Het tweede boekt onverwacht grote zege op De Waagtoren 2

Maar het goede nieuws is: we wonnen overtuigend en dat was een enorme opsteker. We waren voor het eerst op volle sterkte en hadden voor het eerst een rating-overwicht op de tegenstander. Lange tijd was er sprake van min of meer evenwicht, met HWP een puntje aan de goede kant. Het werd al snel 1,5-1,5. Rob Mulder lijkt een angstgegner te zijn voor Daan Geerke. De laatst gespeelde partij won Rob ook al van hem. Nu ging het wel heel hardhandig.

In een mengeling van Trompovsky en London zal wit toch wel eens gekeken hebben naar Robs antwoord: 5 .. Pxe4!, maar gek genoeg sloeg wit hier aan het denken en speelde 6 Pge2?!, maar dat kan hem niet zijn. Beter is 6 Pxe4 Db4+ 7 Dd2 Dxe4+ 8 Pge2 met een klein voordeeltje voor wit. Misschien verwarde de witspeler de twee Pge2's? In elk geval duurde de partij maar kort: 6...Pf6! 7.Le5?! Pxd5 8 Pxd5 ed5 9 Pf4? Db4+ 10 c3 De4+ 11 De2 Pc6 12 Pxd5 Dxe5 13 Dxe5+ Pxe5 14 Pc7+ Kd8 15 Pxa8 b6 16 a4 Lb7 17 Pxb6 ab6 18 a5 ba5 19 Txa5 Kc7 20 b4 Pc6 en wit gaf het op.

Zo mogelijk nog korter was de blooper die Enno aan bord drie leverde tegen Dirk van de Meiden. Hij was kennelijk nog niet hersteld van zijn bekernederlaag tegen Bart de Valk. Maar wat hij op het schaakbord legde overtrof alles: na 14 zetten door de tijd heen en een stuk weggegeven:

Misschien staat het nog bijna gelijk, maar de witte stelling zou een stuk beter zijn met de g- en h-pion nog in hun beginstand. Omdat ik de stelling nog nooit goed heb bekeken, voelde ik me een kat in een vreemd pakhuis. Zo kwam ik op het krankzinnige idee van: 11 Lb5???? Wat grappig om zo een stuk te offeren en gebruik te maken van de penning op dame b6, dacht ik nog: 11 .. Lxb5 12.Db3 cxd4 13 Pxb5?? Dreigt Pd6+, maar beter is 12 Dxb5. 13 .. Lb4+ en alles is voorbij.

Harry voegde snel daarna een halfje toe al vroeg hij zich wel af waar hij en zijn tegenstander de twee uur bedenktijd aan hadden besteed, zo inhoudloos was de partij.

Hierna begon er enige tekening in de strijd te komen. Jan Boekelman (voor HWP 2 een transfer vergelijkbaar met die van Frenkie de Jong) had zo'n geweldige stelling dat hij zeker zou gaan winnen. Zijn tegenstander kwam al 20 minuten te laat en moest in een vrij hopeloze situatie al snel op zijn increment spelen. Het was een echte wurgpartij.

Toen ik deze stelling zag vroeg ik me af of wit d5, e5, f5 of g4-g5 zou spelen om zwart te slopen. En dat probleem zag Jan ook aankomen. Maar zover hoefde het niet eens te komen, want de zwartspeler had geen zin in stug verdedigen en forceerde de stelling wat als een boemerang werkte: 21 Pd3 Pc4 22 Pc5! Pxc5 23 dc5 Pa5 Verliest een pion. 24 Dxa6 Txa6 25 Pxa4 Pb3 26 Tc3 Txa4 27 Txb3 Ta7? 28 Td7 en zwart gaf op omdat hij nog een pion verliest.

Dat was 2,5-1,5, maar het was nog zeer onduidelijk of we ook echt zouden winnen. Peter zou wel remise worden, Ben had een stelling zoals we van hem gewend zijn, Theo kwam geleidelijk slechter te staan en Hubrecht stond in elk geval gemakkelijk.

Peter maakte ondanks kleine onnauwkeurigheidjes vrij gemakkelijk remise tegen Perez Garcia. Even leek het erop dat Hebert een voor Peter moeilijk eindspel met sterke loper tegen een paard zou proberen uit te melken, maar de oude meester was algauw tevreden. Het leukste moment was dit:

Het thema van de partij was: loperpaar tegen ontwikkelingsvoorsprong. Met zijn laatste zet geeft wit enkele kansjes aan zwart, maar die moesten wel goed doorgerekend worden en dat deed Peter goed. Het vervolg was 17 .. Lxc3!? Dit is niet de goede pion. Na 18 bc3 Pxc3 19 Df3 Pxd1 20 Dxd1 Tfd8 21 Df1 staat hoogstens wit een tikje beter. Hebert nam niet op c3, maar wikkelde af naar remise met 18 Lxd5 Lxd2 19 Txd2 ed5 20 Txd5 en er was weinig meer aan de hand al maakt Peter het zich niet heel gemakkelijk door te vervolgen met 20 .. Tfe8?!.

Maar beter vanuit de diagramstelling was 17 .. Lxg3! Peter ontdekte bij zijn eigen berekening dat na 18 Pc4 Dc5 19 b4 Pxc3 20 bc5 Pxe2 21.Kf1 Pxc1 22 fxg3 zijn paard op c1 verloren gaat. Maar wat hij niet zag, en machines wel, is dat na 17 .. Lxg3 18 Pc4 Dc5 19 b4, zwart de mooie zet 19 .. De7! heeft met gelijke stelling.

Hubrecht zat met zwart aan de zonnige kant van een gelijke stelling. Hij won een pion, maar liet zich daarna om de pion te behouden in een zeer passieve stand opdringen en dan kun je niet winnen. Maar wel verliezen:

Zwart heeft een doorbraak in het centrum geforceerd, maar dat heeft alleen wit maar kansen gegeven. Hubrecht speelde nu 36 .. Dg6?? en bood remise aan. Wit nam het niet aan, maar na 37 Dxd4 Db1+ 38 Kf3 Dxa2 staat het potremise. Maar wit heeft beter na .. Dg6: 37 b5 en zwart kan opgeven. Als hij ruilt op e4 (wat ooit eens moet, dan beslissen wits vrijpionnen.

Dat was dus 3,5-2,5 met alleen nog Theo (slechte stand) en Ben (onduidelijk) voor de boeg. De spanning kwam tot een kookpunt, maar toen alles was afgelopen stond er wel 5,2-2,5 op het wedstrijdformulier. Eindelijk zat het eens goed mee.

Ook Theo had kunnen verliezen, maar zijn tegenstander gaf zijn winststelling op curieuze wijze weg:

Zwart staat bijna gewonnen, maar nog niet helemaal. Hij speelde hier heel onvoorzichtig 54 .. Txh4?, waarna het gelijk staat. Wit speelde natuurlijk 55 c5, want Lg4 is ineens gepend en zal eerst nog met h5 gedekt moeten worden en intussen dreigt wits c-pion in sneltreinvaart door te stomen. Maar na 55 .. h5?? Hier heeft zwart de tijd niet voor. 56 c6 Th1 57 Txg4 hg4 58 c7 Tc1+ 59 Lc2 stond de overwinning van Theo en HWP 2 vast. Zwart had zich nog wel kunnen redden met 55 .. Kf7.

De overwinning kreeg nog extra cachet doordat Ben, die ook had kunnen verliezen, uiteindelijk toch als winnaar uit de strijd te voorschijn kwam. Het spel golfde heen en weer: van koningsvleugel naar damevleugel, van voordeel naar nadeel en ook heel veel gelijke stelling. Enkele momenten uit deze enerverend partij:

De indruk bestond dat Ben een prima stand had, maar de machines vinden het vrijwel gelijk.

Omdat er op de koningsvleugel niet veel meer te halen valt, is Ben overgeschakeld naar de damevleugel, maar zijn stelling is er niet beter op geworden. Zwart speelde principieel (aldus Ben) 32 .. c5, maar ook g4 stelt hoge eisen aan wit.

Zwart is al aan de winnende hand. Ben speelde 39 Td4?? en had na .. Dxd4 kunnen opgeven, want na 39 Lxd4 gh3 loopt de h-pion door. Maar zwart speelde 39 .. De1+. De stelling bleef onbegrijpelijk ingewikkeld, maar uiteindelijk maakte zwart de laatste blunder:

Ben staat iets beter, maar na zwarts 45 .. Txh6?? wist onze man het wel: 46 Dg8+ Tg7 47 Txh6+ Kxh6 en nu was 48 Lf8 nog net wat doorslaggevender dan het gespeelde 48 Dxb8.

Heerlijk zo'n ruime overwinning op een medegegadigde. Intussen zijn de teams erg in elkaar geschoven qua wedstrijdpunten, maar Leiderdorp en Schaap of Mach (of hoe die club ook mag heten) zijn nog steeds de grote kandidaten voor het kampioenschap.

Stand in 3D na ronde 4