HWP N1 overtuigt ook tegen Castricum
Castricum kwam niet op volle sterkte opdagen en mocht blij zijn een paar remises bijeen te sprokkelen: N1 boekte zijn tweede 7-1 overwinning.
Ervaring in de hogere klassen van de KNSB staat wel degelijk ergens voor. Vorig jaar tegen Sas van Gent speelde René een sterke Belg (2300+) van het bord (probeer de zoekfunctie van de site maar eens uit om dat na te lezen [of klik gewoon hier, red.]). Nu kwam dezelfde variant weer op het bord en pas op zet 17 (!) week wit af, en moest René voor het eerst in de denktank. Dat deed hij voortreffelijk en soeverein wikkelde hij af naar een gunstig eindspel dat bekwaam werd verzilverd.
Collin speelde een ingewikkelde Koningsindiër waarin beide partijen zo hun troeven hadden. In wederzijdse hoge tijdnood leek het op een foutenfestival uit te draaien, waarop de witspeler, na een ongelukkige manoeuvre van Collin, opeens uitriep dat remise toch wel een mooi resultaat van dit alles zou zijn. Schaakregels minutieus toepassen, om over de schaaketiquette maar te zwijgen, is niet altijd de forte van de regionale bonders, maar Collin voelde de situatie goed aan en accepteerde alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Peter Zoetemeijer viel in op bord acht, en moest al snel in de Franse doorschuifvariant zijn mooie loper ruilen tegen een paard op f5. De structuur die dan ontstaat is niet per se ongunstig voor zwart, zelfs als hij een loper op e6 zet die functioneert als pion. Bart heeft al eens laten zien dat dat maar tijdelijk hoeft te zijn en hoe je hiermee een sterke IM kunt wegspelen (probeer dat maar eens met de zoekfunctie te achterhalen! [geen probleem, red.]). Maar dat is hogeschoolschaak. In de partij was het zwart die werd weggespeeld en het is jammer dat Peters techniek net niet voldoende was om een lastig dame-eindspel met pluspion te verzilveren.
Fraaie overwinningen waren er voor Indra, Harry en Peter, die hun partij mooi thematisch opzetten om in de slotaanval hardhandig te winnen (Indra, met fonkelende offers na algehele verwurging, Harry na het thematisch slopen van het witte centrum en toen met de zware stukken, en Peter na het systematisch uitbuiten van kleine positionele voordeeltjes).
Ook Enno liet weinig twijfel bestaan over de uitslag van zijn partij: hij belandde in een kansrijk eindspel met betere structuur en allerlei breekmogelijkheden, en liet vervolgens goede techniek zien.
Max daarentegen, had het weer eens zwaar, eigenlijk gedurende het hele (voor mij te) gecompliceerde middenspel maar vooral in de volgende stelling, die duidelijk laat zien wat eraan schort: gebrekkige coördinatie en een dom paard aan de rand.
Stelling na 18. Tb3?!
Hier zag ik 18 …c5 aankomen, en dat is sterk, heel sterk vindt ook de computer. Gelukkig speelde mijn tegenstander 18 ..Tc8, waarna er niet zoveel meer aan de hand is (ik ruilde op c6 en speelde Db7) en na nog wat avonturen stuurde ik aan op een eindspel met veel betere coördinatie.
Stelling na 30. Td1
Zwart moet al oppassen voor vorkjes, bijvoorbeeld na slaan op e4, en voor de zwakte van de onderste rij. Hij durft dan ook zijn stukken niet meer te bewegen en gaat met de koning aan de wandel. Eerst naar f7 toen naar f6 en e6. Dat verbetert de stelling niet bepaald, terwijl ik wel een plan heb en dat ook uitvoer: pionnen naar voren zodat het paard op e5 gedekt komt te staan. Dan kan het hard gaan en vier zetten later stond het zo.
Stelling na 34. Td4
Als het paard wijkt stort de zwarte stelling ineen. Ik verwachtte 34 … Pc5 en een bijzonder fraaie winstgang, eentje die ik nooit zelf zou kunnen bedenken en die ook veel te geavanceerd is voor welke combinatierubriek dan ook, is dan 35. Pe5 Lf5 36. Tb5!? cxb5 37. Ld5+ Kd6 38. Lb3#
De slotstelling verdient een diagram: het carré-epaulettenmat.
De werkelijkheid is niet zo prozaïsch. Zwart gaf een stuk weg na 34 … Kf7 en wit won op z’n sloffen.
Een afgetekende overwinning dus, maar wel met de aantekening dat Castricum drie van zijn sterkste spelers had thuisgelaten. De Waagtoren is nu de naaste achtervolger, maar eerst gaan we op excursie naar Enkhuizen.
1 | Collin Boelhouwer | 2155 | - |
| Robert van der Wal | 2071 | ½-½ | |
2 | Indra Polak | 2144 | - |
| Rob van den Heuvel | 1913 | 1-0 | |
3 | René Duchêne | 2131 | - |
| Matthias van Zwet | 1781 | 1-0 | |
4 | Max Merbis | 2130 | - |
| Nico Kuijs | 1911 | 1-0 | |
5 | Harry Lips | 2031 | - |
| Bert van Oudvorst | 1929 | 1-0 | |
6 |
| Peter Beerens | 2041 | - |
| Eric van der Klooster | 1906 | 1-0 |
7 | Enno Noordhoff | 2027 | - | Gerard Kuijs | 1695 | 1-0 | ||
8 | Peter Zoetemeijer | 1629 | - | Piet Kuijs | 1749 | ½-½ | ||
| 2036 |
| 1869 |
|
Reacties (1)
Indra Polak
15.11.2018Kortom soms moet je de fouten van je tegenstander gewoon afdwingen!