Het Aalsmeerse AAS heeft betere tijden gekend, in de tweede klasse bijvoorbeeld, en omdat ze de eerste ronde vrij hadden was niet duidelijk hoe sterk ze zouden opdraven. Na wat zoeken in de bijgebouwen van de Doopsgezinde Gemeentekerk konden we gerust achter het bord plaatsnemen.

Een paar sterke spelers waren thuisgebleven en aan Gijs de taak om met zwart hun topman Rob Lathouwers (rating: 2138) te neutraliseren. Dan is het nooit fijn met een zijvariantje van een obscuur gambiet te worden geconfronteerd. Gijs versmaadde de aangeboden pion, en is voldoende gelouterd in het keepen van lastige stellingen om bekwaam gelijk te maken.

Enige reorganisatie van de zwarte stukken is nodig: 13…Te8 14.Lf4 Le6 15.Pe2 Dd7 16.Pg3 Ld6 17.Lxd6 Dxd6

Na wat geschuifel van zwart op de vierkante decimeter moet wit nu wat laten zien, bijvoorbeeld met 18.Ph5, maar Gijs had allang berekend dat hij met 18…Teg8 gewoon de boel bij elkaar houdt. Rob speelde 18.Pf5 maar na ruil konden na nog een paar zetten de handen worden geschud.

Daarna was het afwachten hoe groot de overwinning zou uitpakken. Jeroen had al snel zijn punt te pakken. Na acht zetten stond het al behoorlijk onorthodox

Maar de kiem voor de winst was al gelegd. Pion b4 gaat er een keer af; de rest is techniek.

Rob volgde niet veel later:

Zwart had in een poging om elke variant met een zweem naar theorie te vermijden zichzelf opgezadeld met een hopeloze stelling, terwijl Rob niet meer deed dan schaken eenvoudig doen lijken. Niet alleen heeft het paard op b4 geen velden meer, ook de loper op e7 komt in de knel na d6. Na stukwinst was het niet moeilijk meer.

Ook Enno wist te winnen, tot zijn grote opluchting. Superjonge tegenstanders zijn tegenwoordig totaal onvoorspelbaar: zo spelen ze de sterren van de hemel, om daarna totaal geen sjoege te hebben van een elementair eindspel. Enno had (uiteraard ) het voordeel van veel boekenkennis, maar deed daar niet zo veel mee.

Hier had Enno voor meer dan gelijkspel kunnen spelen met 16…Tad8, de andere toren in het centrum, en het sterke paard handhaven op d4. Hij koos voor het ook niet verkeerde 16…Pxe2 17.Dxe2 Dc6 18.h3 Lxf3 19.Dxf3 Dxf3 20.gxf3  Tfd8 en wit heeft een lelijke dubbelpion, in overigens gelijke stelling.

Hier gebeurt iets vreemds, maar misschien ook niet. De engine ziet minstens een tiental zetten die het gelijk houden, maar wit kiest 21.Td5? Wat gebeurt hier? 21…Txd5 22.exd5 Tc8! Dit hoef je een ervaren crack als Enno niet twee keer uit te leggen. In een toreneindspel gaat het om stukkenactiviteit en de koning zorgt wel voor de vrijpion. Zijn jeugdige tegenspeler had vast 22…Td8 verwacht en na 23.Tc1 spelen we verder. Nu ook, maar wit verliest de d-pion zonder tegenspel, en Enno schoof de partij onberispelijk uit.

Indra kwam overtuigend tot winst, maar op een enkel moment had hij wat hulp nodig.

Indra heeft ruime compensatie voor zijn gambietpion, die hier wel was geaccepteerd. Maar nu let hij even niet op met 24.g3? om erachter te komen dat zijn mooie loper na 24…Pe7 geen velden heeft. Ter verdediging van Indra: ‘even niet opletten’ is hier een wat misplaatste opmerking. Juist was geweest 24.Lf4 om na 24…Pe7 toe te slaan met 25.Lxf7+ Txf7 26.e6 en beide torens staan in. Dat is makkelijk te missen, zelfs voor Indra. Nu kan zwart na 25.Pd4 met 25…Pxd5 gelijk maken, gevolgd door 26…Lb7. Wit kan zijn pion terugwinnen, maar zwart heeft mooie lopers en is niet minder. Hij deed wat anders: 25…a4 26.Da2 Lb7?! en na 27.Lxb7 Txb7 28.Lb4 Te8

volgde 29.h5 met initiatief en zwart kreeg in de tijdnoodfase de verdediging niet meer rond.

Dat lukte ook Simon Groot niet tegen Peter. Simon stond een kwaliteit voor, maar wit had activiteit en dat bleek beslissend, vooral door Peters krachtige en doeltreffende slotspel

Dat werd ingeleid met 23.Db5! Txb7 24. Dxb7 Te8 25.Pe4 Lc8 26. Dc6 Td8 (zwart had tussendoor echt even op g3 moeten slaan). 27. Pf6+ Kf8 28.gxf4

Zwart heeft geen fatsoenlijke zetten meer en dan komen de slechte vanzelf. 28…Ld7? 29.Dc7 Le8 30.Pxh7+ Kf7 31.Pg5+ Kf8 32.Dxd8!

Zo wil iedereen wel winnen. Zwart geeft op.

Roel bereikte nauwelijks iets tegen een tegenstander die flink meer dan een vleugje theoriekennis in de tas had en toen hij in de volgende stelling

verdere stukkenruil mogelijk maakte met 19.Pa4,  in plaats van een lange manoeuvreerpartij te beginnen ingeleid met, zeg, 19.Df2 en wat ruimte pakken op de koningsvleugel, was er weinig meer om voor te spelen.

Als laatste was Max nog bezig zijn voordeel te converteren. Na wat passief openingsspel van zijn tegenstander stond hij duidelijk beter, en ondanks weinig tijd besloot Max, anders dan in ronde 1, meteen door te pakken zodra de gelegenheid zich voordeed

Er is niets tegen 25…Pd6 en verder masseren, maar Max kwam met 25…Pxc3 26.Pxc3 Dc5 in de verwachting het stuk met voordeel terug te winnen. Na 27.Kf2 is meteen slaan nog niet zo duidelijk, maar na eerst 27…d4! kreeg zwart op c3 een prachtige plus- en vrijpion. Nu was het zaak om zonder iets te bederven de veertig te halen, en dat lukte wonderwel, met bonus ook nog.

Wits toren is verdwaald geraakt op a1, en nu hoeft zwart niet meer met drie stukken de pion op c2 te dekken. Daarna was het niet al te moeilijk meer.

Na twee rondes staan we aan kop, precies gelijk met Philidor Leiden 2.  In ronde drie zijn we vrij, en zakken we een paar plaatsjes. Bestuur, geen paniek, we’ll be back!

Gedetailleerde uitslagen

	AAS K1 (1915)	1 – 7	HWP Haarlem K2 (2048)
1	Henk Noordhoek (1932)	0-1	CM Indra Polak (2217)
2	Rob Lathouwers (2138)	½-½	Gijs IJzermans (2114)
3	Simon Groot (1946)	0-1	Peter Beerens (2006)
4	Robbin Neeft (1937)	0-1	Jeroen Schoonackers (1979)
5	Martin van Zaanen (1877)	0-1	Rob Mulder (2013)
6	Darryl Paalvast (1949)	0-1	Max Merbis (2096)
7	Ivo Andringa (1902)	½-½	Roel Faber (1936)
8	Armin Cubuk (1642)	0-1	Enno Noordhoff (2025)