Het is en blijft altijd even spannend wanneer een uitwedstrijd gespeeld moet worden en de teamleden verspreid naar de speellocatie afreizen. Zo ook afgelopen zaterdag.
De vier leden Sjoerd-Pieter Jan-Bart en Berend gingen op eigen gelegenheid en de overige vier, Jan-Roel-Wim en Allard, gezamenlijk vanaf station Haarlem. Berend had intussen een belletje van Adrie ontvangen dat Adrie zijn opwachting moest maken bij het vierde, en of Berend de rol van teamleider op zich wilde nemen. Vervolgens een telefoontje van Roel aan Berend dat Jan Seeleman niet in Haarlem was gesignaleerd. Bellen naar Adrie, Adrie belt huize Seeleman, āhij moet onderweg zijnā, Adrie belt Berend, Berend belt Roel dat het goed moeten komen. Jan is in zicht en Berend belt Adrie die vervolgens huize Seeleman belt dat hij is gearriveerd.
We dalen als team af in de krochten van CafƩ 2 Klaveren alwaar onze tegenstander Zwart op Wit op ons wacht. Gezien de resultaten van onze tegenstander in de afgelopen drie wedstrijden en hun bijbehorende Elo, zou deze wedstrijd ons niet al te veel problemen moeten opleveren. Hoe anders zou het lopen.
Op bijna alle borden kwamen prettige stellingen tevoorschijn, alleen Allard had aan bord 5 het lastig in de opening. Zijn koning op f1 met weinig veiligheid eromheen.
Berend in volle concentratie aan bord 8 werd na ruim twee uur spelen op zijn schouders getikt door Jan Seeleman, en Jan vertelde hem dat hij had gewonnen. Allard was als tweede klaar met zijn partij. Hij kon zijn slechte stelling niet meer redden en moest capituleren.
Wim Mol aan bord 7 kreeg een Hollandse verdediging tegen zich. Het leverde Wim niet het gewenste resultaat op, sterker nog uiteindelijk stond Wim een volle toren achter. Gelukkig was er nog de mogelijkheid van eeuwig schaak en Wim maakte hier dankbaar gebruik van.
Sjoerd was als vierde gereed met zijn wilde partij. Met paarden die het hele bord overvlogen en een latere winst van een kwaliteit deed dit zijn tegenstander het nutteloze van zijn zetten inzien. Dat gaf HWP weer enig hoop en lucht. Tussenstand 1Ā½-2Ā½
Bart Stam, die de voorkeur aan het schaken had gegeven boven het herstellen van enige lekkage aan zijn Cv-ketel, vond dat hij de gehele partij beter heeft gestaan, maar een partij met gelijk gekleurde lopers viel ditmaal niet te winnen. Remise was hier het resultaat.
De tussenstand bedroeg nu 2-3 met nog drie partijen te gaan. Berend had het zichzelf behoorlijk moeilijk gemaakt en moest alle zeilen bijzetten om het ophanden zijnde verlies af te wenden. Dat zag er dus niet goed uit zeker toen Pieter Jan zijn meerder moest erkennen in zijn tegenstander. Al vroeg in de partij had zijn opponent een dame geposteerd op d3. Deze dame werd later vervangen door een toren en deze op zijn/haar beurt door een pion.Dit bleek uiteindelijk teveel te zijn voor Pieter-Jan zijn stelling. Tussenstand 3-3
De veertig zetten met bijbehorende tijdcontrole naderde en Berend had iets aan zijn stelling kunnen verbeteren. Dit kwam mede door zijn tegenstander die in tijdnood stukwinst over het hoofd zag. Met nog drie zetten te gaan en slechts 2Ā½ minuut op de klok werd Berend, out of the blue, een remiseaanbod gedaan. Haastig overleg met Pieter-Jan leerde dat de Zwart op Wit-speler met dit aanbod de wedstrijd weggaf. Immers Roel Faber aan bord 2 had ondertussen een gewonnen stelling bereikt. Dat het aannemen van het remiseaanbod door Berend hem 10 Elo-punten zou kosten moest hij maar op de koop toenemen. Teambelang gaat in een dergelijk geval altijd voor. Tussenstand 3Ā½-3Ā½
Alle ogen waren nu gericht op Roel. Hij moest, net als in de wedstrijd tegen EsPion, het winnende punt binnenhalen. Hij vertelt zelf hoe zijn partij verliep:
De hulpverslaggever neemt u mee vanaf de 29e zet van wit: 29. Txe6. Na accuraat openingsspel, gevolgd door een paar positionele foutjes van de tegenstander, heeft Roel een extra pion op het bord staan. Die pion heeft bovendien de potentie om ongehinderd door een witte evenknie naar de overkant te wandelen. Daarnaast heeft de tegenstander voor het bereiken van deze stelling al ongeveer 100 minuten verbruikt, wat bij het KNSB-speeltempo inhoudt dat hij nog luttele minuten op de klok heeft om nog 11 zetten te doen. Roel heeft beduidend minder tijd nodig gehad, en kan dus wel de tijd nemen om rustig over de komende zetten na te denken. Gezien de stand op het bord en op de klok moet hier een vol punt gaan volgen, wat gezien de stand op de andere borden ook wel nodig lijkt om een blamage en mogelijk duur verlies van matchpunten te voorkomen.
Terug naar de stelling: het grote afruilen op e6 heeft zojuist plaatsgevonden, en de vraag is nu hoe terug te slaan op e6: met de toren is actiever en behoudt met de pion op f7 ook veld g6 onder controle, met de pion slaan is structureel beter en opent de eigen 7e rij voor eventueel benodigde verdedigende acties. Geheel in lijn met het verleden, waarin betere stellingen vaker verzandden in remise dan in winst, maakt Roel hier de verkeerde keuze: 29 .. fxe6?, om na 30. Dd3 consequent te antwoorden met 30 .. e5, wat ook niet de beste voortzetting was. Nu volgt namelijk 31 Dg6 De7, en na 32 Th4 komt de harde realisatie dat het vooraf geplande Df7 de partij en de match nog zou verliezen ook door Th8+.
Dat is een koude douche en de opkomende gevoelens van zelfwalging moeten worden bedwongen om zodoende te pogen nu wel de beste zetten te gaan spelen. De dame en toren staan beide onhandig de ontsnappingsroute van de koning te blokkeren, en daar moet zo snel mogelijk verandering in komen. Er volgt dus 32 .. Td8 33. Th7 Dc7, met als voornaamste idee te ontsnappen naar remise met een eeuwig schaak-constructie via Dc1 en Df4. Inmiddels geeft ook de computer bij benadering 0.0 voor deze stelling, maar wit ziet spoken of wil inmiddels meer en vervolgt 34. Kh2 Td7.
Nu kan wit meteen remise maken met 35. De8+ door een bekend eeuwig-schaakpatroon via de velden e8 en h5. De kans wordt echter gemist, waarschijnlijk mede door het feit dat de witspeler nu puur op increment speelt. Na 35. Dh5 Kf8 36. Th8+? Ke7 37. Dg6 Kd6 ziet de wereld er opeens heel anders uit: de koning is ontsnapt en die d-pion gaat zijn beste Femke Bol-impressie doen door zo hard mogelijk naar de overkant te sprinten, liefst zelfs zonder horden.
Dat lukt die pion nog best aardig, want na het gespeelde 38. De8 d3 39. Dg6 d2 40. Dd3+ Ke7 krijgt de witspeler wel een halfuur extra bedenktijd, maar helpt niks meer tegen de dreiging d1=D. Dat besef moet nog even indalen, maar nadat de al gereed staande extra dame ook op het bord is gezet en alle schaakjes uit de stelling zijn gehaald kan het punt eindelijk worden bijgeschreven.
Een ākrankzinnige partijā zoals Roel het formuleerde. Met wederzijdse kansen op zowel winst als remise door eeuwig schaak. Maar beiden wilde mĆ©Ć©r en het was uiteindelijk Roel die aan het langste eind trok. Dit ging wel gepaard met het uitvallen van de stroom waardoor de spelers en het aanwezige publiek in het donker zaten.
Verwarring alom, de zaklantaarn op het mobieltje biedt dan uitkomst. Na enige tijd konden allen het licht weer aanschouwen om als laatste actie een handtekening te zetten onder het wedstrijdformulier. Een zwaar bevochten overwinning. Op 3 februari 2024 wacht de nummer twee van onze groep en dan zal uitgemaakt worden wie zich kampioen mag noemen. Voor nu fijne feestdagen.
Persoonlijke uitslagen:
1 Jim van der Valk Bouman 1737 – Jan Seeleman 1883 0-1
2 Joppe Bolderman 1706 – Roel Faber 1775 0-1
3 Egecan Cesur 1746 – Piet Jan Morssink 1922 1-0
4 Titus Scholten 1616 – Sjoerd van Raaij 1827 0-1
5 Sam Kamphof 1675 – Allard Ligteringen 1840 1-0
6 Paul Cartanya 1711 – Bart Stam 1809 Ā½-Ā½
7 Maurice Buzink 1524 – Wim Mol 1893 Ā½-Ā½
8 Robbert Visscher 1361 – Berend van Maassen 1773 Ā½-Ā½
Geef een reactie