 82…Pe7+ was geen ramp geweest als zwart na 83.Kb6 weer terug was gegaan, maar na 83…Pc8+? 84.Ka6! was de remise onvermijdelijk. Er is geen manier om de witte loper van de diagonaal te verdrijven en blokkeren met Pb5 is nooit een optie.

Hoewel zwart het nog even probeerde, hoefde Maximiliaan ineens niet meer te winnen voor de teamwinst, en dat was het sein om in het teambelang de remise door zetherhaling te accepteren:

Hier gebeurde 71…Ke7 72.Pg6+ Kf6 73.Pf8 Ke7 74.Pg6+ Kf6 75.Pf8. De winstpoging die Maximiliaan had willen ondernemen, was 75…Lc7+, en inderdaad ziet het er veelbelovend uit. Maar met weinig tijd op de klok en een stelling waarin een blunder snel gemaakt is, was het accepteren van de remise in het teambelang verreweg de beste zet.

Winnend vanuit de diagramstelling was het door de TL gespotte 75…d4! 76.Pd7+ Kg7! 77.Pxb6 Tc3+ 78.Txc3 dxc3

waarna de c-pion niet meer te stuiten is – maar die had dat met zijn grote mond zelf nooit durven spelen, of was naar e6 gegaan waarna 79.Pa4 c2 80.Pc5+ gevolgd door 81.Pb3 een matchpunt had verloren.

Kortom, fantastisch gedaan en voorwaar een teamprestatie, die passend werd gevierd bij de lokale snackbar. Maar niet te lang gejuicht, want over drie weken volgt alweer een zware beproeving tegen De Waagtoren.

Over de auteur

Bart Gijswijt avatar
  1. Adrie Pancras avatar
    Adrie Pancras

    Weergaloos verslag Bart, HWP K3 was erbij en genoot van jullie wedstrijd en dit verslag.

  2. Adrie Pancras avatar
    Adrie Pancras

    En hier het verslag van Co Buijsman – mijn nieuwe schaakvriend – met heel veel partijfragmenten en foto’s.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *