
Na het niet ongelukkige gelijkspel tegen Zandvoort in ronde 1 was er veel spanning hoe we zouden vervolgen met N2. Vorig jaar liep het in de beginronden helemaal fout en dreigde zelfs even degradatie, maar dat willen we dit jaar niet. Bovendien lijkt het tweede team in de NHSB wat sterker en evenwichtiger.
Maar helaas vond Enno het nodig dit keer zijn beurt voorbij te laten gaan om te kunnen genieten van de opera Peter Grimes van Benjamin Britten. Een eerstebordspeler die wegvalt: dat kan schelen. Maar het probleem werd dubbel opgelost, Peter Beerens is als reserve aangemeld en ook Harry Lips is vrij inzetbaar. Dat betekende dus geen verzwakking, maar een versterking voor het team.
Maar Jack Roofer’s Bigband (foto) speelde ook mee, luidruchtig boven de hoofden van de schakers, daar in Limmen.
We kwamen heel spoedig op een lekkere 1-0 voorsprong. De tegenstander van Peter liet onze man helemaal zijn gang gaan en dat betekent bij Peter: hard van het bord afgeschopt worden.
Peter heeft met een slimme afleidingsmanoeuvre op de damevleugel zwart in grote problemen gebracht: hoe slaan op h7 te pareren? 15 .. Pf8 gaat niet en wat Luc speelt is een kolfje naar Peters hand: 15 .. g6?. Na 16 h5 bxc5? 17 hxg6 durft zwart niet terug te nemen op g6:
Dat Luc dat niet durft is logisch, want dan volgt een stukoffer op g6. Maar zijn curieuze oplossing helpt ook niet erg: 17 .. f5??! 18 gxf6 e.p. Lxf6 19 Tdg1 cxd4 20 gxh7+ Kh8
Hier wint alles, maar terugslaan op d4 ligt het meest voor de hand. Maar Peter houdt van simpele duidelijkheid en beslist de 1-0 met: 21 Tg8+ Txg8 22 hxg8D+ Kxg8 23 Dxc6 en de toren op a8 werd uiteindelijk meegenomen.
Daarna volgden twee remises, zodat we steeds met voorsprong konden spelen. Harry Lips was wat uitbundig in zijn tijdverbruik en daar was ook wel reden toe. Hij moest optornen tegen de Grand Prix Attack en het lastige daarvan is dat de witspelers daar vaak beter in thuis zijn. Dat leek ook nu het geval. Harry bezat weliswaar het loperpaar, maar die zijn niet zo heel veel waard in een (half) gesloten stelling.
Een leerzaam moment was er op zet 14:
Harry heeft zojuist de damevleugel afgesloten met b5-b4, waardoor hij weinig aan die kant kan beginnen. Hij vreest een koningsaanval in de trant van f5, Lh6 en Pg5 en eventueel als toetje voor wit een rooklift met Tf1-f3. Om zenuwachtig van te worden. Harry zag dat zijn witveldige loper weinig in de melk te brokkelen heeft tegen zo’n aanval en besluit zijn loper te ruilen voor een paard, met de verwachting dat het dan wel gelijk zal staan. Maar dat kostte wel veel bedenktijd:
14 .. Lg4!?. Wit kan ruil van de loper tegen een paard niet ontgaan, maar had dat het best kunnen doen met 15.Peg1. Het overblijvende paard komt dan op f3 te staan en niet op g3 zoals in de partij, want wit speelde 15.Pg3?! waarna zwart een fractie van een tikkeltje beter staat, maar gezien de tijd was Harry uiteindelijk tevreden met remise.
De volgende remise kwam van Jan Seeleman, een plusremise met zwart en geen moment in gevaar geweest. Hij stond zelfs wat beter tegen wits Botwinniksysteem*, een lastig te bestrijden omnibruikbare opstelling zowel voor wit als voor zwart (tegen Réti 1 Pf3 als tegen het Engels 1 c4). Maar Jan speelde de opening beter, terwijl je juist zou verwachten dat Wim van Dijk dit systeem van haver tot gort kent.
Maar kijk eens naar de stelling vlak voor het einde:
Jan ruilde hier op e3, waarna alle muziek uit de stelling is verdwenen en een zet later tot remise werd besloten. Maar de machines vinden wits laatste zet maar matig en geven zwart een redelijk voordeeltje na 27 .. Da5 gevolgd door het omspelen van de zwartveldige loper naar bijvoorbeeld b6. Wit moet toezien hoe goed de zwartspeler zijn voordeel gebruikt om wit te squeezen. Leuk spelen is het alleen voor zwart.

Het volgende resultaat was de winst van Harry van der Peet, die zich daarmee revancheerde voor zijn nederlaag in de eerste ronde. Zo stond het 3-1 en Bart leek moeiteloos voor het benodigde halfje te gaan zorgen, maar er waren wel zorgen bij Ben.
En toen gaf Bart zomaar zijn mooie stelling uit handen. Een onnodig stukoffer (voor twee pionnen) was voldoende voor remise, maar hij twijfelde tussen remise door eeuwig schaak en mat zetten. Maar dat mat zat er niet in (zie foto), en dus werd het 3-2. Jammer, jammer. Werd het toch nog even spannend.
Het begin van Barts partij kwam mij niet bekend voor:
Ik zou hier het liefst f4-f2 spelen, maar dat mag geloof ik niet. Je zou verwachten dat wit dit systeem op en top kent als huisvariantje, maar Barry kwam er eigenlijk amper aan te pas, vooral toen hij naliet een paard op h6 te slaan met zijn loper om zwarts koningsstelling te ruïneren. Uiteindelijk komt Bart duidelijk beter te staan:
Zwarts actieve stukken en wits open koningsstelling compenseren de minuspion van zwart ruimschoots, zeker als Bart hier de zet 33 .. Tc4 had gespeeld, als ook op enkele andere momenten. Maar die krachtzet zat helaas niet in Barts systeem. In plaats daarvan nam hij een dubieuze beslissing: ‘ik offer op g3 mijn paard en heb dan in elk geval eeuwig schaak. Of er meer in zit zien we dan wel weer’.
Er volgde 33 .. Pxg3 34 hxg3 Dxg3+ 35 Kf1 Dh3+ 36 Ke1
Hier dacht Bart dat hij mat kon geven met 36 .. Tg2?, maar na 37 Pf2 is alles gedekt, want na 37 .. Dg3 38 Td2 is zwarts dream over. Dat was dus niet de bedoeling, want de beslissende partij van Ben de Jong tegen Bob Stolp, verliep nogal wisselvallig. Vanuit de opening (een soort Benonly) liep alles voor Ben op rolletjes, tot zet 16:
Wit moet natuurlijk de zwarte koning naar de keel grijpen (met b4 of Tb1). Normaal is dat wel aan Ben toevertrouwd, maar hij belandt hier op een dwaalweg waarmee hij zijn voordeel vergooit: 16 Ph4?. Want wat kan zwart doen tegen slaan op g6 en Dxf5+?. Simpel 16 .. fxe5 lost alle problemen op voor zwart met zelfs nog een extraatje. Het paard op h4 hangt en dus kan wit niet terugslaan op e5. Na 17 Pxg6 e4 18 Pxe7+?! Pxe7 19 De2 is zwart in het voordeel:
Het is niet verloren voor wit, zeker niet als Ben achter die stukken zit, maar het ziet er dreigend uit, ineens is de zwarte aanval veel sneller dan de witte. Maar zwart wil ook zijn aandeel in dit blunderfestijn hebben en speelt 19 .. Pc6? waarna het weer gelijk staat als wit maar op c5 slaat, want dan krijgt de witte koningsaanval ook kracht. De stelling is duidelijk te ingewikkeld, maar wel zeer interessant. Fouten en foutjes over en weer: 20 h3? cxd4 21 cxd4 Tg8? Zwart kan gewoon slaan op d4! 22 Ld2 Te traag. 22 .. Kb8 23 Lc3 Pe7 24 Kg1 Pf6 25 Lb4 Pg6 26 Lc5 Dc7 27 Df2?! h4 28 Pe3
Ben vreest dat hij rechts verpletterd gaat worden en besluit tot een kamikazeactie aan de linkerkant. Zwart had hier vrijwel kunnen winnen met doorgaan met drukken op pion f4 met 28 .. Ph5 29 Tc1 Dd7 30 Kh2 Pgxf4. Vredeburg zag de 3-3 al aankomen. Maar zwart speelt 28 .. Dd7? waarna wit nog steeds slecht staat maar nog niet verloren. Er volgde 29 Dc3! (van Ben) 29 .. Ph5 30 Db3 Pgcf4 31 Db6
Na 31 .. Tg6 32 Da7+ Kc7 33 Tac1 wint 33 .. Pe2+. Maar de spanning wordt zwart te veel en hij schiet een enorme bok met 31 .. Dc6??. Dit geeft een stuk weg wegens 32 Dxc6 bxc6 34 Ld6+ gevolgd door 35 Lxf4 waarop Ben zonder veel moeite het volle punt binnenhaalde en het dus geen 3-3 werd maar 4-2 voor ons.
Met HWP N2 liep het dus beter af dan met Peter Grimes.
Gedetailleerde uitslagen
Brd | Vredeburg N1 (1913)** | 2-4 | HWP Haarlem N2 (1929) |
1 | Luc Janssen (1980) | 0-1 | Peter Beerens (2006) |
2 | Bert Hollander (1937) | 1/2-1/2 | Harry Lips (1977) |
3 | Bob Stolp (1969) | 0-1 | Ben de Jong (1920) |
4 | Wim van Dijk (1932) | 1/2-1/2 | Jan Seeleman (1933) |
5 | Peter Zeeman (1864) | 0-1 | Harrie van de Peet (1872) |
6 | Barry Blekemolen (1797) | 1-0 | Bart de Valk (1864) |
** De hier vermelde ratings zijn die van 1 oktober; op de NHSB-site worden voor heel het jaar de beginratings (van 1 september) gehanteerd.
* het Botwinniksysteem omvat (in vele zetvolgorden) de volgende zetten (voor wit): g3-Lg2-c4-Pc3-d3-e4-Pe2-(0-0) waarna wit verder speelt op f4 of a3+b4