HWP II presteert het onmogelijke en verlaat de derde klasse

Max Merbis | |   HWP KNSB 2 |   1 reactie

Velen onder ons, en al helemaal de beoogde spelers van het tweede, zullen aan het begin van het seizoen gedacht en gehoopt hebben dat het tienjarig jubileum van HWP II in de KNSB met enige luister zou worden gevierd. Want inderdaad, het is alweer tien jaar geleden dat HWP II oppermachtig de Promotieklasse van de NHSB won.

Indra Polak, toen blijkbaar nog te licht voor het eerste, scoorde een prima 7 uit 9, waarbij het compliment zowel geldt voor de zeven als voor de negen. Ook Peter Beerens deed het goed met 6,5 uit 8, David Joziasse (wie kent hem nog) en Rob Mulder hadden mooie plusscores, niemand viel echt door de mand en, ook belangrijk, er waren slechts drie invallers nodig die in de acht door hen gespeelde potjes een ruime plus scoorden. Hoe anders is de wereld een decennium later.

De prognoses waren nog wel goed. De kern van het tweede zou bestaan uit superervaren spelers, in hun jongere jaren gelouterd in alle hogere klassen van de KNSB, en in de kracht van hun tweede of derde schakersleven. De eerste ontluistering kwam al snel: we waren ingedeeld in een poule met de Amsterdam Berserkers, een nieuw team dat in de eerste klasse thuishoort maar verplicht werd de lange gang door de lagere regionen met de onvermijdelijke 100%-scores te volbrengen. Hoe het tweede daar een schamel halfje ophaalde is genoegzaam bekend. De tweede ontluistering was dat het daarna voor geen meter draaide. Het zwakke Spaarne werd dan nog wel overtuigend verslagen, maar pas in ronde 7 werd er weer gewonnen, in een degradatieduel tegen De Wijker Toren. Toen werd duidelijk dat de laatste twee wedstrijden gewonnen moesten worden, ook al omdat zelfs de achtste plek tot degradatie zou kunnen leiden. Met twee afgetekende nederlagen kwamen we niet eens in de buurt.

De laatste wedstrijd tegen Santpoort was dus in wezen een formaliteit en met drie invallers aan de staartborden een kansloze missie. De diverse afzeggingen resulteerden erin dat Max aan bord 1 plaatsnam, uiteraard tegen een De Roode, dit keer Martijn. Die liet zich in op een voor zwart mindere zijvariant van de Tarrasch, en stond na logisch en accuraat spel van Max binnen 20 zetten in hogere zin verloren.

Merbis - M. de Roode na 17...Dc8

Sterk was hier 18. c4 geweest, want op 18…dxc4 komt Txd7, en op 18…Lxh3 komt 19. cxd5, en de pluspion van wit wordt een gevaarlijke vrijpion, bij betere stelling.  Max speelde het langzamer, liet wat tegenspel toe, en na een gedwongen maar sterk kwaliteitsoffer van zwart keken zijn bangelijke torens tegen een oppermachtig loperpaar aan, en dwong hij maar remise af door zetherhaling. De computer had doorgespeeld, maar ja, die maakt geen foutjes. Dat was dan de zesde remise op rij van Max tegen de familie De Roode, die ook in zijn eerste witpartij de ban tegen hen niet kon breken.

Opmerkelijk genoeg speelde Peter Beerens pas zijn eerste partij tegen Peter de Roode, en nog opmerkelijker, bleek niet op de hoogte van de finesses van zijn lijfopening, toen De Roode een minder gangbare variant speelde. Daarna overzag hij een tactisch grapje (ook vreemd), dat een pion kostte en daarna viel de slechte stand niet meer te repareren.

Hier bleef het niet bij. De rest van de vaste kern rokeerde lang, dwz drie nullen op rij. Rob, met wit, mishandelde een Pirc. Nu zal hij zelf als eerste toegeven niet de subtiele zetverwisselingen en kansrijkste opstellingen te kennen die nodig zijn wanneer zwart meteen Lg7 speelt of dit een aantal zetten uitstelt. Gelukkig hoeft dit ook niet per sé in de derde klasse, laat staan in de vierde.  Maar dan moet je wel de tactische kansen aangrijpen wanneer die zich voordoen, en helaas lagen die dit keer op superelite-GM niveau, en misschien nog wel ver daarboven.

Mulder - Visser na 18...Lxf3

Rob speelde hier zonder nadenken 19. exf7+ en verloor redelijk geruisloos na Dxf7. Met het briljante 19. Thf1 kon wit de bordjes verhangen. Na 19…Lxd1 komt 20. Pfd5 Pxd5 21. exf7+ Kf8 22. Lxg7+ Kxg7 23. Dd4+ Kh6 24. g5+ Kxg5 25. Dxd5+ Kh6

Hiermee zijn we er nog lang niet. Nu zou je ook nog moeten zien dat wit met schaakjes de dame naar f6 kan spelen, op d1 kan slaan om met Tf3 een matnet te knopen.  Rob heeft naar eigen zeggen vrede met de vierde klasse, en kan daar ongetwijfeld met eenvoudiger middelen punten scoren.

Enno, vervolgens, behandelde met zwart de Pirc ook niet volgens het boekje. OK, dit was een zetverwisseling, met het ongebruikelijke Lf4, maar onze theoreticus leek al na een paar zetten out-of-book en deed zetten alsof hij Koning-Indisch speelde waarmee hij zichzelf elke vorm van tegenspel ontnam. Ben had daarentegen spel genoeg toen hij zijn Ben-Only mocht spelen, de bijnaam van een eigen systeempje dat vroeger nog wel eens successen baarde. Nu miste hij allerlei kansrijke voortzettingen en werd het Ben-Nowhere.

Het goede nieuws kwam van de invallers, met name Roel Faber en Mink Muskens. Zij doen het de laatste tijd heel aardig in de interne, en met verbeterd timemanagement (bij Mink) en stevig verdedigen (bij Roel) kwamen keurige remises op het bord. Dat Chris dan verliest van de oude rot Jan Burggraaf, tsja, dat kan bijna iedereen in de derde klasse overkomen.

Zo komen we bij de eindafrekening en die is niet mals. In het laatste HWP-Jaarboek worden de voordelen, en daarmee de kracht van de pensionado’s nog breed uitgemeten, maar elk voordeel heb z’n nadeel, en dat blijkt wel uit de opkomst. Ze spelen lang niet altijd mee, omdat de heren zo nodig tijdens het schaakseizoen langdurig op vakantie gaan, of menen nog wat te moeten bijklussen en dan ligt stroefheid op de loer. Kopman Jan Boekelman scoorde gelukkig wel (TPR 2311), maar verscheen slechts vijf keer achter het bord (4,5 punt). Medekopman René Duchêne werd ongeslagen en soeverein topscorer met 5 uit 7, en had bij een meer dan theoretische kans op lijfsbehoud acht partijen kunnen spelen. Hier gaan we niks van zeggen, een lichtend voorbeeld voor de rest en net als bij Jan een open sollicitatie naar het eerste. Spelen in de vierde klasse zou ver beneden hun stand zijn en misschien moet er wel dispensatie voor worden aangevraagd, zo niet bij de Bond dan wel de plaatsingscommissie. Max grossierde dit seizoen in nullen, vooral na een dramatische nederlaag in de interne door een grafzet in een verder voortreffelijk gespeelde pot, en had pas de laatste twee ronden weer wat controle. 2,5 uit 7 is (ver) beneden zijn stand. Dat geldt ook voor Peter die precies dezelfde score had, met als kanttekening dat hij meestal aan een hoog bord speelde. Harry probeert tegenwoordig solide te spelen, maar verloor dit seizoen desondanks nog net zo vaak als ie won en eindigde met 50% uit zeven partijen. Enno haalde ook 50%, uit vijf partijen, maar Rob, Ben en Hubrecht bleven alle drie heel dik in de min; als een collectief zo presteert dan is degradatie niet veel weg.

Ook de elf invallers konden het tweede niet redden; uit 15 partijen kwamen 3,5 punten. Het goede nieuws is wel dat de laatste wedstrijd heeft laten zien dat er nog potentie genoeg is binnen de club. Aangevuld met wat (bijna) pensionado’s die rijp zijn voor de vierde klasse kan dat een mooi team opleveren. Ze zouden zelfs de illusie kunnen koesteren dat het kampioenschap binnen bereik is. Zulke mythen kunnen het beste maar in stand worden gehouden.

 

Persoonlijke resultaten:

Santpoort 1                                        HWP Haarlem 2                6½-1½

Roode de, Martijn (2118)             Merbis, Max (2017)        ½ - ½

Roode de, Peter (2201)                 Beerens, Peter (2077)   1 - 0

Visser, Ingmar (1983)                     Mulder, Rob (1982)        1 - 0

Kors, Hans (1904)                            Noordhoff, Enno(1968) 1 - 0

Schaefer, Menno (1849)               Jong de, Ben (1876)        1 - 0

Roode de, Rob (1922)                    Faber, Roel (1690)           ½ - ½

Mulder, Mick (1801)                       Muskens, Mink (1669)   ½ - ½

Burggraaf, Jan (1908)                     Rensink, Chris (1674)     1 - 0

Gemiddelde Rating:       1961      Gemiddelde Rating:       1869      

Plaats nieuwe reactie

Reacties (1)

  • Richard Fritschy
    Richard Fritschy
    27.04.2023
    En tranen springen in mijn ogen als een verterend vocht (Drs. P.)