De voortekenen waren al gunstig. Tegenstander Caïssa-Eenhoorn 5 was nog puntloos in groep 1B en een van de campingtafels bezweek dit keer tijdens het opzetten van de borden en stukken. Dat is een stuk minder bezwaarlijk dan tijdens de wedstrijd.
Allard Ligteringen mocht als beloning voor betoonde moed onder vijandelijk vuur zijn debuut aan het eerste bord maken. Dat had als bijkomend voordeel dat hij met de zwarte stukken mocht spelen, waaraan hij de laatste tijd al zo gewend is geraakt, en die hem dit seizoen als een schaduw lijken te volgen. Na ongeveer 25 zetten in een partij waarin werkelijk niets van enig belang gebeurde, accepteerde hij een remisevoorstel. ½-½ Daarmee was, zo bleek achteraf, de koek op voor de bezoekers. Bij een eerste blik op bord 2 bleek dat Hendrik Jan Gabriëls mat dreigde te geven. Vervolgens bleek hij ook nog aan zet te zijn. 1½-½ Enige ogenblikken later kon men teamcaptain René in ’t Veld, die zichzelf bescheiden als hij is een plek op bord 8 had toebedeeld, zien lopen met grote pullen bier. Hij bleek ook snel te hebben gewonnen. 2½-½ De volgende punten lieten wat langer op zich wachten. Op bord 6 was Willem Mook bezig om zich met grof geweld een weg naar de vijandelijke koning te banen. Pionnen op f5 en g6, Dame op h5 en Toren op g3, dat soort werk. Zijn tegenstander spartelde nog wel wat, maar werd uiteindelijk platgewalst. 3½-½ In de partij van Ben de Jong op bord 4 werd niet op een pion meer of minder gekeken. Ben had aanvankelijk een pion meer en een sterk centrum. Vervolgens raakte hij een van zijn mooie centrumpionnen kwijt door een matwending. Zijn tegenstander gaf er daarna weer een paar weg op om een onbelangrijk schaak te kunnen geven. In een stelling met een paar pluspionnen zette Ben vervolgens mooi mat met Dame en Paard. 4½-½ In de partij van invaller op bord 3 Marius Jaspers ging het niet om pionnen maar om stukken. Bij de eerste waarneming stond hij een stuk voor en had hij een pionvork op Dame en Loper. Even later dus twee stukken voor. Tegen een pion, dat dan weer wel. Zijn tegenstander beperkte zich in het vervolg tot het ruilen van stukken en zo onstond een eindspel van drie stukken tegen een toren. Marius sloeg dapper een remisevoorstel af en voerde de partij met vaste hand tot winst. 5½-½ De voordeeltjes van Cees Visser op bord 5 staken daarbij aanvankelijk wat schraal af. Slechts één pluspion, de enige open lijn stevig bezet met twee torens en een sterke loper tegen een kreupel paard. Geen wonder dat de winst wat langer op zich liet wachten. Uiteindelijk liep het materiële overwicht toch op tot drie pionnen in een totaal gewonnen toreneindspel. 6½-½ Als laatste was toen nog Frank Beverdam aan het werk. Hoewel hij het hele bord leek voor te staan, verklaarde hij later op geen enkel moment meer dan drie pionnen te hebben voorgestaan. Het naar de overkant brengen van al die pionnen was natuurlijk een tijdrovende klus. Toch nog onverwacht zag zijn tegenstander het zinloze van zijn verzet in en gaf op. 7½-½ En zo was het dat de held van de Slag bij Volendam dit keer de schlemiel bleek te zijn die zijn teamgenoten een welverdiend rondje van het bestuur door de neus boorde. HWP Haarlem 3 | Caïssa-Eenhoorn 5 | 7½ – ½ | ||||
1 | Allard Ligteringen | 1856 | – | Co Buysman | 1671 | ½-½ |
2 | Hendrik Jan Gabriëls | 1834 | – | Arend Stapel | 1689 | 1-0 |
3 | Marius Jaspers | 1795 | – | Aad Laan | 1748 | 1-0 |
4 | Ben de Jong | 1869 | – | Piet Aardenburg | 1773 | 1-0 |
5 | Cees Visser | 1843 | – | Niels Out | 1716 | 1-0 |
6 | Willem Mook | 1907 | – | Gerard Groot | 1666 | 1-0 |
7 | Frank Beverdam | 1828 | – | Ton Hageman | 1708 | 1-0 |
8 | René in ’t Veld | 2033 | – | Frank Tieken | 1690 | 1-0 |