We moesten schaken in Nieuw Vennep, zo’n 20 kilometer verwijderd van Haarlem. Sjoerd ging op eigen houtje, zodat we met zijn vijven precies in Barts auto pasten. Erg handig zo’n teamleider als taxichauffeur: ieder werd ’s nachts aan huis afgeleverd: eerst Jan, toen Harrie, vervolgens Ben en ten slotte ik.
Het was nog wel even spannend of uw verslaggever van de partij kon zijn, die had een week voor de wedstrijd een ongelukje gehad.
Zo kom je er dus uit te zien als je door een heftige duizeling buiten bewustzijn raakt en vervolgens plat op je bek gaat en met je gezicht in de scherven van het bord valt dat je in je handen had.
Op de spoedeisende hulp waren ze superlief en ik was allang blij dat ik het overleefd had. Tegen De Vennep besloot ik er toch maar bij te zijn, ook al had ik veel last van mijn gekneusde ribbenkast.
Ik mocht aantreden tegen de wedstrijdleider tevens de voorzitter: Harrald Hoegen Dijkhof. Ik had feitelijk nog een appeltje met hem te schillen, want vorig jaar, al zat ik steeds te piekeren of ik nou van hem gewonnen of verloren had, ging ik dramatisch ten onder. Zie maar:
Zwart kan hier vrij eenvoudig winnen met 48 .. Lf4+ 49 Ke2 Ke6! gevolgd door f5. Maar in totale blindheid doe ik de slechtste van het bord (48 .. Lxd4???) in de foutieve veronderstelling dat het een hardloopwedstrijd gaat worden (die ik win), maar ik overzag dus even dat er een witte pion op d4 staat, zodat ik na 49 cd4 Kc4 kon opgeven, er is helemaal geen hardloopwedstrijd.
Zonder dat ik het dus in de gaten had, kon ik me revancheren voor die nederlaag en dat ging vrij soepel, vanuit de opening.
Na de zetten 1 e4 d5 2 ed5 Pf6 3 d4 Lg4 (het Portugese gambiet) meende ik de aanpak van Negi, de ‘oude’ koning der repertoireboeken, te spelen met 4 f3 (Van der Sterren heeft over deze zet ooit opgemerkt, dat hij nooit meer 1 e4 zou spelen als dit de aangewezen zet is) 4 .. Lf5 5 g4:
Vaag herinnerde ik me de wijze lessen van Negi in de trant van c4, g5 en eventueel een paardvangst (na Ph5), met f4 en Le2.
Toen ik het thuis eens opzocht bleek het allemaal verzonnen te zijn, Negi’s oplossing is namelijk 4 Lb5+. Ik heb meerdere theorieboeken doorgepluisd, maar kwam nergens ‘mijn’ aanpak tegen, die overigens geweldig scoort in ChessBase. Na enkele zetten was het feitelijk al uit: 5 .. Lg6 6 c4 e6 (zo wordt de Portugese variant gespeeld) 7 Pc3 ed5 8 g5 Pfd7 (de niet-Negivariant die ik noemde is 8 .. Ph5 9 f4 Pc6 10 Le2 met stukwinst, al heeft zwart nog wel wat rommelzetjes. 9 Pxd5:
Wit heeft al groot voordeel, maar na 9 .. Pa6? (9 .. Pc6 is beter) kwam zwart er niet meer aan te pas. Het werd alleen nog even spannend, omdat Enno weer zo nodig in de laatste minuut van zijn tijd moest komen en dan is hij niet op zijn best.
Denk nu niet dat ik als eerste het punt binnenbracht, dat is, zoals vaker, natuurlijk Sjoerd. Hij was de enige die niet bij Bart in de auto zat, want hij gaat vanuit Amsterdam op eigen houtje eropuit. Sjoerds stijl is feitelijk ondoorgrondelijk, net als het feit dat hij de laatste twee jaren vluggerkampioen van HWP is geworden. Er is wel altijd veel te genieten bij zijn partijenā¦
Alleen al optisch/esthetisch is het smullen.
Via een Italiaanse Siciliaan (1 e4 c5 2 Lc4) is een Grand Prix Attack-achtige stelling (1 e4 c5 2 Pc3 Pc6 3 f4) ontstaan, maar zwarts koning staat nog in het midden. Zwart had nu sterk 11 .. f5! kunnen spelen, waarna zijn loper op b7 een heel andere rol krijgt dan in de partij. Sjoerd speelde het mindere 11 .. d5?, waarna Richard met 12 f5 voordeel had kunnen krijgen. Maar Richard speelde 12 e5? waarna de stelling een mooi plaatje werd.
Voorlopig staan er vier slechte lopers op het bord, maar dat kan nog wel veranderen. Leuk was hier dat Sjoerd , nooit bang, hier 17 .. 0-0-0 speelde.
Tien zetten later zag het er zo uit:
Zwart kan kiezen tussen en passant slaan of Th7. Sjoerd koos voor 27 .. Th7 wat wit een behoorlijk voordeel geeft wegens zijn mooie pionnen e5-f4-g4. Ep slaan met ruil van dame tegen twee torens) leidt tot een 0,00-stelling bij de machines. Weer ruim 10 zetten later is wits voordeel alweer verdwenen en ontstaat deze stelling:
Sjoerd heeft vrijwillig een wit pionnentrio op de koningsvleugel getolereerd en heeft gezien dat die prima geblokkeerd kan worden. Hij had geen idee hoe de stelling de hele tijd getaxeerd moest worden, maar hier is het kantelpunt, er volgde 40 d4? e4 =/+ 41 Ke2?? Tc7 en 0-1. Vanuit de diagramstelling kon wit zich nog redden met een typische machineontsnapping: 40 Lxe5! Lxe5 41 d4 Lxc2+ 42 Kxc2 Lxf6 (anders worden de witte pionnen te sterk) 43 gf6 Ke6 met gelijk spel. Dat je dit niet ziet, is geen schande.
Dat punt voorsprong hebben we ook niet meer afgegeven, integendeel: we stoomden lekker door naar een gelijk spel: 3 overwinningen en 3 remises.
Terwijl ik druk bezig was met mijn eigen partij, zag ik links en rechts mensen weglopen, omdat hun partij afgelopen was. De precieze volgorde is me daarbij ontgaan.
Bart kwam met hulp van zijn tegenstander vanuit een bedenkelijke stelling helemaal terug. De tegenstander , Arie Merumakon, invaller voor de afwezige eerstebordspeler Marco de Groot (elo 2075) kon de weelde van zijn mooie stelling niet dragen. Het begon met een echte Grand Prix Attack (GPA) tegen het Siciliaans. Het ging een tijdje gelijk op, maar Bart volhardde in te veel terughoudendheid, waardoor wit met zijn koningsvleugelpionnen naar voren kon:
In plaats van zelf een actieve zet te doen (b4 of d5) doet Bart weer een wachtzet al is zijn bedoeling duidelijk: de g-lijn met een toren bezetten. Maar 15 .. Kh8 kost wel onnodig een stuk: 16 g5 gf5 17 gf6 Tg8+ 18 Kh2 Lxf6. Zwart heeft minieme compensatie, maar wat de witspeler overkomt is wel heel basaal:
Het staat intussen gelijk, maar wit denkt pion f5 te kunnen ophalen: 26 Ph4??, waarna Bart er als de kippen bij was de winnende zet 26 .. Dxh4! uit te voeren. Na 27 Pg3? (Na 27 Dxh4 Tg2+ 28 Kh1 Txe2+ 29 Kg1 Tg8+ 30 Dg4 Txg4+ 31 hg4 Txa2 blijft zwart een stuk voor) 27 .. Tag8 gaf wit op.
Vervolgens werd het tijd voor enkele remises. Jan Seeleman moest het opnemen tegen De Venneps hoogst geratete aanwezige AndrƩ Duijvesteijn. Jan speelde een goede (Konings Indische) partij. De KID is Jans grote liefde en hij heeft die liefde altijd behouden. Dat was ooit bij mij ook het geval, maar vooral de witte aanpak met fianchetto van de koningsloper (g3+Lg2) heeft mij weinig vreugde gebracht. Maar Jan heeft nergens last van.
Na wits 14e zet ontstaat deze stelling:
Jan heeft wits damevleugel mooi geblokkeerd en mooie velden op b4 en c5 veroverd. Ik meldde Jan nog dat hij toch prima met zijn paard naar c5 kon. Nou nee, zei Jan, dan gaat mijn pionnenstelling naar de gallemiezen na 14 .. Pc5 15 Pxc6 bc6 16 Lxc5?! dc5 17 Dc2 Dd4:
Zwart staat prachtig natuurlijk en de ‘Ierse’ triplepion beheerst veel belangrijke velden. Maar het is te begrijpen dat Jan dat niet aandurfde en 14 .. Pe5?! (zie eerste diagram) speelde waarna wit enig voordeel heeft in plaats van zwart.
Zo’n tien zetten later beging Jan weer een (kleine) fout, waarmede hij zijn voordeel verspeelde:
Jans spel wordt gekenmerkt door het enkele keren niet benutten van veld g4 (reden waarom wit veelal h3 speelt in deze opening). Hier had onze man met 24 .. Pg4 25 Kh3 h5! een prettige stelling voor zwart kunnen bereiken. Maar helaas speelde hij 24 .. Tfd8? 25 Pxb7 en nu gaf Jan zijn zo mooi opgebouwde voordeel helemaal weg met het moeilijk te begrijpen 25 .. Txd5?? en het is ineens helemaal uit, want wits pionnenwrak is zomaar een moderne tanker geworden. Met 25 .. Txb7 staat het nog steeds gelijk.
Ook wit speelde niet helemaal foutloos. Hij nam na het slaan van b7 niet de c-pion, maar de minder belangrijke a-pion mee.
Wit ging akkoord met zetherhaling via 28 Td1 Pb2 29 Tc1 Pd3. Maar ik vrees dat wit het zwart nog wel heel lastig had kunnen maken met 28 Pa2! Pxc1 29 Pxc1. Nu blijkt hoe nadelig het slaan op d5 was voor zwart: in plaats van een dubbele e-pion is er een gezonde structuur ontstaan.
De volgende remise, van Harrie van der Peet, bezorgde ons in elk geval al Ć©Ć©n wedstrijdpunt (stand 3-1), maar dat was wel een teleurstelling, want Harrie stond huizenhoog gewonnen na een standaardblunder door een tussenschaakje:
Harrie heeft net een paard op d5 geslagen en na 15 .. ed5 heeft wit een klein voordeeltje, maar de remisetendens is groot wegens de symmetrische pionnenstelling. Maar de zwartspeler lette even niet op en sloeg met 15 .. Lxd2? een flater, want wit heeft dan 16 Pe7+ en wint na 16 .. Kc7 17 Txd2 Tde8
Vraagje aan de lezer(s): wat doet wit nu? Pxg6, Pxc6 of d5? Harrie slaat op g6, wat ik ook in gedachten had, maar de machines tonen aan dat slaan op c6 heel wat sterker is. Niet dat wit in beide gevallen niet gewonnen staat, maar wel dat een verzwakte koningsstelling (op de damevleugel) veel erger is voor zwart dan een verzwakking van de koningsvleugel, maar ook een half open f-lijn voor zwart. Na 18 Pxc6 bc6 ziet zwarts koningspositie er slecht uit, zeker omdat Lg2 een kanjer is geworden, zeker als je dat vergelijkt met de stelling die Harrie krijgt.
Evengoed blijft wit gewonnen staan en enkele zetten later had de beslissende klap uitgedeeld kunnen worden:
Les 2 van stap 3 is bekend: let altijd op ongedekte stukken/pionnen, zowel bij jezelf als bij je tegenstander. Te7 en pion a7 zijn beide ongedekt en wit heeft een zet die beide aanvalt: 24 Da3!, waarna zwart het wel voor gezien had kunnen houden. Harrie speelde 24 De3, staat nog steeds gewonnen, maar bracht het volle punt uiteindelijk niet binnen:
Het enorme witte voordeel is aanzienlijk geslonken, maar nog steeds de moeite waard als wit maar de damevleugelpionnen onder vuur neemt: 37 Ta4 Kxd5 38 Txa7 en zwart heeft nog een zware pijp te roken. Maar Harrie speelde 37 Td2? en na 37 .. Pf4 38 Kc1 werd er tot remise besloten. Zwart staat volgens de machines zelfs nog een tikkie beter wegens zijn actieve stelling en wits magere loper.
Met de stand 3-1 hoefden we niet te vrezen dat we niet gingen winnen. Enno stond gewonnen en Ben (speelde tegen Ben) stond gelijk, maar wel erg onoverzichtelijk, zoals Ben betaamt. Onze Ben werd ten onrechte actief in het centrum met d4, wat zwart een prettig speelbare stelling gaf. Ik licht er enkele momenten uit:
Er zat een bekende grap in de stelling, maar die zag Ben niet, zijn voordeel slaat om in een verloren stelling na 22 Pxh6! Kf8 23 Lc4 Pe5?!
Er zit een heroĆÆsche aanval in de stelling die voor gewone N2-stervelingen buiten hun gezichtsveld valt: 24 Txf6!. De clou is dat zwart een belangrijke verdediger kwijtraakt, terwijl wits aanvalsstukken op sterkte blijven. Maar het is niet gemakkelijk te zien hoe het verder moet, Txf6 is een kwaliteitsoffer op de wat langere termijn en met vijf stukken tegen de zwarte koning gericht is het niet verwonderlijk dat er iets in zit voor wit. Bovendien staat zwarts dame heel ongelukkig op c8, afgesloten van de verdediging van haar gemaal.
De machine geeft 24 Txf6 gf6 25 Df2! dit zijn de moeilijkste zetten, rustig de boel versterken , maar elke zet moet je berekenen hoe het verder moet, bijvoorbeeld 25 .. Dd8 26 Dg3 (nog een rustige, tevens een stukoffer) .. Pxc4 27 Pdf5 Lxf5 28 Dg8+ Ke7 29 Dxf7 mat.
Ben speelde 22 Le2 waarna gewonnen overgaat in heel veel beter. De tijdsdruk ging zwaar meespelen. Omdat Enno intussen zijn puntje gemaakt had, was Ben in nog steeds iets betere stelling blij dat hij een halfje kon bijschrijven. Onze Ben had nog 1 minuut, de Vennepse Ben nog 4 minuten. Ook een compliment voor Ben van Heerden om zijn stugge verdediging. Dat lukt niet iedereen.
4,5-1,5 wat een weelde. En vergelijk het eens met hoe het vorig jaar ging. Toen hadden we na drie ronden nul matchpunten en nu staan we bovenaan:
1. HWP N2 3 gespeeld 5 matchpunten
2. Hoofdorp N1 2 gespeeld 4 mp
3. Het Spaarne N1 2 gespeeld 4 mp
Hoofddorp en Het Spaarne spelen nog tegen elkaar (14 november), dus staan we in elk geval tweede na drie ronden.
Gedetailleerde uitslagen:
Brd | De Vennep N1 (1900) | 1,5-4,5 | HWP Haarlem N2 (1918)* |
1 | Harrald Hoegen Dijkhof (1868) | 0-1 | Enno Noordhoff (2027) |
2 | AndrƩ Duijvesteijn (2031) | 1/2-1/2 | Jan Seeleman (1933) |
3 | Ben van Heerden (1893) | 1/2-1/2 | Ben de Jong (1935) |
4 | Richard Copier (1892) | 0-1 | Sjoerd van Raaij (1876) |
5 | Fedde van der Brugge (1890) | 1/2-1/2 | Harrie van de Peet (1872) |
6 | Arie Menuma (1830) | 0-1 | Bart de Valk (1864) |
* Dit zijn de ratings die gelden op het moment van spelen, dus per 1 november 2024.
Geef een reactie