Zaterdagochtend even voor twaalf stonden keurig zeven spelers van HWP 3 (en nog wat eerste tientalspelers) klaar op station Haarlem om op weg te gaan naar Amsterdam voor de strijd tegen CaĆÆssa 3. Mink zou apart reizen, maar meldde via de groepsapp: āik moet een trein later nemen, mijn kat heeft een vaas omgestotenā.
Terwijl Mink de ravage opruimde en daarna alsnog maar de trein nam, zochten en vonden wij onze weg naar het Roelof Hartplein (āNee, wij gaan niet naar het Museumplein voor de Internationale-Vrouwendag-Manifestatie, wij gaan een potje schaken!ā āHuh?!!ā). Mink arriveerde te laat en moest zo een kwartier kostbare bedenktijd inleveren, met dank aan de kat.
Nu hebben katten in de schaakwereld een slechte naam, en met name zwarte katten, met dank aan allerlei mythische verhalen rond de match Euwe-Aljechin, dus dit was geen goed voorteken.
En de zwarte kat kruiste nog vaker die dag ons pad. Hier een paar voorbeelden:
Tegen de hoogst geratete Amsterdammer had Michael al vanuit de opening goed spel gekregen. In deze stelling had hij kunnen toeslaan door van het zwarte paard een kat in het nauw te maken metĀ 21. g4! Pg7 22. Ld6 Tg8 23. Txf7 Td8 24. Txb7. Zwart kan niet profiteren van de gepende loper op d6 en wit vreet de zwarte damevleugel kaal. In de partij gebeurde 21. Lb6 Te7 22. Lc5 Txd7 23. Txd7 Te8 24. Lh3? (na Txb7 of Txf7 staat wit nog steeds veel beter) Lc1 25. Lxf5 gxf5 en Michael nam remise aan omdat de stelling niet meer duidelijk is en hij niet veel tijd meer had. Na bv. 26. Txb7 Lxb2 27. c4 Ta8 zullen vermoedelijk alle damevleugelpionnen geruild worden en moet zwart het kunnen houden.
Tot dit moment heeft Allard het voortreffelijk gespeeld en hij staat duidelijk beter: Betere loper, paard op een sterk veld, toren op de goede plek. Wel heeft hij nog geen gaatje voor de koning en kan de positie van zijn dame verbeterd worden. De beste zetten volgens SF zijn dan ook 34… h6 of ā¦h5, dan wel Df5.Ā Een voorbeeld: 34ā¦.Df5 35. b5 h6 36. bxc6 bxc6 37. Dxc6? Txe5! 38. dxe5 Dxf2 met mat.Ā Allard speelde echter 34ā¦..Dh3?? en keerde na 35. b5 De6?! op zijn schreden terug. De engines zeggen dat hij beter op h3 had kunnen blijven staan om na 35ā¦. h5! 36. bxc6 bxc6 37. Dxc6 Txe5! 38. dxe5 Lxf2+ remiseĀ te houden door eeuwig schaak. Moeilijk te zien, dus 35.Ā …De6 was begrijpelijk. Na 36. bxc6
had hij dan kansen gehad het eindspel te houden met zijn actieve stukken na 36ā¦.bxc6 37. Dxc6 Dxc6 38. Pxc6 h5 (luchtgaatje). In plaats daarvan kwam 36ā¦.f6? 37. cxb7! fxe5 38. Ta8! Lc7 39. Txe8+ Dxe8 40. Dxd5+ en wit wint.
Roel kreeg in de opening een pion cadeau, maar gaf zijn tegenstander de kans die terug te veroveren. Dat heeft wit net gedaan met 19. Dd3xd4?? (19. Le5 was veel beter geweest) en nu had Roel kunnen winnen met het toch niet zo moeilijke 19ā¦.Pxf4 20. Dxf4Ā Lg5 met kwaliteitswinst. (20. Dxb6? Pxe2+ 21. Kh1 Lxg2+ 22. Kxg2 axb6 is nog veel rampzaliger).
In plaats daarvan speelde Roel 19ā¦ Dxd4? 20. Pxd4 Le8 (Ook 20…Pxf4 21 Txc6 Txc6 22. Lxc6 Txd4 23 gxf4 is niet beter voor zwart) en nam hij na 21. Txc8 remise aan. Het staat gelijk.
Die drie borden hadden zeker anderhalve punt meer mogen opleveren.
Ook bij Jan Seeleman moet er een zwarte kat over het bord hebben gelopen: Jan had zich net onder de druk van zijn tegenstander uitgewerkt en had met zijn loperpaar en mobiele pionnen zelfs goede vooruitzichten, toen een lastig wit paard (nee, geen zwarte kat) hem toch plotsklaps te veel werd.
En ook Mink werd slachtoffer van lastige schaakdieren (en zijn eerder opgelopen tijdgebrek). Positioneel was alles piekfijn in orde, maar toen wit toesloeg met een paardoffer, miste Mink de beste verdediging en ging ten onder.
Eerder al was het al bij Wim Mol misgegaan: Na een voorbarige centrumopmars vlak na de opening was hij een pion kwijtgeraakt, terwijl zijn witte paard volkomen buitenspel stond. In een poging er nog wat van te maken, liet hij zijn koning in een matnet lokken.
Na al deze rampspoed stopte ik ook mijn pogingen tegen beter weten in, om nog iets uit een gelijk eindspel te wringen. Na de opening had ik wel een prettig voordeeltje, maar door slecht rekenwerk durfde ik een kansrijk kwaliteitsoffer niet aan. Ook een tweede kans op voordeel was niet aan mij besteed, zodat zwart er in slaagde alles te neutraliseren.
Hendrik-Jan Gabriƫls, invaller op het laatste moment voor de zieke Ben de Jong, liet weer zien uit het goede schakershout te zijn gesneden. Tegen een tegenstander met 150 ratingpunten meer kwam hij wat minder uit de opening, maar door hardnekkige verdediging slaagde hij er in de bakens te verzetten en zelfs een iets prettiger stelling te bereiken. Daar vielen echter geen zaken meer mee te doen, zodat hij de vierde remise aantekende. Vier remises en vier nullen, gelijkspel?!
Zelfs na deze nederlaag zijn we theoretisch nog niet geheel kansloos voor het kampioenschap. Anderzijds is ook degradatie nog mogelijk. Door het oneven aantal teams in onze poule is de standĀ wat onoverzichtelijk. Acht teams staan binnen twee matchpunten van elkaar, alleen Heerhugowaard valt uit de toon en is al gedegradeerd. Juist tegen dat team spelen we in de volgende ronde: gevaarlijk, want zij kunnen vrijuit spelen. Katten worden uit de speelzaal geweerd!
Gedetailleerde uitslagen
| Caissa K3 (1959) | 6 – 2 | HWP Haarlem K3 (1904) | |
|---|---|---|---|
| 1 | Olaf Ephraim (1931) | Ā½-Ā½ |  Harry Lips (1958) |
| 2 | Wim Suyderhoud (1826) | Ā½-Ā½ |  Roel Faber (1956) |
| 3 | Rik Salomons (2070) | Ā½-Ā½ |  Michael Kubbenga (1868) |
| 4 | Kees Sterrenburg (1972) | 1-0 | Jan Seeleman (1928) |
| 5 | Angelo Spiler (2012) | Ā½-Ā½ | Hendrik-Jan GabriĆ«ls (1867) |
| 6 | Jos van Ommeren (1991) | 1-0 | Allard Ligteringen (1922) |
| 7 | Pieter Fritschy (1944) | 1-0 | Wim Mol (1885) |
| 8 | Peter Hoomans (1924) | 1-0 | Mink Muskens (1859) |
