Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

Three steps to heaven. Step three: HWP2 gehandhaafd!

Enno Noordhoff | | HWP KNSB 2 | 2 reacties

Het Denksportencentrum aan de Spaarne stond zaterdag bol van de spanning. Het eerste kon kampioen worden en het tweede moest zich zien te handhaven in het onderlinge duel tegen Uit Vriendschap Sterk (UVS) 2. Dat het eerste het wel zou halen, was te verwachten, maar in een onderlinge wedstrijd om de degradatie kunnen er altijd rare dingen gebeuren.

Duidelijk is wel dat het tweede dit jaar een bijzonder ongunstige loting heeft gehad wat de tegenstanders betreft. We hadden na zes ronden alle sterke kopteams gehad (kampioen LSG 2, het verrassend scorende Leiderdorp, Fischer Z en BSG 2) en al die wedstrijden verloren we. Op zich hoeft dat niet vervelend te zijn, maar het heeft vaak ook tot gevolg dat allerlei spelers met hopeloze scores te maken hebben: Enno 1 uit 5, Pepijn 0,5 uit 5, Wolf 1,5 uit 5, Hubrecht 1 uit 5 en Ben 2 uit 6. Zoiets gaat aan je vreten en het was duidelijk dat de drie slotwedstrijden alle gewonnen moesten worden om zich te handhaven. En dat is het tweede gelukt!

Het was al een goede opsteker dat aan de eerste twee borden snel prachtige stellingen stonden voor ons. Met die twee punten zouden we aan 1,5 uit de overige 6 borden niet degraderen. Dat gaf behoorlijk wat rust.
Daarbij kwam dat Peter vrij snel zijn punt scoorde (wat een jaar voor Peter met een TPR van zo'n 2100). Nog even en hij kan zo naar het eerste.
In de opening moest Peter even heel lang nadenken en besloot hij tot een pionoffer met 9.Pc3:


 
Beerens-Clermonts na 9.Pb1-c3

Peter had dezelfde stelling (zonder 9.Pc3) al eens gehad in een rapidpartij tegen Jaap de Jager. Dat ging helemaal fout voor wit na 9 Lg2 Pc6 10 0-0 Pxd4 11 Td1 0-0-0. Nu kwam de stelling vrijwel in evenwicht, maar de Nijmegenaar speelde onvast verder. De gelijke stelling veranderde snel in een slechte en de blunder kon niet uitblijven:


 
Beerens-Clermonts na 18 .. f6

Als het paard wijkt, is wits voordeel beperkt, maar Peter speelde nu 19 Dc2!! (interpunctie van Peter zelf) waarna het helemaal uit is na 19 .. Db4+ 20 Kf1 fe5 21 Lxd5 ed5 22 Dc7 Ke8 23 Dxg7.

Op dat moment leek het tweede eigenlijk helemaal veilig. Harry taxeerden we op een halfje, Enno en Wolf ook en Hubrecht en Ben hadden beiden een plusstelling. Maar wat was er bij Indra gebeurd? Hij was ineens een stuk kwijtgeraakt. Zijn positieve inbreng door zijn goede stelling was voldoende geweest.

Ineens ging het heel snel.
Harry vergiste zich in een ingewikkelde stelling:


 
Kurstjens-Lips na 18 Pc4

Zwart heeft vrijwel gelijk spel, maar nu ontglipt Harry een blunder met 18 .. f5??. Hij besefte niet dat Te7 ongedekt staat: 18 ef5 (Zwart had ook overzien dat g2 gedekt staat) 18 .. e4 19 fxg6 Dxg6

Van de weeromstuit ging Harry over tot de harde aanpak en met hulp van zijn tegenstander geschiedde er snel een klein wonder:


 
Kurstjens-Lips na 25 .. e3

Nu was het wits beurt voor een blunder. Na 26 f4 zou wit voordeel behouden, maar hij speelt 26 fxe3? en ziet zijn stelling ras ineenschrompelen al miste Harry zelf wel direct 26 .. Lxg2!.
Na over en weer wat suboptimale zetten slaat het noodlot dodelijk toe voor wit:



Kurstjens-Lips na 29 .. Txe3

Wit had zich kunnen redden met 30 Dxh7, maar speelde 30 Df1? waarna 30 .. Tf8! wint. Er volgde nog 31 Pf3 Lxf3 32 Td3 Tg8 (beter Lxg2) 33 g4 Lxg4 34 Txe3 Lh3+ en wit gaf op. Wat een slachtpartij!

Door deze meevaller was de wedstrijd feitelijk beslist. René won moeiteloos als verwacht. Hij deed dat rustig maar niet minder efficiënt. Toen Wolf daarna ook een vol punt scoorde waren de benodigde 3,5 punt ruim binnen, want intussen hadden Hubrecht en Ben elk een halfje toegevoegd aan het totaal.
Triest was het wel dat Indra, die ons allen zo veel vertrouwen in een goede afkomst schonk, zelf het onderspit dolf. Hij had een zeer superieure stelling en kon naar mijn idee nooit verliezen, maar dat kun je dus nooit zeggen bij het schaken. Zijn tegenstander ontfutselde onze man zomaar een stuk en dat leidde tot een nul, de eerste voor Indra dit jaar.

Aan de remises van Hubrecht en Ben en de nederlaag van Enno zit een klein verhaaltje. Eerst vroeg Ben me of hij remise mocht geven. Ik zei dat hij zijn mooie stelling rustig kon uitmelken, want HWP 2 was immers al binnen. Hubrecht kreeg hetzelfde te horen toen hij meedeelde dat hij remise ging opeisen. Maar ze luisterden niet naar me!
Dit waren de eindstellingen:


 
De Jong-Van der Plassche na 34 Tf8

Wit heeft duidelijk voordeel. Bijvoorbeeld: 35 f5 (Dit was Ben van plan) 35 .. Te8+ 36 Kf7 Te3 37 Td2 Kd7 38 Kg6 met weinig kans op behoud voor zwart.



Quint-Van den Brekel na 37 .. Tc8

Ook Hubrecht heeft goede kansen, maar hij durft het niet aan. Stel dat je het nog verknalt. Zwart heeft een behoorlijke technische klus te klaren, maar risico loopt hij niet echt. Eerst de torens ruilen en dan de tegenstander pijnigen tot ie de moed verliest.

Tja, en daar stond ik dan met mijn goede raad. Doorspelen moest ik, want het doet er niet meer toe als je verliest. Dus weigerde ik het remiseaanbod, in betere stelling voor mijn tegenstander. Ik moest mijn 'moed' duur bekopen en dat terwijl mijn tegenstander slechts 1 uit 8 had gescoord. Dat moet toch in je voordeel werken. Maar zie toch eens hoe ik twee maal een winnende voortzetting achterwege liet.


 
Noordhoff-Van Erp na 36 .. Pc6?!

Ik had al een tijdje eerder gezien dat ik altijd Lc7 bij de hand had om pion a5 te dekken. Maar wat een schok dat ik hier met 37 a6 gewoon kan doorlopen en een paard win. Het is niet direct verloren voor zwart, maar meer dan een technische klus is het niet.

Nog gekker was de denkfout die ik in de volgende stelling maakte:


 
Noordhoff-Van Erp na 46 .. Dc8

Een mat op g7 lonkt, dus moet mijn dame naar h6. Een normaal mens doet dat met 47 Df4 in twee zetten, waarna na 47 .. Kf8 48 Dh6+ Ke8 49 Dh8+ Kd7 50 Dxh3 wit gewonnen staat. Maar ik dacht dat het niet uitmaakte en speelde 47 Df2?!, waarna zwart 47 .. Dxa6?! speelde en ik na 48 Dh4 Pb4! ten onder ging. Wat ik niet zag (na 47 Df2 Dxa6) is dat ik nog op c5 kan slaan met goede winstkansen, maar dat was buiten mijn hersenrange: 48 Dxc5! h2 (de pion is toch niet te stoppen?) 49 De3! (Dreigt mat) .. Pd8 50 Dh6 Pe6 51 Dxh2 en wint. Kans genoeg op een waardig slot van het schaakjaar, maar helaas niet benut. 3 uit 8: volgend jaar moet het beter!

Gedetailleerde uitslagen:




Jaaroverzicht individuele scores:


 
Ro = rating per 1 mei 2017
Rc =  gemiddelde rating van de tegenstanders
W-We = invloed van alle KNSB-partijen samen op de elorating (x 25)



De eindstand van het seizoen 2016-'17:

Plaats nieuwe reactie

Reacties (2)

  • Paul Tuijp
    Paul Tuijp
    08.05.2017
    Een heel aardig seizoen dus nog. Door die rare uitslag van LSG in de laatste ronde net geen 5e. En hulde Enno, je verslagen inclusief analyses zijn altijd een genot. Telt ook meer dan alleen die 3 uit 8. Bloeddorstig ben je ook trouwens: geen remises!
  • Ben de Jong
    Ben de Jong
    08.05.2017
    Enno, bedankt voor je mooie verslag! Even een kleine aanvulling/correctie. Ik heb natuurlijk niet de remise aanvaard om jou in de gelegenheid te brengen om niet zelf te winnen (met 37. a6!) of om niet het in jouw ogen goede te doen met de aangeboden remise in jouw partij.
    Over mijn stelling: ik dacht inderdaad (te) lang na over de (achteraf mindere) zet 35. f5 maar twijfelde over het vervolg 35. ..Te8, 36. Kf7 en dan niet Te3, zoals jij voorstelt, maar Te2 en de stelling is ongeveer gelijk met de dreiging van slaan op c2 en b2 (en Lxf8 op termijn). Ik heb door die berekening totaal niet gelet op Lf6 wat een wel heel simpele en directe weg naar winst is vanuit de diagramstelling. Noem het een blokkade vanwege degradatiestress.
    Bovendien: als we dan ook nog veilig zijn middels deze remise, dan verklaart dat een beetje de twijfel achter mijn bord met remise tot gevolg (een resultaat door zetherhaling bereikt overigens).
    Conclusie: wij hadden achteraf gezien dus beide moeten winnen (en eigenlijk Indra ook) en dan was de eindstand zoiets als 7,5-0,5 geweest.
    Volgens die zelfde redenering was Feijenoord gisteren al kampioen geweest door 3 ballen tegen te houden en zelf er een in te leggen (terwijl het doel zo groot is!). Of, net zo makkelijk: als doelman Zoet van PSV niet de bal iets naar achteren had gehaald in de wedstrijd tegen Feijenoord (zonder die moderne doellijntechnologie van tegenwoordig) dan was Ajax dit jaar zeker kampioen geworden. Maar zo werkt dat niet geloof ik zeker en dat geldt ook bij schaken. We zijn er, dat is het belangrijkste!