Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

De wil om niet te verliezen

Max Merbis | | HWP KNSB 2 | 2 reacties

Voor je team moet je wat overhebben, en al helemaal bij een stand van 3½-3½ met een slechte maar complexe stand voor je neus, terwijl de barman laatste ronde roept. Dat overkwam Peter (aan bord een van ons tweede, met zwart) tegen Martijn, een van de drie De Roodes, die samen met pa en zoon Gravemaker de kern van het Santpoortse team vormen.

Het begon allemaal nog redelijk bedaard, fianchettos over en weer en een sloot theorie. De complicaties begonnen met het aanbieden van een kwaliteit na  22…f4

Zwart dacht oprecht dat wit 23. Lb4 wel niet zou aandurven en hoopte op stevig initiatief dan wel mataanval. Maar wit deed toch 23.Lb4 nadat hij had uitgerekend dat hij na 23…f3+ 24. Kh1 niet meteen mat ging. Wat beide spelers niet konden uitrekenen, en misschien superGMs ook wel niet was de sterkste voortzetting een paar zetten later:

Stelling na 27.Te1

Na 27…Dd7 28.Txe4 Dh3 29.Tg1 Lxf2 30.Th4

heeft zwart het fraaie 30…Lxg1 31.Txh3 f2 en wit mag blij zijn dat er na 32. De3 f1D 33. De6+ nog eeuwig schaak in zit.

Maar zwart speelde (vanuit het vorige diagram) 27…Lxf2 en belandde na 28.Txe4 Lxg3 29.Tf1 Lxh2 30. Txf3 Lf4 in een hopeloze stelling.

Na iets als 31.Da3 zou de partij ruim voor het laatste rondje klaar zijn geweest. Wit speelde 31. c5?! bxc5 32.Db7 g5 en stond natuurlijk nog steeds beter, maar het is ook tweesnijdend.  Even later werden de dames geruild en na wat wederzijdse fouten en foutjes had wit weer een duidelijk gewonnen stelling bereikt.

Toch is enige nauwkeurigheid vereist. Bijvoorbeeld 49.Txg4 Kd6 of 49.d6+ Kd7 en de remisemarge is opeens dichtbij. Maar Martijn deed het voor de hand liggende en enig goede 49.Kg3 Kd7 50.Tc6!

Nu is goede raad duur, zwart verliest zijn pionnen maar wit houdt er nog eentje over. Peter speelt zijn laatste troef uit: 50…c4 51.Txc4 Kd6 52.Txg4 Kxd5 53.Kxh3

Peter had dit eindspel eerder gehad, in 2014, en wist dat het eindspel van toren en randpion tegen goede loper (niet de kleur van het hoekveld) remise zou worden. Maar wel met de aantekening, die hij ergens had gemist, dat dit alleen geldt als de pion verder is dan a4.

Aanvankelijk deed wit alles goed en vond een manier om de zwarte koning uit de hoek te jagen

Hij speelde 64.Ta7+ Kb8 65.Te7 Ld4 66.Te4 Lf2 67.Te8+ Kc7

om tot de conclusie te komen dat de loper op de g1-a7 diagonaal nog steeds de doortocht van de koning blokkeert. Hier raakte wit het spoor bijster, miste de studieachtige winst en kon niks beters verzinnen dan een keer de pion opspelen. Er werd nog doorgespeeld tot zet 113, maar na 6 uur spelen was de onvermijdelijke conclusie toch eindelijk ingedaald: remise en een hard bevochten 4-4.

Hoe had het dan wel gemoeten? Het antwoord staat in Müller & Lamprecht, Fundamental Chess Endings (2011), diagram 7.31, maar dan aan de andere kant van het bord.

De hoofdvariant laat goed zien waarom de pion op h4 moet blijven; de koning heeft de velden h6 en h5 nodig om veld f4 te bereiken, terwijl de toren de zwarte koning van de h-lijn moet blijven afsluiten. Voor de zijvarianten is het goed nu even bord en stukken erbij te halen, als u tenminste de nuances goed wilt doorgronden.  1…Kg8 2.Tg7+ Kf8 (2...Kh8 3.Te7 Lc6 4.h5 Lb5 5.Tc7 Kg8 6.Tc3 La4 7.Kg5 Lb5 8.h6 Kh8 9.Tc8+ Kh7 10.Tc7+ Kh8 11.h7) 3.Tg5 Kf7 4. Tg3 Lc2 5. Kh5 Op weg naar f4

5…Lb1 (a. 5...Kf6 6.Tc3 Lb1 7. Tc7 Ld3 8.Kh6 Lb1 9. h5 Ld3 10.Tc3 Le4 11.Tc4 Ld3 12.Tf4+, of b. 5... Ld1+ helpt ook niet, omdat wit niet toelaat dat de loper terugkeert naar de b1-h7 diagonaal. 6.Kg5 Kg7 7.Tc3 Le2 8.h5 Kh7 9.h6 Lf1 10.Tc7+ Kh8 11.h7) 6.Tg5 Lc2 7.Kg4 Lb1 8.Kf4 Kf6 9.h5 Lc2 10.h6 Lb1 11.Tg7 Lc2 12.Tc7 Ld3 13.h7 en wit wint.

Over de rest kunnen we kort zijn. Aan de topborden zagen we een reeks korte remises; beslist niet inhoudsloos, maar vooral uit veel respect voor de tegenstander. Daar had ons oud-lid Jan Burggraaf geen last van, zeker niet nu zijn woeste baard goed zijn speelstijl reflecteert. Snel spelend als altijd, vol zelfvertrouwen op basis van recente resultaten schoof hij Hubrecht aan de kant. Rob en Ben speelden wel ‘echte’ remises, terwijl invaller Andrii een fraaie positionele prestatie liet zien. Met wit spelend zette hij een toren op veld d6, waar het door allerlei stukken geslagen kon worden – met als gevolg dat na exd6 de loper op b2 tot leven komt en de partij gaat beslissen. Slaan was dus geen optie, maar de verlammende werking van de voorpost was ook voldoende voor de winst.

Dit was ronde negen, en rest nog het inhaalduel tegen het puntloze Saende 2, om onze riante middenpositie te consolideren.

Plaats nieuwe reactie

Reacties (2)

  • Peter Beerens
    Peter Beerens
    27.04.2022
    Mooi verslag Max. Heel leerzaam. Voor als ik volgende keer dit eindspel eens met de toren mag spelen....
  • richard fritschy
    richard fritschy
    28.04.2022
    Bedankt, Max, voor het wederom fraaie verslag. Vergeef mij, maar ik zie af van het doorgronden van verdere nuances. Ik heb nu al lichte hoofdpijn.