Omdat Sylvain zijn taak als teamleider niet kon vervullen en ik als eerste met mijn partij klaar was, stelde Adrie voor dat ik deze taak maar op mij moest nemen. Hij kreeg direct bijval van Berend, die zei dat hij het er helemaal mee eens was. Kon ik gelijk ook nog even een verslagje schrijven. En als twee leden die zoveel voor de club doen dit aan mij vragen was dit āAn offer I couldnāt refuseā.Ā Zo begon ik met mijn wandeling langs de borden en hier zijn mijn bevindingen.
Omdat Lex vorige keer op bord 1 had gespeeld en het goed had gedaan kreeg hij ook deze keer weer de eer. Coach Sylvain was niet van plan een winning team te veranderen. In een eindspel met lichte stukken stond hij ongeveer gelijk en het werd uiteindelijk ook remise. Ik denk dat hij met deze score wel vastgenageld zit aan deze plek. Hij heeft deze basisplaats wel verdiend. Lex is de Wout Weghorst van dit team, een invaller die scoort. Scoren is blijven zitten!
Opmerkelijk is de wijziging in de opening van Mink. In plaats van met een agressieve openingszet zoals e4 de tegenstander direct naar de strot te vliegen, zoals men kan verwachten bij een jongeling, opende hij met een Catalaan. M.i. meer een keuze die je van een ouderling zou verwachten.Ā Met deze opening probeer je de tegenstander langzaam te wurgen op de damevleugel. Best wel een agressieve sport dat schaken!
Mink stond ietsjes minder in het eindspel, maar zeker genoeg om remise te houden. Weer een prima resultaat van Mink die steeds moeilijker te kloppen is en zich ontpopt tot een positionele speler?
Berend speelde een soort Stonewall attack met zwart. Vorig jaar was hij teamleider en had hij ons meerdere keren erop gewezen dat als jouw tegenstander een remise aanbood je dit eerst moest overleggen met de teamleider. Daar hield niet iedereen zich aan, tot ergernis van Berend. Getrouw aan zijn eigen opvatting kwam hij bij een stand van 3 ā 1, netjes naar mij toe om te vragen of hij de aangeboden remise kon accepteren. Wat mij betrof mocht hij gewoon doorspelen omdat ik hem de partij niet zag verliezen en de partij van Adrie schatte ik op remise. Vrij safe voor ons dus. Maar Berend wilde toch de risicomarge zo klein mogelijk houden en was bereid om een massa aan Elo-punten in te leveren om de winst veilig te stellen. En wie ben ik dan om zoān altruĆÆstisch bod de nek om te draaien. Wel lekker zoān tweede overwinning, met dank aan teamspeler Berend.
Toen ik bij Frank ging kijken, had hij (met wit) de volgende stelling op het bord.
Ik had er wel vertrouwen in dat hij dit ging winnen, aldus geschiedde. In de analyse bleek er nog een gelukje voor Frank in te zitten, maar bovenstaande stelling is al uit esthetisch oogpunt een vol punt waard.
In mijn eigen partij had ik met wit naar deze stelling toegewerkt om Lg5 te kunnen spelen.
Maar in een flits dacht ik dat het niet kon vanwege 13. Lg5 Lxf2+ 14. Kxf2 Pg4+ en de loper hangt. Totaal overzien dat ik gewoon 14. Txf2 kan spelen.
Was het vermoeidheid? Ouderdom? Alcohol drink ik al sowieso niet. Gelukkig blunderde mijn tegenstander snel hierna een stuk en was het game over. Niet echt een partij om trots op te zijn.
Maar het meest wonderlijke van de avond was de partij de Adrie speelde. Ik begreep soms helemaal niets van zijn zetten. Hij bezorgde mij ettelijke zweetmomentjes.
Het eerste zweetmomentje was de zet 21. .. Pf6-e4, zwart is direct zijn voordeel kwijt. Want er volgde 22 Pxe4 dxe4 23 Tc3.
Het tweede zweetmomentje:
In deze stelling speelde hij Ph4. Waarom niet het simpele Pe7 en dan naar Pd5? Met Ph4 staat het paard ook nog eens op de rand. Adrie tart hiermee de regel āpaard aan de rand is een schandā. Wel origineel en moedig, maar ook goed? Ik begreep het achterliggende plan van Ph4 niet.Ā

In deze stelling kreeg ik het ook nog eventjes benauwd. Maar dit blijkt al een gelijke stelling te zijn, hetgeen Adrie keurig uitspeelde en de remise was binnen.
Ik ervoer deze partij als een kijkje in de āwondere schaakwereldā van Adrie. Wat mij tevens opviel was de lichaamshouding van Adrie. In het begin van een partij loopt hij vaak goed gehumeurd in het rond, niet vastgeplakt aan zijn stoel. Maar toen het in het eindspel er echt om ging met cruciale zetten, bleef hij onbewogen in een houding zitten, een beetje voorovergebogen op het puntje van zijn stoel. Het deed mij aan dit kunstwerk denken.
HWP Haarlem N3 | 1823 | 4-2 | Castricum N2 | 1738 | |
1 | Lex van Aalderen | 1836 | 1/2-1/2 | Gerard Kuijs | 1859 |
2 | Mink Muskens | 1832 | 1/2-1/2 | Wim Pool | 1772 |
3 | Adrie Pancras | 1838 | 1/2-1/2 | Egbert Kooiman | 1762 |
4 | Frank Beverdam | 1831 | 1-0 | Eric van Benschop | 1705 |
5 | Berend van Maassen | 1824 | 1/2-1/2 | Nico Kemp | 1699 |
6 | Kir Teo | 1777 | 1-0 | Pieter Dijker | 1632 |