Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Het tweede uit de put na superspannende middag

Enno Noordhoff | | HWP KNSB 2 | 5 reacties

Altijd lastig: de wedstrijd na een verloren openingsronde. Nul uit twee als team is vreselijk, en als er dan een aantal spelers is met een score van nul of een half uit twee, dan gaan de koppies hangen. En dat leek lange tijd toch waarheid te kunnen worden.

De tegenstander was OZ/Utrecht 2, de fusieclub van Oud Zuylen met Utrecht. Het tweede van de fusieclub komt ongeveer overeen met het eerste van Oud Zuylen vorig jaar. En aan de hand van de eloratings hoefden we ons niet al te veel illusies te maken: wij 1960 en zij 2006. In de eerste ronde was hun gemiddelde rating nog 30 punten hoger. Maar toen verloren ze van het zwakker ingeschatte Leiderdorp.

Onze start was dramatisch. In no time kwamen we op een 2,5-0,5 achterstand en om nou te zeggen dat we dat aan diverse borden wel zouden goedmaken, daar leek het niet op.

Het begon met een flitsnederlaag van Ben. Hij heeft zo zijn eigen openingsgedachten, die ik niet meer zal onthullen, maar hij volgt wel het grote voorbeeld van elke schaker: Bobby Fischer. Die ging er net zo lang mee door tot hij er een keer mee won en dat was na veel nederlagen. Ben kreeg een redelijk prettige stelling, maar de superscherpe strijd deed erg denken aan Laurel en Hardy die het huis van een snorremans vernietigen terwijl die hun auto in elkaar ramt. Bij L&H is de vernietiging wederzijds, bij Ben was hij alleen het slachtoffer. Voor de 30e zet ging het licht uit. Er was overigens vrijwel geen touw aan vast te knopen wie er nu beter stond. De machines brengen geen uitkomst, integendeel: ze wisselen voortdurend van zetten en beoordelingen en duidelijke plannen zijn niet te ontdekken.


 
De Jong-Gouw na 14 f4

De hardloopwedstrijd is in volle gang. Zo'n wedloop is voor mensen wel begrijpelijk, maar de machines willen/zien andere dingen. Zwart zet nu een grote stap, lijkt het, met 14 .. c4 waarna wit zijn paardpion naar voren stoot al vinden de machines vreemd genoeg slaan op c4 beter: 15 g5 Pd7 16 f5 c3 Hierover zijn de machines verdeeld: ook Pc5 en cd3 worden genoemd:


 
De Jong-Gouw na 16 .. c3

En hier schiet Ben in de fout met 17 bc3 Beter eerst op e6 slaan. Er vindt een regelrechte executie plaats: 17 ..dc3?! Beter 17 .. Da5 met overweldiging. 18 Lxc3 Pb4 19 f6 Noodzakelijk voor redding was het onwaarschijnlijke 19 a3. 19 .. Da5



De Jong-Gouw na 19 .. Da5

Ben heeft moeite de verdediging op orde te houden en ruilt nu zijn beste verdediger. Maar dekken van a2 met 20 Pc1 leidt na 20 .. Txc3 21 fe7 Te8 22 Df4 Da3 tot hetzelfde resultaat. Zwart maakt het onberispelijk en snelspelend af, een complimentje kan er wel af voor Carol-Peter: 20 Lxb4 Dxb4+. Een wat luiere speler zou hier denk ik kiezen voor 21 .. Lxb4 met stukwinst, maar zwart ziet dat het mat gaat: 21 Kc1



De Jong-Gouw na 21 Kc1

21 .. Txc2! Dit had Ben overzien. 22 Kxc2 Tc8+ 23 Pc3 Dxc3+ 23 Kb1 Db4+ 25 Ka1 Tc2 en Ben liet de matzet niet meer uitvoeren.

Ook Peter moest zijn meerdere erkennen in Meindert van der Linde. Die ken ik vooral als talentvolle opkomende ster, maar hij heeft vermoedelijk ooit iets anders gekozen als levenvulling, want hij moet toch wel sterker zijn dan de 2040 van nu. Peter kwam beter uit de opening, maar drie achtereenvolgende suboptimale zetten veranderden de stelling grondig: opgeven was het enige. Peter erkende ootmoedig dat hij er na de opening niet meer aan te pas was gekomen en dat Meindert een maatje te groot was.

Het eerste halfje voor ons werd gescoord door Rene. Hij is natuurlijk in het tweede gekomen om stevig te scoren, maar voorlopig zijn er twee halfjes gescoord en daarover moppert hij, gezien het partijverloop in beide ronden, niet. Met wit kreeg hij nu weinig tot niets na de opening. Zijn tegenstander speelde het prima, maar uiteindelijk wist Rene het te keepen.

Hoe staat het globaal aan de overige vijf borden? Enno speelt het actief, in een Konings Indiër met een ongebruikelijk Lf4 in combinatie met e4. Maar of hij echt voordeel heeft is niet duidelijk. Harry staat prettig dus daar rekenen we een punt voor, want de tegenstander was een invaller met redelijk lage rating.

Aan bord vijf staat Hubrecht na de opening slechter, maar zijn tegenstander had wel moeite de stelling in de hand te houden. Wolf won een witte centrumpion op e4 in de opening. Daar rekenen we aanvankelijk op een punt. En ten slotte Allard, onze supersub die nog nooit verloren heeft bij zijn invalbeurten in de KNSB. Vaak ook goed voor een vol punt, maar nu in nood met een pion minder. Zou hij het remise houden?

Duidelijk is dat het erg close gaat worden. Als het meezit zou het wel een overwinning kunnen worden, maar zonder meevallers lag een nederlaag eerder voor de hand dan een gelijkspel. Maar het geluk lachte ons toe. En hoe.

Harry zette de stand op 2,5-1,5. Hij had een denderende stelling en had de partij dan ook sneller moeten beslissen.


 
Lips-Wagenaar na 16 .. Pd7

Wit speelde het voor de hand liggende 17 Dd3 met een duidelijke bedoeling, maar hij had hier beter: 17 Te3 De8 18 De2 Opmerkelijk, want Dd3 ziet er toch fantastisch uit. Maar de machines zien het goed: wit moet f5 verhinderen, want daarna kan zwart nog even overeind blijven. Men zij gewaarschuwd: speel niet altijd de meest voor de hand liggende zet. 18 .. c5 19 d5 e5 20 f4 f6 21 Tf1 en zwart kan zijn executie alleen maar afwachten.

Er kwam nog een slechte fase van Harry om en bij zet dertig. Zwart kreeg nog een gouden kans op voordeel:


 
Lips-Wagenaar na 36 a5?!


Harry zal zich niet bewust zijn geweest dat hij nog in (groot) gevaar kon komen. Zwart speelde 37 .. e4? 38 ab6 ef3? en het was direct uit na 38 Txe8 xe8 39 Ta8 De3 b7. Maar hoe anders had het kunnen lopen als zwart de juiste aanvalspionzet had gedaan: 37 .. f4 38 g4 ba5 39 Txa5 Lxg4 40 fg4 f3! 40 Te4 Pf4 en de witte stelling ziet er ineens heel schamel uit.

Dus geen 3,5-0,5 maar 2,5-1,5. Toch waren we er nog niet. Wolf ging wat teleurstellend naar remise toen hij een verdwaald paard alleen kon redden met inlevering van zijn pluspion. Dus moest het komen van Hubrecht, Enno en Allard. De laatste moest zich naar remise vechten. Maar de zon ging op toen zowel Hubrecht als Enno het volle punt inbrachten en HWP 2 de wedstrijd won toen Allard remise hield.

Hubrecht won zijn partij vanuit een slechtere stelling, omdat zijn tegenstander niet goed was opgewassen tegen het zwarte initiatief, terwijl dat niet zo heel moeilijk was geweest.
Een heel leerzaam moment doet zich voor in de volgende stelling:


 
Hummel-Van den Brekel na 25 .. Lxa4

De witspeler heeft zojuist onnodig zijn pluspion weggegeven (op a4) maar hij zal slapeloze nachten krijgen als hij zijn volgende zet weer onder ogen krijgt: 26 c3? Wat bracht hem op het idee een graf voor zijn eigen loper te delven? Dit komt nooit meer goed en het enige wat zwart hoeft te doen is zo veel mogelijk ruilen, het liefst tot een eindspel met ongelijke lopers. En aldus geschiedde. Het volle punt is Hubrecht wel gegund, want zijn laatste overwinning dateerde van de tweede (!) ronde vorig jaar. Hopelijk volgen er dit jaar meer.

En dan de partij van uw verslaggever. Hij was zelf erg tevreden over wat hij op de schaakmat legde, dat was de laatste weken wel anders. Het begon al in de opening. Na 1 d4 Pf62 c4 g6 3 Pc3 Lg7 4 Pf3 0-0 5 h3 d6 6 Lf4 Pc6 7 e4 begon voor het eerst sinds lange tijd mijn hart in de keel te kloppen. Kan ik een schijnoffer geven?


 
A. Schwartz-Noordhoff na 7 e4

Al na zes zetten iets nieuws neerzetten? Nou het is niet echt nieuw, maar voor mij wel. Het schijnoffer is goed, maar de machines vinden 7 .. e5 beter. Het ging als volgt: 7 .. Pxd4 8 Dxd4 e5 9 Pxe5 Ph5 Ik dacht dat zwart zo prima spel zou krijgen, maar in de post mortem zag ik direct dat 9 .. Pd7 misschien veel eenvoudiger is. Na 10 Lh2 de5 11 De3 moest ik omschakelen naar 'hoe goed staat zwart nu?'. Om leuk spel te behouden koos ik voor een pionoffer, waarbij mijn grote KID-loper op g7 een vorst(in) wordt, maar waarin niet helemaal zeker is dat zwart ook voordeel heeft.
11 .. c6 12 Le2 Pf4 13 Lxf4 exf4 14 Dxf4 De machines vinden het een klein voordeeltje voor zwart, maar hoe houd ik mijn spel actief? Mijn oorspronkelijke plan was 14 .. Da5, maar na 15 Tc1 leidt het nemen van pion a2 met 15 .. Lxc3 16 Txc3 Dxa2 tot niets na 17 Dc1. Beter is om eerst 14 .. Lxc3 te doen. Maar zo snel doet een KID-speler geen afstand van zijn superloper!


 
A. Schwartz-Noordhoff na 14 Dxf4

Na enige tijd kwam de juiste zet tevoorschijn: 14 .. f5! Het was me niet duidelijk of zwart hier voordeel behaalt, maar het speelt wel prettig met zo'n zwartveldige loper en voorsprong in ontwikkeling. Maar dat kan heel tijdelijk zijn. Mijn oude schaakvriend Christofoor Baljon wees me erop dat de tekstzet sterker werkt als zwart eerst met Db6 en eventueel Db4 onrust stookt op de damevleugel. Daarna is f5 nog sterker.

Wit speelde 15 0-0 fe4 16 Dxe4 Beter is 16 Tad1. 16 .. Lf5 17 De3 Dh4 Een blufzet die succes heeft. 18 Dg3 Dxg3 19 fg3 Wits pionnenstelling op de koningsvleugel heeft feitelijk een vrijpion ingeboet. Dit vereenvoudigt zwarts kans op een voordeeltje. 19 .. Tad8 20 Tad1 Ld4+ 21 Kh1 Het staat nu vrijwel gelijk, maar de zwarte stelling speelt prettiger. 21 .. h5 22 Lf3?! Dit kost een pion. 22 .. Lxc3 23 bc3 Ld3 24 Te1 Lxc4 25 Txd8 Txd8 26 Te7 La6 27 Le4 Td6 Hierop stuurde ik aan. Maar ik taxeerde de stelling fout.


 
A. Schwartz-Noordhoff na 27 Td6

Zwart heeft geaccepteerd dat hij in een stevige omklemming zit, in ruil voor een pion. Ik meende dat ik uit de klem kon komen via Td6-f6-f7, maar dat blijkt niet te kloppen wegens de pionzet h4. Als ik dan Tf7 speel zit zwart na Te6 in de problemen. Ik vrees dat zwart hier een lastige strijd voor de boeg heeft als wit de houdgreep in stand houdt. Maar hij gaat op een onbelangrijk pionnetje a7 af, waarna mijn betere koningspositie de doorslag geeft.
28 Te8?! Beter dus Kh2 en h4. 28 .. Kf7 29 Ta8 Te6 30 Lc2?! Te3 31 Lb3+Ke7 32 c4 Zwart heeft nu beslissend voordeel. Maar als je nooit een eindspel hoeft te spelen, is het maar de vraag wat ervan terechtkomt. Na 32 .. Txg3 33 Txa7 Kd6 34 Ta8 Kc5 35 Kh2 h4 36 Te8 Kd4 37 Td8+ Kc3 39 Te8?! Td3?! 39 Te7 Lxc4 40 Txb7 Ld5 41 Lxd5 cd5 leek het toreneindspel met een snelle d-pion en een actieve koning (vergeleken met de witte) me gemakkelijk gewonnen. Maar de machines zijn bescheiden over zwarts voordeel: +=.


A. Schwartz-Noordhoff na 41.. cxd5

Intussen was duidelijk dat ik in elk geval moest winnen: Na 42 a4 Td1 kan wit het houden als hij met zijn a-pion doorstoomt. Hij speelde het vreselijke 43 g4? -+ d4 44 Tc7+ Kd2 45 Tc6 Ta1 46 Txg6 Txa4 47 Kg2 d3 48 Td6 Ke2 49 Te6+ Kd1 en wit gaf op. Daarmee werd de stand 4-3 en toen Allard zijn moeilijke eindspel in remise wist om te zetten, hadden we de twee matchpunten binnen.

 

Twee winnaars van de dag genieten na bij de na-analyse in het Denksportcentrum.

Plaats nieuwe reactie

Reacties (5)

  • Allard Ligteringen
    Allard Ligteringen
    12.10.2016
    Mooi verslag weer Enno!
  • Paul Tuijp
    Paul Tuijp
    12.10.2016
    Ja prachtig verslag. Ik kijk altijd uit naar je analyses Enno.
  • Richard Fritschy
    Richard Fritschy
    13.10.2016
    Dag Enno, zoals altijd was je verslag weer zeer de moeite waard.
    Al werd ik wel een beetje duizelig van je laatste vier omgedraaide diagrammen.
  • Frits Bakkes
    Frits Bakkes
    15.10.2016
    Vanuit den vreemde een poging uit de losse pols: De Jong-Gouw na 16.....c3: waarom niet meteen f6?
  • Indra Polak
    Indra Polak
    12.03.2017
    In de diagram stelling lijkt het bijna zelfmoord om pion a7 te gaan winnen. Kun je dan niet de toren opsluiten? Bv. Te8 Kg7 Ta8 Te6 Lc2 g5 Txa7 Te8! En die toren komt nooit meer weg...als wit c6 aanvalt met zijn loper volgt Tc8.