Het bestuur was tijdens de ALV heel duidelijk: het tweede móét dit jaar kampioen worden. De vraag is dan ook hoe de spelers met deze resultaatverplichting, en bijbehorende druk, omgaan. Prettig is wel tegen het tweede van Promotie te mogen openen. Vorig seizoen wonnen we overtuigend. Dit jaar zijn we sterker en zij hadden een paar invallers. Toen wonnen we met 5½ punt, nu een punt meer. Prima dus, ook al waren er een paar ongelukjes.
De eerste misstap was van Jan, die aan bord 1 weer eens uit zijn openingsboekjes (een kwartet al, en vast nog meer onderweg) kon putten. Hij kreeg een gelijke en ook wel prettige stelling uit het Siciliaans, wit had geen aanval en de mindere structuur. Maar dat veranderde snel.
Jan heeft zojuist 18…f6? gespeeld (na 18…e3 of rustiger 18…P7b6 spelen we verder in ongeveer gelijke stelling) en werd verrast door het sterke 19.c4! Na 19…P5b6 20.Le3 Tad8 21.Ta7 Db8 22.Tfa1 f5 kwam nog een sterke: 23.Db4 en in vijf zetten heeft wit het bord overgenomen.
Na 23…Kh8 kost 24.Lxd7 een stuk, en de partij.
Snel daarna stroomden de punten binnen. Hubrecht won al snel materiaal en Peter ook.
Peter heeft zoals wel vaker een pionnetje gesnoept zodra de gelegenheid zich voordeed, en wel op f2. Na het tamme 15.Td2 Dc5 met dameruil won hij al snel het eindspel na een ongelukkige (gedwongen) zet van zijn tegenstander, die niet op tijd j’adoube zei, ook niet onhoorbaar. Peter mocht (achteraf) blij zijn dat wit niet de eerste aanbeveling van de engine vond: 15. b4! a6 (15…Kb8? 16.b5 en het paard heeft geen goede velden) 16.a4 Db6 17.b5 Da5! 18. Db3 Le6 19.Lc4 Pa7. Het paard is met wat kunst en vliegwerk gered, maar wit oogst nu op zijn beurt een paar pionnen, ook al kan zwart nog wat rommelen.
Jeroen debuteert met veel plezier in het tweede na het bankzitten bij het eerste van vorig seizoen en is vastbesloten het verloren terrein weer terug te veroveren.
Wit had al een pion buitgemaakt en zwart had hier goed gezien dat iets als 37…Dxd5 38.Txd5 Ta8 39.Td7 f5 40.g4! tot een hopeloze stelling zou leiden. Hij gaf dan ook op, keurig op tijd. Dat moest vaker gebeuren.
Rob had wat meer tijd nodig, maar toen zijn paard eenmaal op het juiste veld stond (na een onnodige omweg via b6 en a4) stond hij stevig aan het roer.
Wit deed 21.f4 b5!? 22.fxe5 fxe5 23.Txf8 Dxf8 en besloot hier, heel logisch, zijn gedekte vrijpion niet op te geven, en speelde daarom 24.Te1?!
Beter was het geweest om 24.cxb5 te spelen, om na 24…Dd6 te vervolgen met de moeilijke zet 25.Ld1 want na 25…Tf8 26.Tc1 Dxd5 27.b6 Pd7 28.Tc7 heeft hij tegenspel. Nu volgde 24…Dd6 25.b3 b4 en wit kon de opmars van de centrumpionnen uiteindelijk niet meer stuiten.
Gijs debuteert ook in het tweede, en met succes, want hij scoort zijn eerste winstpunt voor HWP, en wel heel soeverein.
Zwart was hier al helemaal de draad kwijt en greep mis met 13…Kh7? Na slaan op e7 kost dit simpelweg de pion op d6 en daarna werd hij er hard afgezet. Beter was geweest door te modderen met 13..Pxe4 14.Lxe4 Lf5 15.Pxe7+ Pxe7 16.Lg2 Dd7 16.d4 en wit is met loperpaar en meer activiteit beter, ook al zou Gijs nog wel wat vlekkeloze techniek moeten demonstreren. Dat gaan we de volgende rondes meemaken.
Roel heeft een grappig bunkertje voor zijn koning gebouwd – vroeger vaak Stratego gespeeld – maar nu moet hij gaan schaken en dat gebeurt ook, met verve. Eerst wordt het steunpunt e4 bezet.
20…f5 21.Tae1 Te4 22.gxf5 gxf5 23.Lg5 Tae8
Wit staat onder flinke druk en besluit meteen op e4 te slaan, en De6 niet af te wachten. 24.Txe4 fxe4 25.Dg4 Dxg4 26.hxg4 Te6
En daarna wordt Tg6 gespeeld en een pion opgehaald. Het resulterende eindspel werd uiteindelijk sterk uitgespeeld.
Het laatste halfje had meer voeten in de aarde. Bij mijn partij ging er namelijk ook wat mis. Aan de opening lag het bepaald niet; zwart combineerde de Stonewall en Leningrader tot een mix die misprijzend wel de kerstboomvariant wordt genoemd, en dat is geen aanbeveling. Wit had alles wat een schakershart sneller doet kloppen: betere stukken, meer ruimte en breekzetten.
Er is wel een dingetje: alles staat nog op het bord en evaluaties zijn lastig. Thematisch is natuurlijk de opmars e4, waar ik ook op speelde, maar ik vond 18.e4 fxe4 19.fxe4 dxe4 20.Lxe4 Pf5 niet zo duidelijk. De engine speelt doodleuk verder en laat zien dat na 21.g4 Pxd4 22.Df2 de zwarte stelling op instorten staat. Maar ja, als je dit allemaal kunt uitknobbelen, dan speel je niet aan het zesde bord van het tweede. Ik zocht dus naar meer subtiele en vooral veilige manieren voor een voordeeltje en dacht dit te vinden in 18.c5 gevolgd door een doorbraak met a4/b5. Door aarzelend spel zou het niet zo ver komen en werd ik aan de andere kant opgerold.
Volkomen ten onrechte had ik de poort naar de koning opengezet en was zelfs nog optimistisch na een gepland 41.g4. Maar in plaats van mijn pion belandde daar een stuk: 40…Lg4+. Slaan is mat in een, maar na 41.Kg2 Dh5 kijk je toch tegen een glad verloren stelling aan. Zwart deed alles goed en ik probeerde nog een niet erg overtuigende schwindle met 47.Lh3.
Gewoon slaan met Pxg3 is klaar, maar dan moet mijn tegenstander zowel geen spoken zien na Lxe6+ als het mat accuraat doorrekenen. Hij koos voor het veilige 47…Le4, dat niets bederft, behalve dat wit nog even leeft. Na 48.Lxf5 Txf5 49 Th4 Tf3 50.Kh2 Tf5 51.De2 (dreigt zowaar Tg4) Lf3 52.De1 Lg4 krijg ik opeens de gelegenheid om 53.e4 te spelen, en mijn begraven loper op d4 wordt gereanimeerd. Nu moet zwart 53…Tf3 spelen en na nog wat moeilijke zetten houdt hij (groot) voordeel. Maar hij speelde 53…dxe4.
Na het nauwkeurige 54.Le3! en slaan op h6 is wit door het oog van de naald gekropen en bij zet zestig werd de vrede getekend.
Dus Bestuur, de eerste stap is gezet. De achtervolging op VAS 3 dat het arme Voorschoten 2 met huid en haar verslond (geen remises!) is ingezet. De zeer jeugdige en zeer gevaarlijke Bregje Roebers is in hun midden, die tijdens het Santpoortse Kroegloperstoernooi duchtig van zich liet spreken. En niet door het drinken van veel bier. De toon is gezet.
Gedetailleerde uitslagen
HWP Haarlem K2 | 6.5 – 1.5 | Promotie K1 | |
---|---|---|---|
1 | Jan Boekelman (2115) | 0-1 | Maurice Hettfleisch (1917) |
2 | Gijs IJzermans (2093) | 1-0 | Johan Heskes (1786) |
3 | Peter Beerens (2043) | 1-0 | Sjaak Sibbing (1926) |
4 | Jeroen Schoonackers (1976) | 1-0 | Ronald Blok (1874) |
5 | Rob Mulder (2041) | 1-0 | Stephan Kooiman (0) |
6 | Max Merbis (2090) | ½-½ | Jaap van den Berg (1804) |
7 | Roel Faber (1968) | 1-0 | Rudi Matai (1854) |
8 | Hubrecht van den Brekel (1974) | 1-0 | Tobin van den Nieuwendijk (0) |
Geef een reactie