N1 legt Krommenie over de knie

Nadat het 1e NHSB-team vorig jaar nog dankbaar gebruik moest maken van een soepele interpretatie van Artikel 16, lid 2 van het NHSB-reglement om handhaving in de Topklasse van de NHSB veilig te stellen, komen de resultaten dit jaar wat makkelijker. Na 4 ronden hebben we 5 wedstrijdpunten op zak, en op papier moet de thuiswedstrijd tegen rode-lantaarndrager Krommenie ook punten opleveren.

De Elo-gemiddeldes liegen er immers niet om: waar wij op komen met een van onze sterkste opstellingen en een gemiddelde rating van 2067 ā€“ aldus althans de NHSB-website, die nog uitgaat van de ratings van begin van dit schaakseizoen ā€“ komt Krommenie met een paar invallers op 1899 gemiddeld uit. Dat ligt deels aan het thuis-uitfenomeen: op een doordeweekse avond is het toch gemakkelijker je Elo-kanonnen te overtuigen mee te doen als ze daarvoor geen reis van en naar een verre bestemming, zoals Alkmaar, hoeven te ondernemen.

Voordat we het gaan hebben over deze kanonnen eerst de staartspelers van het 1e, spelend op de onderste vier borden.  Op bord 8 mag Roel proberen zijn 100%-score vast te houden. Dat lukt hem overtuigend, na een wederzijdse poging om vooral zo snel mogelijk alle stukken van het bord te toveren, en alles wat ook maar op enige complexiteit lijkt te vermijden ontstaat onderstaande stelling, met een remise-aanbod van zijn tegenstander:

Roel denkt even rustig na over de stelling (verliezen kan natuurlijk niet, maar hoe kan wit dit Ć¼berhaupt winnen?) en neemt een kijkje op de borden van de andere HWPā€™ers. Op die borden staan we vrijwel allemaal ergens tussen goed en zeer goed, en Roel ā€“ wiens hoofd behoorlijk vol zit met beslommeringen over een boekje dat nu toch echt een keertje af moet – besluit het remiseaanbod dan maar aan te nemen. Die 100%-score dan? Dat zijn dus 100% remises. Geen al te best begin van het goede voornemen wat meer vechtlust in de schaakpartijen te steken. Positiever uitgelegd kun je ook zeggen dat de goede standen op de overige borden op deze manier uitstekend wordt geconsolideerd.

Op vrijwel alle andere borden staan we dus immers beter, maar daarover zo meer. Eerst Jeroen, de reden dat we de voorgaande zinnen met een ā€˜vrijwelā€™ moeten kwalificeren. Na een obscuur gambietje om de oren te hebben gekregen heeft hij de pion teruggegeven en een onduidelijke, min of meer gelijkwaardige stelling overgehouden:

Het is hier niet zo eenvoudig om de balans te houden, en het gekozen 11…Lxf3 12. Lxf3 De5+ oogt wel aantrekkelijk, omdat de witte rokade verhinderd wordt. Maar de witte stukken komen nu wel actief te staan, en na een handmatige rokade via veld g2 staat wit met een betere structuur en het loperpaar op een open bord sterk. Gelukkig weet ook Jeroen met een tactisch geplaatst remiseaanbod zijn tegenstander te verleiden tot een vredig einde.

Hubrecht is dan op bord 7 al enige tijd bezig zijn tegenstander te overspelen. Deze verbruikt in de opening en het vroege middenspel veel tijd, maar vindt geen plan en speelt weifelende zetten. Daar weet Hubrecht over het algemeen wel raad mee, en ook nu wordt de eerste de beste tactische oplossing gevonden:

De damevleugel is volledig lamgelegd, en Hubrecht heeft het voor het zeggen in het centrum. Dat maakt hij meteen duidelijk: na 16 .. fxe5 Pxe5 volgt het sterke 17 .. Pfxd4!, met als pointe dat na 18 cxd4 Pxd4 een dubbele aanval op paard en loper bewerkstelligd wordt. Daarmee wordt het stuk teruggewonnen, waarna het zwarte centrum en de open f-lijn groot voordeel bieden. Nog groter is echter de voorsprong op de klok, en die geeft uiteindelijk de genadeklap.

Ondertussen is ook Herwig bezig zijn tegenstander te overspelen. Nadat deze een simpel vorkje over het hoofd ziet en daarmee een pion verliest, kiest hij ervoor het kleinnoodje terug te pakken op b2 (sla nooit op b2!) en houdt daardoor weliswaar materiaal evenwicht, maar ook een slechte stelling over.

Herwig kiest voor actieve voortzettingen, versmaadt daarbij enkele kansen om zā€™n activiteit in te ruilen voor een pionnetje, maar krijgt de conversie steeds net niet helemaal rond. Ook bij het ingaan van de tijdnoodfase ā€“ waarna notatie ontbreekt ā€“ heeft Herwig op het oog een prettige stelling met alle kans om deze te converteren naar winst, maar ook nu lukt het net niet om de winst echt naar zich toe te trekken. Voor het team maakt dat tegen die tijd al lang niet meer uit, want de winst is eerder op de avond al lang en breed veiliggesteld.

Ook op de topborden is het Elo-overwicht immers aanzienlijk, en ook hier staan de HWPā€™ers na een uur of twee schaken overal beter. Bij Bart, met een papieren overwicht van zo’n 350 punten, gaat dat aanvankelijk echter moeizaam. Na een zet of 20 zag hij het somber in, maar toen zijn tegenstander na een wat mindere zet remise aanbood, besloot hij toch door te spelen.

Na paardruil wordt het erg moeilijk voor zwart om nog te winnen, maar na 21.Pxf5 exf5 22.Dd3 f4 23.g3 snaaide Bart ongegeneerd maar terecht een pionnetje mee met 23…Pxb2. Na 24.Df5+ De6? (prima is Dd7 of Td7)

had Bart gezien dat 25.Dc2 Pc4 26.Lc7 geen probleem is vanwege 26…Pe3! en de witte dame staat in. Maar na 25.Db1! gaat die vlieger niet op en zou zwart na 25…Pc4 26.Lc7 moeten counteren met 26…Dh3. Deze subtiliteiten ontgingen aan de witspeler, die met 25.Dxe6 dames ruilde, maar er vervolgens met een pion minder niet meer aan te pas kwam.

Tim speelde tegen Cor van Dongen, een van de meest ervaren en sterkste der Krommenianen. Het leek er even op dat Tim een variant kreeg voorgeschoteld die hij zowaar nog niet met >98% nauwkeurigheid uit zijn repertoire kan reproduceren, maar dat gaf niet. Al gauw had de stelling koningsindisch-achtige trekjes, met als belangrijk verschil dat zwart de witveldige loper ontbeerde, want die was reeds geruild. De anders zo gevaarlijke koningsaanval kreeg daardoor geen schwung, terwijl het klassieke tegenspel van wit op de damevleugel wel venijnig bleek. Er was flinke druk door een witte pion op c5 en een Wit Paard op a5 en Tim incasseerde een kwaliteit. In tijdnood deed hij de afwikkeling naar winst goed genoeg: een mooie en overtuigende overwinning.

Collin won ook, maar dan (bijna) in miniatuurversie. Hoewel de opening eigenlijk al voorbij was, hadden beide spelers ontwikkelingsachterstand, en moest in objectief gelijke stand vooral wit oppassen.

Wits koning is nog lang niet veilig, en ook zwart moet nog wat stukken activeren.  Het beste kan wit nu 15.b5 spelen, om na 15ā€¦Lb7 door te modderen met 16.e3. Het agressieve 16.e4 is weliswaar iets beter, maar alleen als de computer meedenkt, die een lange variant nodig heeft om aan te tonen dat wit na 16ā€¦g5 ā€˜gewoonā€™ 17.Pxg5 kan spelen. Hij speelde echter meteen 15.e4, dat krachtig door Collin werd weerlegd: 15ā€¦Lxf1 16.Kf1 g5 17.Lg3 Pxe4 18. Pe5? Een fout komt meestal niet alleen, 18.Te1 is beter.

Nu heeft zwart geen ontwikkelingszorgen meer, de dame en het paard kunnen het alleen wel af.

18ā€¦Dd6 19.Pg4 Dd3+ 20.Kg1 Pc3!

Deze stelling had Roel als eenvoudige Kibitzer na zwarts 18e al voorzien, maar hij maakte toen nog de denkfout dat wit na het geven van de kwaliteit op c3 met 22. Txc3 Dxc3 23. h4! weliswaar iets slechter zou staan, maar toch ook nog alle rommelkansen zou hebben. Dat zal waarschijnlijk ook ongeveer dezelfde gedachte zijn geweest van de witspeler toen hij zich op deze variant inliet. Nu de stelling op het bord stond, realiseerden Roel en de witspeler zich ongeveer tegelijkertijd dat slaan op c3 helemaal niet kan, vanwege mat op de onderste rij. Nadat deze laatste zich ogenschijnlijk door alle rouwfasen heen moest worstelen, onderwijl plichtplegend de laatste zetten spelend, gaf hij na 21.Dc2 Pe2+ 22.Kf1 Pxg3+ murwgebeukt op (0-1).

Ook Max speelde een goede partij, zoals de engine hem vertelde (na afloop, uiteraard), en stond na 20 zetten al overwegend.

Max verdubbelde hier op de c-lijn, goed genoeg, maar hij had ook met 21.g4! een sterke aanval kunnen ontketenen. Wit bouwde zijn voordeel nog wat uit, maar na 31…Tdc8 had hij toch moeten toeslaan

Sterk is nu 32.Txc8, maar dan moet je wel zien dat na 32ā€¦Txc8 het verrassende 33.Tb1 heel sterk is (met het idee dat na loperruil Tb6 dodelijk is), en dat na 32ā€¦Lxc8 33.Pb3 de toren na ruil van het paard kan binnenvallen op c7. Max was gefixeerd op de breekzet g4 (nu wel, na Kf2-f3), wat waarschijnlijk niet veel had opgeleverd en werd gered toen zijn tegenstander, zoals dat heet, bezweek onder de druk. Met een minuut bedenktijd speelde hij, na 32.Kf2, op de automatische piloot 32ā€¦Txc5 33.Txc5 b6 34.Tc2 Lxb5? 35.axb5

Zwart keek nog heel even naar de stelling, lang genoeg om te realiseren hoe sterk 36.Tc6 zou zijn, en gaf meteen op.

Gedetailleerde uitslagen

HWP Haarlem N1 (2067)6.5 – 1.5Krommenie N1 (1899)
1FM Bart Gijswijt (2308)1-0Simon Groot (1946)
2Tim Mazajchik (2150)1-0Cor van Dongen (2044)
3Collin Boelhouwer (2162)1-0Jan Grin (1987)
4Max Merbis (2104)1-0Andre Breedveld (1953)
5Jeroen Schoonackers (1970)Ā½-Ā½Martin Oudejans (1814)
6Herwig Devolder (1969)Ā½-Ā½Cees Grootjen (1894)
7Hubrecht van den Brekel (1949)1-0Roel Boesenkool (1628)
8Roel Faber (1925)Ā½-Ā½Jaap de Berg (1926)

Over de auteur

EĆ©n reactie op “N1 legt Krommenie over de knie”

  1. Harry Lips avatar
    Harry Lips

    En dan te bedenken dat we twee seizoenen geleden nog op onnavolgbare wijze van Krommenie (met grotendeels dezelfde spelers) verloren. zie: https://www.hwphaarlem.nl/bericht/een-ongeluk-zit-in-een-klein-hoekje/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *