De verschillen in KNSB-klasse 1A lijken dit jaar iets groter dan vorig jaar, maar na twee wedstrijden staan voor het eerste team twee bloedstollende gelijke spelen op de teller. Meer nog dan tegen Voorschoten hadden we tegen LSG 2 uitzicht op meer; vooral de bezoekers mochten hun handen dichtknijpen met de 5-5.
Het tweede van de Leidenaren laat zich moeilijk als beloftentiental omschrijven; het is vooral ƩƩn brok ervaring met houwdegens als Van Blitterswijk, Van Ketel, Van Wissen en Roobol. Een geluk voor ons was dat IM Wiersma er niet bij was, maar wij hadden ook de nodige personele problemen door de absentie van de gebroeders Duijn (voor hun second love Bloemendaal uitkomend in de Europacup voor clubteams in Albaniƫ), Adam en Indra. Tot overmaat van ramp werd Jan-Willem op weg naar de speelzaal geconfronteerd met diverse obstakels; om 13.15 uur was hij er nog niet.
Met permissie van de wedstrijdleider mocht Bart telefonisch contact zoeken, maar terwijl diens telefoon nog aan het opstarten was, meenden Willem de Ruig en Frank Beverdam de verloren zoon al te ontwaren. Telefoon dus snel weer uit, want de klok liep alweer. Maar o wacht, het was JW toch niet; blijkbaar was het een in allerijl door LSG opgetrommelde dubbelganger. Telefoon dus weer aan, de bevestiging van JW dat hij er toch echt aankwam, telefoon weer uit en vijf minuten verloren. Kopzorgen voor de teamleider derhalve.
De stressvolle start bleek een voorbode van een wedstrijd die weer alle kanten op stuiterde. Mensen vragen weleens hoe het team ervoor staat, maar het oordeel van de teamleider blijkt in zo’n geval van nul en generlei waarde – of hij kan gewoon niet schaken, dat kan natuurlijk ook. Dit is namelijk wat hij halverwege elke partij dacht: Chenwu levert een pareltje af, Chris staat zwaar onder druk, Jaap gaat er dwars doorheen bij zijn tegenstander, Collins openingsopzet lijkt wat dubieus, bij Tim is er nog weinig van te zeggen want ook al begint het buiten al te schemeren, hij heeft nog maar 11 zetten gedaan, maar straks gaat hij ervoor zitten en zal hij gehakt maken van zijn tegenstander, Jeroen heeft al gauw een pion weggeblunderd en voert een kansloze missie, bij Pieter is het naar goed gebruik onbegrijpelijk maar kansrijk, JW daarentegen staat behoorlijk gedrukt maar Max is dan weer bezig een koningsaanval volgens Oom Jan leert zijn neefje schaken uit te voeren. En zelf zit de TL redelijk energiek achter zijn bord, maar ongetwijfeld zal hij weer ergens hopeloos de draad kwijtraken.
Mochten deze observaties tot voorspellingen over de uitslag hebben geleid, dan zou die alleen bij Jaap zijn uitgekomen. Die liep zijn tegenstander inderdaad finaal onder de voet. IM Van Blitterswijk was beducht voor een bekend maar niet per se rampzalig kwaliteitsoffer, ging vol in de achteruit, hetgeen ontaardde in een soort semi-vrijwillig tweerijensysteem.
Dit was na een zet of 15 (ongeveer of precies) de stelling en de stukken kunnen al in de doos. Jaap klaagde nog even dat hij nu niet echt geschaakt had, maar we hebben het punt toch maar geteld.
Bij broer Pieter liep het minder goed, en ongeveer even snel, af. Hij raakte verstrikt in zijn eigen complicaties, of de hele opzet was om te beginnen al niet zo koosjer.
In dit surrealistische landschap was 1.La3 aangewezen. Het gespeelde 1.Pxh7 haalde eigenlijk de angel uit de witte aanval omdat de toren op h8 hinderlijk gedekt staat. Maar Pieter kreeg alsnog een kans na 1…e2. Dit lijkt erg vervelend omdat zwart ineens Dc5 schaak met loperwinst dreigt, en na 2. Lxe2 Dc5+ 3.Kh1 Dxc2 won zwart snel. Maar na 2.Te1! Dc5+ 3.d4!! Dxb5 4.Pc3 zit zwart ineens in de (onoverkomelijke) problemen.
Dat gezegd hebbend: als zwart in de eerdere stelling meteen 1…Dc5 had gespeeld, had hij wel gewonnen gestaan. Dit alles overigens met een klein voorbehoud omdat het geheugen van de teamleider niet meer is wat het geweest is.
De 1-1 tussenstand bleef geruime tijd op het scorebord, maar intussen was de strijd op diverse borden wel gekanteld. Zo bleek dat je Jeroen niet te snel moet afschrijven als hij een pionnetje wegblundert. De manier waarop hij zijn tegenstander (met opnieuw 200 ratingpunten meer achter de naam) in de luren legde, verdient alle lof.
Wit lijkt overweldigend te staan met een pion extra en actieve, edoch ietwat clumsy stukken. Van dat laatste profiteerde Jeroen briljant: 20…Pc3! Lijkt een stuk weg te geven, maar na 21.Txb4? Pd5 staan de witte stukken elkaar zo onhandig in de weg dat zwart een volle toren ophaalt. Een bijzonder motief, dat nog een diagram verdient:
Na het gespeelde 21.Tb2 Lc3 won Jeroen een pion terug, en hoewel wit nog kon bogen op een marginaal plusje, had de Leidenaar wel een doffe dreun te verwerken. Toch was de vis niet direct op het droge en probeerde de witspeler het nog lang.
Ook Chris wist zijn stelling in veilige haven te loodsen. De wijze waarop hij liquideerde naar een gelijkstaand eindspel, door op het juiste moment zijn eigen pionnenstructuur vrijwillig te verminken, liet zien dat het met de taxatievermogens van onze aanwinst wel goed zit.
Met het gevoel voor de juiste zetten zit het bij Tim ook wel goed, maar helaas vooral als hij nog maar luttele minuten op zijn klok heeft. Voordien heeft hij dan in de op het bord verschenen opening prachtige nieuwe inzichten opgedaan waar je een vuistdik boek mee kunt vullen, maar die het levenslicht nooit zullen zien. Daarna moet noodgedwongen het tempo omhoog en komen de goede zetten vanzelf, maar met zĆ³ weinig tijd overzie je ook wel eens iets. En zo kwam nu, nadat Tim al een paar opgelegde winstmogelijkheden had laten liggen, de lange rokade van zwart als een donderslag bij heldere hemel. Een klap die hij niet meer te boven kwam; ook de rest van de avond niet, toen het bier (zeer onkarakteristiek) maar niet wilde smaken.
Een andere beslissende zwarte rokade kwam op naam van Collin, die daarmee wachtte tot zet 30. Het moment zou wel eens samengevallen kunnen hebben met het “U heeft uw bestemming bereikt!”, dat luid door de speelzaal schalde toen een speler, toeschouwer of andere onverlaat zijn telefoon inschakelde. Dit bleek niet het enige merkwaardige incident. Nadat Collin de tijdcontrole had gehaald, maakte hij even een wandelingetje, mijmerend over hoe hij zijn tegenstander mat zou gaan zetten. Bij terugkeer aan het bord bleek zijn klok verwijderd – een weinig alledaagse gebeurtenis in het moderne schaak. Normaal gesproken zou je in zo’n situatie de arbiter inschakelen om de dader een levenslang speelzaalverbod op te laten leggen. Complicerende factor in dit specifieke geval was dat het de arbiter zelf was die in een vlaag van opruimwoede het kleinood in de doos had gestopt.
Na dit komisch intermezzo telde Collin de stukken (goddank was het bord onaangeroerd) en was het tijd om de genadeklap uit te delen.
Die werd zorgvuldig voorbereid met 42…Kg7! Dit dreigt 43…Tc8: die kan niet geslagen worden wegens Db1 mat, en vervolgens komt zwart beslissend binnen over de c-lijn. Dit werd compleet gemist door de witspeler: 43.Dxa5? – waarna Collin merkwaardig genoeg niet zijn winnende zet uitvoerde maar 43…De4?! speelde. Na 44.Dc7! had zwart nu nog heel wat werk moeten verrichten, maar de witspeler had nog steeds niets door en speelde 44.g3? Nu kwam alsnog 44…Tc8! en, toegegeven, omdat de pion op b4 nu gedekt is komt na een witte torenzet 45…Tc2 met nog meer kracht. Wit liet het zich niet meer bewijzen en gaf meteen op.
De volgende zwartspeler die de volle buit binnenhaalde, was Jan-Willem. Zijn achterstand op de klok had hij al snel ingelopen; zijn achterstand op het bord werd ook fluks goedgemaakt. Met een petite combinaison maakte hij een stuk buit, en de conversie was vervolgens foutloos.
Dat gold helaas niet voor Max, die de weelde van zijn riante aanvalsstelling niet aankon. Dat niet alleen: hij speelde tegen Jan Hellenberg, die hem al eens eerder dwars zat. We schrijven 1 november 2003, het is de tweede ronde in KNSB-klasse 3E en HWP Haarlem, met een gemiddelde rating van 1964 ontvangt de selectie van Katwijk, gemiddeld 1861 sterk. We worden met 7-1 afgedroogd en ook Max bijt in het stof (gelukkig redt Peter Beerens de eer). Quizvraag: wie was de teamleider? Maurice Steijn?
Hoe dan ook, ook vandaag vond Max in Hellenberg zijn nemesis. Hij koos ergens voor een kwaliteitsoffer, won het materiaal later weer terug, maar het mooie was er toen wel af. In het resterende eindspel van dame en toren plus een boel pionnen vroeg Max of hij remise mocht maken door eeuwig schaak. Dat mocht, maar tot verbazing van eenieder was het de zwartspeler die op winst ging spelen door zijn koning het vrije veld in te sturen. Dat leek nogal riskant, maar doeltreffend was het, zeker toen Max dames ruilde. In het toreneindspel bleek de zwarte meerderheid op de damevleugel veel rapper dan de witte op de koningsvleugel.
Chenwu dan? Die speelde tegen Raoul van Ketel een indrukwekkend middenspel. Dat hij vrijwillig met een pion minder bleef spelen op initiatief laat zien dat zijn spel zich de afgelopen maanden verder heeft ontwikkeld. Illustratief is de stelling na 16.Dd3:
Op kunstige wijze heeft wit de zwarte dame volledig ingesloten: er dreigt 17.c3. Zwart zag zich gedwongen een veldje vrij te maken met 16…Lf8, waarna Chenwu de pion in voordelige omstandigheden terugwon. Even later leek hij te winnen met het verleidelijke 24.Pxe6:
In werkelijkheid was het rustige 24.Lc2! misschien nog kansrijker. Er dreigt niet alleen 25.Dh7 met mat, maar ook 25.Pb3 met stukwinst op d6. Zwart moet het hebben van 24…Lxg3 25.Dxh7+ Kf8 26.Pf5! Lxh2+ 27.Kh1 Pxf2, maar het is de vraag of zwart dit gevonden zou hebben.
Zoals het ging, ging er heel veel materiaal van het bord, waarna uiteindelijk een toreneindspel met een pluspion overbleef, dat remise was maar dat wilde Chenwu wel even zien.
Bart zat intussen nog in een verhitte strijd verwikkeld. In het middenspel offerde hij speculatief en met een schuin oog op de klok van de tegenstander een kwaliteit, en dat betaalde zich snel uit: binnen een mum van een tijd was de kwal terugveroverd en viel ook nog een extra pion. Dat leverde een vrije a-pion op, maar wit had intussen wel zijn stukken richting de zwarte koning gedirigeerd. Daarmee werd Bart voor een klassiek dilemma gesteld: alle schepen achter zich verbranden en de tegenstander mat zetten, of de boel consolideren en het eindspel winnen. Het werd een beetje van allebei, en na wat gemiste kansen, waaronder Ć©Ć©n onvergeeflijke, viel uiteindelijk die vrije a-pion en ontstond een stelling waarin voor drie resultaten werd gespeeld.
Bij gebrek aan overzicht moest de teamleider dus in conclaaf met een plaatsvervanger, Tim in dit geval – een soort Diego Simeone van het schaken. Die verzekerde Bart dat we een puntje voor stonden, met Chenwu en Jeroen nog achter de borden, maar daar was remise onvermijdelijk. Dat betekende dat eeuwig schaak de matchwinst veilig zou stellen:
LSG’er Van Wissen was door God en alle teamgenoten verlaten en was dus op zijn eigen inzicht aangewezen. Dat gaf hem in dat hij de remise moest nemen, en gelijk had hij. De kater kwam nadat de vrede was getekend: we stonden helemaal geen puntje voor en dus werd het 5-5.
Een schrale troost was dat zwart in de diagramstelling ook niets beters had dan eeuwig schaak en dit zelfs de enige manier was om niet te verliezen. Maar als de witspeler Tims desinformatie had opgevangen, had hij wellicht nog de verliespoging 52.Kg1? ondernomen. Want ja, 52…Dd1+ 53.Kh2 Dxa4 wint een toren, maar wit heeft 54.Dg5+. Dat heeft-ie echter niet na 53…Pf3+ tussendoor, waarna zwart of materiaal wint (54.Kh3 Dxa4) of mat geeft (54.Kg2 Tc1).
Twee matchpunten na twee ronden: daar hadden we vooraf wellicht voor getekend, maar nu overheerst het gevoel dat er meer in heeft gezeten. Over een maandje volgt de barre tocht naar Sas van Gent; op voorhand teken ik voor een derde 5-5, en mocht iemand uit Zeeuws-Vlaanderen dit lezen, dan willen we dat ook wel schriftelijk afdoen.
Gedetailleerde uitslagen
HWP Haarlem K1 (0) | 5 – 5 | LSG Leiden K2 (0) | |
---|---|---|---|
1 | FM Bart Gijswijt (2315) | Ā½-Ā½ | FM Michiel van Wissen (2264) |
2 | Chenwu Zhu (2028) | Ā½-Ā½ | FM Raoul van Ketel (2281) |
3 | CM Christopher Brookes (2171) | Ā½-Ā½ | FM Martin Roobol (2276) |
4 | IM Jaap de Jager (2417) | 1-0 | IM Stefan van Blitterswijk (2239) |
5 | Collin Boelhouwer (2149) | 1-0 | Peter Passenier (2200) |
6 | Tim Mazajchik (2136) | 0-1 | Kedem Gutkind (2179) |
7 | Jeroen Schoonackers (2023) | Ā½-Ā½ | Bram van der Velden (2241) |
8 | Pieter de Jager (2124) | 0-1 | Alexander Polak (2191) |
9 | Jan-Willem van Prooijen (2153) | 1-0 | Chris Roosendaal (2067) |
10 | Max Merbis (2123) | 0-1 | Jan Hellenberg (1947) |
Geef een reactie