Es ist vollbracht: HWP 3 KAMPIOEN
Het moest er een keer van komen, maar wat heeft het lang geduurd en wat zijn 'we' op de proef gesteld. Elk jaar werd de belangrijkste wedstrijd verloren en/of was iemand zo slim een glad gewonnen stelling te verknoeien. Maar dit jaar werd er juist gewonnen van de grootste concurrent (in ronde 6) en bleek de overwinning op het al gedegradeerde Krommenie precies genoeg: Caïssa Eeenhoorn en HWP 3 eindigden beide op 12 matchpunten en 34,5 bordpunten. En dan beslist het onderlinge resultaat. Dus HWP 3 volgend jaar in de promotieklasse.
We wisten dat er minimaal met 5,5-2,5 moest worden gewonnen, want Caïssa had zijn wedstrijd vier dagen eerder al gewonnen van het op papier (dus op rating) veel sterkere Castricum. Dat was wel even een domper, want met 5,5 bordpunten winnen is altijd een klus en zorgt zeker voor zenuwen. Die gierden dan ook regelmatig door de keel op de gedenkwaardige 20 maart 2017.
Net als tegen Caïssa opende Sjoerd in een vreemde partij de score. Wat te zeggen van deze stelling?
Van Raaij-Borgdorf na 12 .. Pce7?
Sjoerd verkoos zijn damepaard naar b3 te brengen in plaats van naar c3, maar verder ziet zwarts stelling er niet goed uit. Maar tien zetten later zag het er heel anders uit:
Van Raaij-Borgdorff na 23 Tg1?
Als zwart hier 23 .. Dxh4 had gespeeld, had ik niet geweten hoe Sjoerd de zaak droog kan houden. De zwartspeler koos voor 24 Txh4. Enkele zetten later kwam de collaps.
Van Raaij-Borgdorff na 25 .. Ke7??
Zwart ontpent zijn paard, maar niet op een goede manier! 26 Da3+ Kf7 27 Tg3 mat. Wel een grappig motief dat twee keer voor komt. Eerst 12 Dc2 met aanval op c6 en g6, en het afstandsschaak Da3+. Dat zie je gauw over het hoofd.
Sjoerd werd relatief snel gevolgd door Cees. Cees' strategie kan ik hier alleen weergeven als volgt: Pb1-a3/c3-b5-c3/a3-b1 als ook Pg1-f3-g5-h3-g1. Met al zijn stukken terughoudend op de eerste en tweede rij kwam zwart gevaarlijk opzetten. Maar ik vermoed dat de tegenstander (met 230 elopunten minder) al blij was dat hij tegen zo'n ster remise kon halen en dat geschiedde. Het was wel snel inpakken en wegwezen voor Cees, want ik kon de zetjes niet eens bemachtigen.
Na deze twee snelle beslissingen was het tellen geblazen, want het duurde lang voor duidelijk werd of we de benodigde 5,5 punten zouden binnenhalen. Ik schatte de zaak als volgt in:
Allard-remise (hopelijk), René-winst, Jan-winst, Willem-winst, 2 Frank-samen minimaal 0,5 punt. Dat zou dus precies genoeg zijn.
Willem speelde een ragfijne modelpartij. Het was alsof je zijn luitspel erdoorheen kon horen. Vanuit de opening speelde hij doelgericht: slechte loper ruilen, stukken goed neerzetten en uiteindelijk oprukken met pionnen. Schaken lijkt soms zo simpel, simpeler dan luitspelen lijkt me althans. Geniet mee, ohne Worte:
Kraakman-Mook na 13 .. Pd6
Kraakman-Mook na 30 De1?
Kraakman-Mook na 51 .. h3 (eindstelling)
Dat was 2,5-0,5 nog 3 uit 5 te gaan. De overwinningen van René en Jan kregen steeds concretere vormen, maar Allard kwam geleidelijk slechter te staan bij de wederzijdse pionnenroofpartijen in een viertoreneindspel.
René maakte er 3,5-0,5 van. In een hotse-knotse-flotsepartij, van bekende Renésnit, stond het bord al snel in brand.
In 't Veld-Schol na 11 Dd2
Wit heeft enig voordeel, maar belangrijker is dat René zich in dit type stellingen voelt als een vis in het water. Ik zou denken 'zo snel mogelijk de stukken op de koningsvleugel ontwikkelen', maar dat is ouderwets denken. René heeft belangrijker zaken aan het hoofd.
In 't Veld-Schol na 14 .. b6??
Dat zwart de pionnenfalanx op wits damevleugel wil breken is een heel goed idee, maar niet op deze manier. Het is helemaal uit na 15 Pd5, gevolgd door 16 c6. Er volgden nog zo'n 20 zetten, maar die brachten geen verandering in het resultaat.
Invaller Jan maakte er vervolgens 4,5-0,5 van. In een momenteel zo geliefde damepionspel, waarin wit een zwarte opbouw inneemt, maar wel voorzien van mooie emolumenten als slechte loper buiten de keten, degelijk moeilijke aan te pakken centrum. Niet iedere zwartspeler vindt dat leuk.
Kingma-Seeleman na 12 de5
Hier had zwart eenvoudig op e5 terug moeten slaan met minstens gelijk spel. Maar Jan zag de ongedekte positie van Ld3 en meende een sterke tussenzet te kunnen doen: 12 .. Pg4. Het had slecht voor hem kunnen aflopen na 13 c4 Pgxe5 als wit had gezien dat hij na 14 Pxe5 Pxe5 14 cd5 had kunnen spelen. De loper op d3 is indirect gedekt: 15 .. Pxd3 16 Pc4 en wit heeft een stevige d-pion meer en stevig voordeel. Wit zag het niet en speelde 14 Lb1?!. Daarna ging het snel. Jan overspeelde zijn tegenstander op de damevleugel.
Kingma-Seeleman na 23 De1
Jan wikkelde eenvoudig af met 23 .. Dxe1 24 Txe1 cb3 25 ab3 Lxb3 en won met zijn twee verbonden vrijpionnen op de damevleugel. Het duurde wat langer dan nodig, maar ook het toreneindspel met twee pionnen meer was geen echt probleem.
De al aangekondigde nederlaag van Allard bracht de stand op 4,5-1,5. Dat betekende dat de twee Franken in elk geval een punt moesten scoren. Frank Beverdam had minstens remise, maar over Frank Homburg maakten ik me enige zorgen. Hij stond eerst glad gewonnen, maar waarom voerde hij niet het simpele winstplan uit met aanval op c5?
Allards stelling maakte optisch een goede indruk, maar hij stond steeds wel een pion, soms twee pionnen achter. Maar dat waren dan wel zes geïsoleerde waarvan twee dubbel.
Grin-Ligteringen na 21 Th2
De witte pionnenstructuur is nogal om te lachen, maar in het vervolg blijkt het van belang dat wit pionnen voor staat. En vreemd genoeg blijken de zwarte pionnen uiteindelijk ook kwetsbaar. De machines kennen wit groot voordeel toe. Allard zag als enige mogelijk om los te komen er nog een pion in te stoppen met 21 .. g6 22 Lxg6+ Kg7 23 Lc2 Tae8 waarna wit met 24 Kd2 een behoorlijk stuk van zijn voordeel weggaf. De spelers kwamen hierna in een viertoreneindspel terecht waarin alle toren pionnen snaaiden dat het een aard had. Allard stond steeds wat minder, maar kansen waren er wel, op remise dan.
Grin-Ligteringen na 39 Kc2
Het staat intussen gelijk, maar dan moet zwart wel 39 .. Tee1 doen met eeuwig schaak. Helaas speelde Allard wat onlogisch 39 .. Tg4 waarna wit met 40 Txc5 groot voordeel kreeg. De dubbele vrije c-pion is heel sterk en de zwarte koning staat te ver van het strijdtoneel op de damevleugel.
Dat betekende spanning tot het laatst. Frank was te moe om nog zetten te noteren en zijn vorstelijke stelling ging er erg op achteruit. Hoewel aan verliezen geen moment was gedacht, kwam dat toch in zicht. En ineens was het derde zomaar kampioen. Frank Homburg kreeg remise aangeboden in een dubieuze stelling, waarna Frank Beverdam ook direct remise overeenkwam. Terwijl iedereen zich instelde op een Hitchcock-achtige ontknoping was het plotseling afgelopen. Maar het had ook anders kunnen gaan.
Homburg-Kerssens na 19 Dd2
Deze stelling is natuurlijk de natte droom van elke witspeler tegen het Konings Indisch. Wit hoeft alleen maar druk op c5 te zetten (Le3, Pd3, Df2) en daarna eventueel b4 te spelen en het loopt als een tierelier. In eerste instantie deed Frank het prima.
Homburg-Kerssens na 25 .. Db7
De machines taxeren +- en dat lijkt me terecht. De druk op c5 kan nog opgevoerd worden met Le3 en Dc3-a3. Het lijkt me dat zwart dan huilend de stukken in de doos wil stoppen. Wat wit in elk geval niet moet doen is zijn fantastische paard op d3 wegruilen. Wie heeft er ooit zo'n paard gezien? Dekt b2 en valt c5 en e5 aan. Dat paard is wel drie paarden waard. Maar Frank dacht er anders over: 26 Pxc5? Pxc5 27 Txc5 en ik vermoed dat hij het punt al telde in de verwachting dat zwart 27 .. Dxb2 28 Dxb2 Txb2 zou spelen, waarna 29 Tc8 wint. Maar zijn droom werd wreed verstoord na 27 .. Tb6! Ook nu heeft wit behoorlijk voordeel, maar dat was niet meer aan wit besteed. Er gebeurde van alles en in de eindstelling was er een kwaliteit voor ons verdwenen:
Homburg-Kerssens na 47 Ld4 (eindstelling)
Als de zwartspeler gewild had, kon hij Frank nog heel wat pijn bezorgen (na 47 .. Pf4 48 Kxe3 Pxd3 49 Kxd3 Txc6 of na 47 .. Txc6), maar net als bij Cees was hij vermoedelijk blij met een remise tegen iemand met bijna 300 punten meer. De machines geven overigens +-.
Toen de vrijgevigheid van de zwartspeler bij Frank Homburg bekend werd, gaf Frank Beverdam direct remise en was het kampioenschap bereikt. Frank stond iets beter, maar het zou een hele klus zijn dat tot een vol punt uit te breiden. Het beslissende halfje was binnen.
Schol-Grin-Beverdam na 40 .. Kg7 (kampioenschapsremise)
HWP Haarlem 3 Krommenie 2 5,5-2,5
1 Allard Ligteringen 1866 Jan Grin 1947 0-1
2 René in 't veld 2062 Jan Schol 1846 1-0
3 Jan Seeleman 1937 Geert Kingma 1795 1-0
4 Cees Visser 1945 Cees Grootjes 1716 1/2-1/2
5 Willem Mook 1849 Ronals Kraakman 1653 1-0
6 Frank Homburg 1857 Piet Karssens 1577 1/2-1/2
7 Frank Beverdam 1789 Anneke Schol-Grin 1649 1/2-1/2
8 Sjoerd van Raaij 1696 Piet Borghoff 1482 1-0
gem. rating 1875 1708
De jaarcijfers:
| Nwe rating* | Score | Rt* | TPR* | gem. bordnr. |
René in 't Veld | 2058 | 4 uit 6 | 1928 | 2038 | 2,5 |
Allard Ligteringen | 1871 | 3,5 uit 7 | 1852 | 1852 | 2,7 |
Cees Visser | 1927 | 4 uit 7 | 1844 | 1887 | 3,4 |
Willem Mook | 1852 | 4uit 7 | 1811 | 1854 | 3,7 |
Frank Homburg | 1835 | 4,5 uit 7 | 1773 | 1868 | 4,9 |
Frank Beverdam | 1850 | 4 uit 7 | 1831 | 1874 | 5,0 |
Sjoerd van Raaij | 1744 | 4,5 uit 7 | 1721 | 1816 | 7,1 |
reserves |
|
|
|
|
|
Jan Seeleman | 1912 | 1 uit 1 | 1795 | 2472 | 3,0 |
Paul Tuyp | 1749 | 1 uit 1 | 1777 | 2454 | 6,0 |
Koos Stolk | 1793 | 0 uit 1 | 1824 | 1147 | 7,0 |
- De nieuwe ratings zijn van 1 maart 2017
- Rt = gemiddelde rating van de tegenstanders
- TPR = toernooiprestatierating
Reacties (6)
Willem Mook
05.04.2017Enno Noordhoff
05.04.2017Adrie Pancras scoorde 4 uit 5 met een TPR van 1948. Zelfs het noemen van zijn tragische afwezigheid in de kampioenswedstrijd kon er niet van af. Schande!
Adrie Pancras
05.04.2017Cees Visser
06.04.2017Frank Beverdam
06.04.2017Richard Fritschy
06.04.2017