Het derde KNSB-team van onze club begon dit seizoen met weinig illusies. We waren op rating duidelijk het zwakste team in de poule en handhaving leek dus al een zware kluif.
Na twee duidelijke overwinningen stonden we echter bovenaan. Een forse nederlaag tegen Purmerend K2 bracht ons weer met de voeten op de grond, maar in de twee volgende wedstrijden haalden we drie matchpunten, zodat we nog steeds in de top meedraaiden. In ronde 7 volgde een zware nederlaag tegen Caissa 3, op papier het sterkste team in de poule, dat echter tot dan tegenvallend had gepresteerd, en we werden teruggeworpen in een peloton van liefst 8 teams, die elkaar in match- en bordpunten nauwelijks ontliepen.
In ronde 8,Ā in de schaduw van het spektakel van de kampioenswedstrijd van HWP 1, kwamen we uit tegen het enige team in de poule dat al hopeloos was achter geraakt en was gedegradeerd, Heerhugowaard. Zeker geen slecht team, met sterke kopborden, maar een wat zwakkere staart. Daar moesten dus de punten worden gescoord, terwijl we op de eerste borden de schade moesten beperken.
Jan Seeleman en Mink Muskens kweten zich uitstekend van hun taak. Mink was na een goed uur klaar. In de opening heeft zwart zojuist onvoorzichtig 6ā¦.dxc4 gespeeld en Mink greep met 7. Pf3-e5! meteen zijn kans.
Zwart dacht nu naĆÆef het probleem langs de lange diagonaal op te lossen met 7ā¦..Pa5?? (7ā¦.Pxe5 8. Lxb7 Tb8 9. Da4+ Pd7 10. Dxa7 is het enige wat nog een beetje gaat met zwart) en Mink maakt er meteen een eind aan: 8. Lxb7 Pxb7 9. Da4+ Ke7 (9. …c6 10. Dxc6+ looptĀ zelfs mat) 10. Pc6+ met damewinst. Zwart modderde nog wat door, maar dat was slechts masochisme.
Bij Jan ging het een stuk moeilijker, maar toen Jans aanval op de witte koning een stuk op had geleverd was de rest een kwestie van nauwkeurig uitspelen.
Helaas moest Jasper Wijnmalen een nul incasseren. Hij begon al snipverkouden en met een hoofd vol watten aan de partij en werd gedurende de middag steeds zieker. Hij probeerde het nog manmoedig, maar dat mocht niet baten. Opgeven en snel onder de wol. Beterschap, Jasper!
Bij Allard telde ik na een zet of twintig het punt al. Zijn stukken stonden prachtig en hij kon kiezen uit vele winstvarianten. Dat maakte het moeilijk en helaas koos hij voor een variant met een levensgroot gat. In Allards eigen woorden: āIk ging met een vreselijke blunder van +6 naar -2, maar ik wist met twee offers nog tegenkansen te krijgen. Mijn tegenstander was zo in verwarring dat hij maar remise aanbood.ā
Ben de Jong leverde een degelijke remise af. Hij had een huisvariantje voorbereid tegen de Aljechin van zijn tegenstander, maar die was niet onder de indruk en toen Ben zijn beste kans miste, kwam de man uit de Waard zelfs iets beter te staan. Ben hield zijn losse pionnetjes echter goed gedekt en ging na een zet of dertig in op een zetherhaling.
Een stuk minder degelijk was de remise op mijn bord. Na de opening kon ik al snel dames ruilen enĀ met iets minder ruimte, maar mooie velden voor mijn stukken kon ik voorzichtig op winst gaan spelen. Net toen mijn voordeel concreet werd, maakte ik een walgelijke taxatiefout: om een pionnetje te winnen ruilde ik torens en gaf de witte koning ruim baan naar mijn damevleugelpionnen. Mijn remise-aanbod sloeg wit (terecht) af, maar hij verzuimde optimaal te profiteren. Na wits 41ste zet bood hij op zijn beurt remise aan in deze stelling:
Ik haalde opgelucht adem, want ik vermoedde dat ik nog steeds verloren stond. De witte h-pion is lastig te stoppen na 41ā¦.Pxb2 42. Kxf6 Kg3 43. Kg5 (die had mijn tegenstander gemist, vertelde hij achteraf) en als ik de h-pion eerst ophaal met 41…Kg3 kan wit 41. b3 en 42. Kxf6 spelen om zich dan alsnog op mijn damevleugel te storten. Maar zou remise genoeg zijn om de wedstrijd te winnen?
Snel een blik op de andere borden. Michael op bord 3 stond slecht (hij bleek achteraf tot twee maal toe de winst gemist te hebben). Daan had een pluspion, maar zou hij er door komen?Ā En ook Jan speelde nog, maar dat zou zeker een punt opleveren. Onduidelijk dus. Zouden er voor mij nog winstkansen in zitten? Na wat gereken leek dat zeker een illusie, dus nam ik de remise aan.
De engines laten zien dat zwart de stelling kan houden na 41…Pxb2! 42. Kxf6 Kg3 43. Kg5 c4! 44. Lg6 Pd3 45. h5 Pf4 46. h6 Pxg6 47. Kxg6 c3.
Michael had intussen verloren, maar Daan sloeg keihard toe in deze stelling:
Zwart heeft zojuist 50. …Lc3-a5? gespeeld en dat geeft wit een kans de partij in Ć©Ć©n klap te beslissen met 51. Pxf6! Na 51…Kxf6 komt 52. e7 en na het gespeelde 51ā¦.Ta3+ 52. Kf2 Lc3 53. Pg8+ Kf8 54. e7+ Ke8 maakte wits āslechteā loper de klus af met 55. Lh5+.
Niet veel later haalde ook onze nestor Jan het punt binnen: 4Ā½-3Ā½ voor ons!
Daarna volgde de teleurstelling over de 5-5 van het eerste tegen Assen, en even later de uitzinnige vreugde toen die 5-5 toch winnend bleek. Onder het eten bij Bruxelles (meer dan 30 HWP’ers vierden daar het kampioenschap van het eerste!) druppelden ook de overige uitslagen in onze poule binnen en die bleken ongekend gunstig voor ons: koplopers Purmerend 2Ā en Het Spaarne hadden beide verloren, zodat het derde nu de tweede plaats bezet, 1Ā½ bordpunt achter Opening 64. Die moeten het in de laatste ronde op 10 mei opnemen tegen de reuzendoders van Caissa 3, terwijl wij onze plaatsgenoten van Het Spaarne treffen. Dat wordt spannend, maar kampioen worden kan nog steeds!
Gedetailleerde uitslagen
| HWP Haarlem K3 (1901) | 4.5 – 3.5 | Heerhugowaard K1 (1843) | |
|---|---|---|---|
| 1 |  Harry Lips (1957) | Ā½-Ā½ | Marijn Wester (2083) |
| 2 | Ben de Jong (1907) | Ā½-Ā½ | Johan Wester (1954) |
| 3 |  Michael Kubbenga (1875) | 0-1 | Kasper van der Meulen (1900) |
| 4 |  Daan Heus (1929) | 1-0 | Karel Keesman (1845) |
| 5 | Jasper Wijnmaalen (0) | 0-1 | Maarten de Haas (1849) |
| 6 | Allard Ligteringen (1912) | Ā½-Ā½ | Mats Bakker (1736) |
| 7 | Jan Seeleman (1903) | 1-0 | Roan Beliƫn (1680) |
| 8 | Mink Muskens (1827) | 1-0 | Jason van Briemen (1698) |
