In de schaduw van de zinderende ontwikkelingen van grote broer K1 deed het tweede stilletjes wat het moest doen, winnen van KC4 en de koppositie consolideren.
Bij KC als tegenstander weet je het maar nooit: trekken ze opeens een blik talentvolle jeugdspelers open, dan is het zomaar spannend. Ze kwamen er met twee, die prompt allebei wonnen, en niet van de minsten. Kopman Indra had nog geen halfje afgestaan maar kwam er niet aan te pas tegen Sven Winter (14 jaar). Solide kracht Peter (ongeslagen met 5 uit 6) verloor even hard van Michiel Terwee (vooruit, begin twintig), en ook nog eens in zijn favoriete lijfopening.
Maxā tegenstander was 20 jaar geleden jeugdlid, zelfs een paar jaar lid van HWP, en had toen al twee keer van Max in de interne gewonnen, ondanks een groot ratingverschil. Nu, in 2025, was dat ratingverschil ongeveer gehalveerd, Max was een gewaarschuwd man en speelde met wit de opening duidelijk beter. Natuurlijk werd, zoals gebruikelijk, wel ergens een kansje geoffreerd op sterk tegenspel
Max heeft zojuist op h6 geslagen, niet alleen om een pionnetje mee te pakken (dat verstoort vaak de coƶrdinatie van de eigen stukken), maar ook met het oog op een eventuele mataanval langs de h-lijn. Beide spelers hadden hier 21ā¦Pf7! gemist, met als idee 22.Le3 f4 23.Df2 Kg7 24.Tf1 g5 en zwart is zeker niet minder. Natuurlijk had ook 21.exf5!? Pxh6 22.fxg6+ gekund, met een kansrijk maar riskant stukoffer. Zwart vond wel een interessant alternatief: 21ā¦f4 22.Lxf4 Pxc4! 23.Lxe5 Pxe5 23.Tf1 en het paard staat daar mooi.
Als zwart nu gewoon 23ā¦Ld7 speelt, gevolgd door Taf8, dan is het nog een hele partij, maar hij speelde 23ā¦Db6?! (dreigt stukwinst) en na 24.a5 kwam, in plaats van een terugtocht, 24ā¦Db4? Na het eenvoudige 25.Ta4 was de dame in een wespennest beland, kwam daar niet meer uit en wit won uiteindelijk makkelijk met een mataanval ingeleid door Dg5.
Aan de topborden ging het trouwens helemaal niet zo makkelijk. Pieter bereikte hoegenaamd niks uit de opening, tot zet 20.
Hij heeft zojuist 20.Txf4 gespeeld, en nu moet zwart bepalen waar in het centrum hij zijn stukken gaat neerzetten, met andere woorden laten zien dat hij een beetje kan schaken. Dat bleek vandaag in ieder geval niet, anders had hij wel Le5 gevolgd door Pf6 gespeeld. In plaats daarvan kwam 20ā¦Te6 en na 21.Pd5 is wit een fractie beter. Na het onhandige 21ā¦Pb6?! (betere keuzes zijn Pe5, Pf6 of b5), is het meer dan een fractie na 22.Lxg7
Nu verwacht iedereen natuurlijk 22ā¦Kxg7 23.Db2+ Kg8 24.e4! met een mooie drukstelling, want slaan op e4 laat Pf6+ toe en dat is zo ongeveer opgeven. Dat gebeurde niet. Zwart speelde 22ā¦Pxd5?? 23.cxd5 Dxd5 24.Lxh6 en kan nu al opgeven, wat hij zes zetten later inderdaad deed.
Ook Gijs had het lastig, niet alleen in de opening maar ook in het middenspel, en pressen in het eindspel leverde ook niet veel op. Er moet wel gezegd worden dat de probleempjes halverwege de partij, met een beetje hulp, keurig werden opgelost.
Het moest dus van de staartborden komen en die leverden ook. Jeroen stond de hele partij, in wisselende volgorde, een, twee of drie beetjes beter, en omdat de structuur niet wezenlijk veranderde maakte dat ook niet zoveel uit.
Zwart heeft zojuist 35ā¦Kf8 gespeeld en worstelt met het eeuwige probleem waar in de beperkte ruimte zijn stukken nog wat zeggingskracht kunnen ontplooien. Wit daarentegen moet zijn manoeuvreerruimte gebruiken om dat te ontregelen en dat lukte prima na de volgende switch van de lichte stukken. 36.Le1 Pf7 37.Kd3 Ph6 38.Pe3 Pf7 39.Lc3 Pd8 40.Te4 Pf7 41.Pg4 Td8? Zwart vindt het goede zet meer en het is tijd te incasseren
42.Lxg7+ Kxg7 43.Txe7 Tb8 44.Ph6 Tf8 45.Txf7+ Pxf7 46.Pxf7 Kxf7
en het pionneneindspel is kansloos voor zwart.
Zowel Hubrecht als Rob speelden een goede partij en wonnen beiden, ook al had Rob wel een seniorenmomentje. Zijn tegenstander is al behoorlijk zoek gespeeld, maar slaagt er toch nog in wat verwarring te zaaien. Rob heeft net op b2 geslagen (is hier gewoon goed), met 24ā¦Lxb2, en kijkt verrast op toen zijn tegenstander in tijdnood gewoon de toren laat instaan en 25.La2-b1 produceerde.
Opmerkelijk genoeg heeft zwart legio goede loperzetten (25ā¦Le6 is het beste, maar slaan op b1 mag ook) en koos hij de slechtste: 25ā¦Lxh3. Dit is wel erg maximalistisch. Blijkbaar even verrast speelde wit niet 26.gxh3 Lxa1 27.Lf5 gevolgd door 28.Txa1 en zwart moet nog nauwkeurig spelen om dit remise te houden, maar 26.Ta2? Nu speelt Rob wel gauw 26ā¦Le6 en won een paar zetten later.
Zo staat er uiteindelijk toch een ruime overwinning in de boeken, maar wel weer met twee nullen in deze ronde, net als in de vorige. Dat is dan weer beter dan de drie nullen uit ronde 6, maar misschien niet goed genoeg voor ronde negen, tegen het lang niet zwakke Voorschoten 2. Alleen winst telt, de opdracht is duidelijk.
Gedetailleerde uitslagen
| HWP Haarlem K2 (2074) | 5.5 – 2.5 | Kennemer Combinatie K4 (1928) | |
|---|---|---|---|
| 1 |  CM Indra Polak (2234) | 0-1 | Sven Winter (1990) |
| 2 | Pieter de Jager (2093) | 1-0 | Mikhail Alekseev (2003) |
| 3 | Gijs IJzermans (2128) | Ā½-Ā½ | Pieter Kroon (1990) |
| 4 |  Max Merbis (2087) | 1-0 | Tim Roosink (1972) |
| 5 |  Peter Beerens (2038) | 0-1 | Michiel Terwee (1943) |
| 6 | Jeroen Schoonackers (1997) | 1-0 | Pranav Agarwal (1904) |
| 7 | Rob Mulder (2023) | 1-0 | Jimmy dos Santos (1840) |
| 8 | Hubrecht van den Brekel (1992) | 1-0 | Lucas van Elderen (1779) |
