Dat gebeurde op bezoek bij Philidor Leiden II, dat indruk had gemaakt door de eerste vier wedstrijden met dikke cijfers te winnen. Het is een mooi evenwichtig team, met ervaring gepaard aan talentvolle jeugd. Net als al die andere KNSB-teams die Philidor ophoest, zoals ook ons zesde mocht ervaren.
Maar ons tweede mag er ook wezen! En op papier waren we net iets sterker. Dat werd ruim uitbetaald, toen een paar (heel) slechte stellingen werden gered en de rest professioneel de taakstelling voor dit seizoen uitvoerde. Er was slechts Ć©Ć©n smetje. Jeroen verongelukte in de opening en speelde een zeldzame miniatuur.
Enno zag het gebeuren en nam in evenveel zetten als in Jeroens partij meteen tegenmaatregelen.
Zo stond het na 15.Dd5 en zwart tekende voor overgave. Weggepend.
Rob verongelukte, met wit nog wel, ook in de opening, maar naar eigen zeggen is-ie dat gewend, en weet zich er meestal wel uit te redden. Nu ook weer, en het hielp dat de conversie verre van eenvoudig was. Een remiseachtig toreneindspel kwam op het bord, waarin zwart passief ging verdedigen (bijna altijd fout) en vlot werd weggespeeld. Rob won materiaal, maar liet zwart zijn enige troef uitspelen: een verre vrijpion met koninklijke ondersteuning. Het werd nog erger toen Rob 64.Ta1?? speelde (toren naar de achterste rij was eenvoudig remise), waarna zwart met 64ā¦Ke3 pardoes gewonnen stond. Wit ging nog voor zijn beste kans: 65.Kf1 en toen stond het zo:
Zwart heeft nu slechts Ć©Ć©n winnende zet, en wat nu volgt is meer een illustratie van hoe duizelingwekkend complex dit eindspel is dan iets anders. Winnend is 65ā¦Tf2+ 66.Kg1 d2 67.Ta3+ Ke2 68.Ta2 Kf3 69.Ta3+ Kg4!!
Wie verzint zo iets na vijf uur spelen in een leeg gespeelde speelzaal? Na 70.Td3 wint Te2 en na 70.Kxf2 haalt zwart een dame, en na de crash course vestingen van Loek zou je mogen deduceren dat dit er geen is.
Zwart speelde vanuit de partijdiagramstelling 65..Kf3 en liet de winst dus lopen. Maar een vraagteken is toch wel misplaatst, want wit kan maar op Ć©Ć©n manier remise maken, namelijk met 66.f5! Ā De truc is dat het standaard winstplan 66ā¦Th2 67.Kg1 Te2 68.f6 d2? 69.f7 niet meer werkt. Wit wint hier zelfs nog en zwart kan dus beter eeuwig schaak houden. Het zal niemand verbazen dat wit dit niet vond, en 66.Td1? speelde. Nu kan zwart weer winnen met 66ā¦d2 (ook niet helemaal triviaal, de hoofdvariant is het plan Tc2 en Tc1), maar hij deed wat iedereen in tijdnood zou doen: 66ā¦Kxg3? en na 67.Txd3+ was het dan eindelijk echt remise. Een mooie uitslag.
Max werd ook door de mangel gehaald, door de veertienjarige topscorer (4 uit 4) van Philidor II. Na de opening was er niet veel aan de hand, behalve dan dat de jongeman een rapidpartij speelde en Max graag de tijd neemt voor zijn meer reflectieve stijl. Positioneel ging het van kwaad tot erger, maar opmerkelijk genoeg bleef de allesbeslissende klap uit. Na zoān zestig zetten spelen, Max had nog vijf minuten en zijn tegenstander meer dan een uur, haalden wij het vierde punt binnen. De jongeling keek wat rond op de drie andere borden, zag dat daar niets te halen viel, keerde mistroostig ogend terug naar het bord, besloot zelf voor teamleider te spelen, gaf nog een laatste schaakje en stak zijn hand uit. Dat leek op een remiseaanbod en was het ook. Schaaktechnisch zit het wel goed, nu nog wat mentale hardheid. Die komt wel met de jaren, zo weet Max. Hij zal hier nog wel eens aan terugdenken, als straks aan het eind van het seizoen zijn 8Ā½ uit 9 net niet genoeg blijkt om topscorer van de KNSB te worden.
Door sterk praktisch schaak werden drie belangrijke punten binnengehaald, met nog een degelijke remise erbij. Peter wist niet veel te bereiken tegen zijn ervaren en sterke tegenstander en remiseerde zonder ooit minder te hebben gestaan. Hubrecht sprokkelde wat pionnen toen hij de kans kreeg en wikkelde bekwaam af, in zijn honderdste KNSB-partij voor HWP. De winst van Gijs had wat meer omhanden. Zijn openingsspel en -keuze was voorbeeldig, en in het middenspel demonstreerde hij een fase met mooi actief spel, dat een stuk opleverde, tegen wel wat pionnen.
Cruciaal is het nu om eerst Lf5 te spelen (dreigt Lc2), en daarna h5 om de koningsvleugel in te dammen. Daarna kunnen eventueel de torens worden geruild. Gijs dacht dit te kunnen omdraaien, en speelde 34ā¦Kf7?! om na 35.g4! Te8 36.Txe8 Kxe8 inderdaad de torens te ruilen. Wit deed nog even 37.Kg2, ging een watertje halen als input voor een lange zit in het eindspel, en kon bij terugkomst meteen opgeven, want hij zag 37ā¦La6 op het bord. Wit gaat op c4 slaan en de b-pion loopt door.
Had hij 37.Kf1 gespeeld, dan had de koning het kwadrant binnen kunnen stappen en was dit geintje niet opgegaan.
Indra schuwt het nemen van risicoās niet en als je daarmee wat druk kunt zetten, dan levert dit vaak genoeg een punt op.
Indra speelde hier 31.Pd7?! Hij had wel beter, de computer ontketent een aanval met 31.f5 met als voornaamste pointe dat na 31ā¦Lxc6 32.fxe6 fxe6 33.La2! zwart een bijkans onverdedigbare stelling overhoudt. Ook de druk opvoeren met 31.Td6 was beter geweest. Maar zwart durfde het paard niet te slaan om zo af te wikkelen naar een gelijke stand en speelde het veilige 31ā¦Ph5. Na 32.Pb6! Tb8 33.Pxa8 Txa8 34.e5 bleef de vrijpion in leven en had wit een prettige plus die snel werd geconverteerd.
Het tweede heeft weer een belangrijke hobbel genomen. Na vier wedstrijden heeft het nu respectievelijk 7, 6Ā½, 6 en 5Ā½ bordpunten gescoord. Je zou hier een trend in kunnen bespeuren en concluderen dat we de laatste, misschien wel beslissende, wedstrijd gaan verliezen. Maar Bestuur, vreest niet! We gaan dit ombuigen!
Gedetailleerde uitslagen
Philidor Leiden K2 (2045) | 2.5 – 5.5 | HWP Haarlem K2 (2064) | |
---|---|---|---|
1 | Artur Margaryan (2119) | 0-1 | CM Indra Polak (2224) |
2 | Maxim Teianu (2061) | Ā½-Ā½ | Max Merbis (2119) |
3 | Erik van de Plassche (2052) | Ā½-Ā½ | Rob Mulder (2021) |
4 | Lambertus van der Marel (2107) | 0-1 | Gijs IJzermans (2104) |
5 | Jan-Aart van der Steen (2039) | Ā½-Ā½ | Peter Beerens (2039) |
6 | Onno Verbaken (2136) | 1-0 | Jeroen Schoonackers (2003) |
7 | Tjeerd de Leede (1881) | 0-1 | Enno Noordhoff (2027) |
8 | Jonathan Vijver (1914) | 0-1 | Hubrecht van den Brekel (1971) |
Geef een reactie