The King's Gambit
Once upon een time, niet zo heel lang geleden, was er een klein en slim meisje, dat wel eens een kalmerend pilletje slikte en goed bleek te kunnen schaken. Dat was toen helemaal niet zo gebruikelijk, maar pakte al gauw goed uit. Ze was al haar leeftijdsgenoten de baas en ging zich meten met de grote schaakmeneren, om, uiteraard na wat tegenslagen en hulp vanuit onverwachte hoek, zelfs de wereldkampioen te verslaan. Het mooie van deze vertelling is de illusie dat het onmogelijke waar of in ieder geval aannemelijk wordt gemaakt.
In real life werkt het natuurlijk niet zo. Maar soms, heel soms, kan het er een beetje op lijken. Een ouder wordende schaker, met enige bescheiden en vooral lokale palmares, kampt met een vormcrisis, zoals schakers zeggen als hun rating naar beneden duikelt. Hervonden zelfvertrouwen en een geslaagd toernooitje in een heel andere omgeving duiden op voorzichtig herstel. In een volgend toernooi kan hij zich meten met de betere schakers, zelfs met titelhouders. Op basis van de behaalde resultaten uit het verleden zou dat niet al te veel punten mogen opleveren. Slechts 2 procent van zijn partijen was tegen spelers met een rating van boven de 2300 (dat is de grenswaarde voor het aanvragen van de FM-titel) en de score was navenant: 3,5 uit 21, doordeweekse partijtjes op een clubavond meegerekend. Maar ook FM's zijn gewone mensen en een flink aantal van hen is trouwens alweer onder de 2300 gezakt.
Dat bleek al in de tweede ronde. FM1 was nog niet helemaal ingespeeld.
FM1 heeft hier 19…c5 gespeeld in een poging het dreigende e4 voor te zijn, maar gaat hiermee flink in de fout. 20.Pxd5 Lxd5 21.Dxd5 cxd4 is de pointe, maar de tegenaanval 22.Lb5 wint simpel een pion. Even later ging FM1 nog erger in de fout.
Wit verhoogt de druk met 31.h4, en in zijn nood hoopt FM1 met 31…Te8 de torens te ruilen tegen de dame (wat trouwens ook zou moeten verliezen) maar overziet dat 32.Txg6+ meteen uit is. De loper op b5 blijkt andermaal erg nuttig.
Dit leverde niet alleen een punt op, maar ook een positie op een topbord en daar zitten de IM's, en die waren een maatje te groot. Dat gold ook voor jeugdig talent, maar na een goede overwinning in r5 stond in r6 FM2 op het programma. FM2 profiteerde van een ongelukkige zetverwisseling in de opening en had de typische druk die kan ontstaan bij lopers van ongelijke kleur vergezeld van een paar zware stukken.
FM2 heeft zojuist 32.Td3 gespeeld met duidelijke bedoelingen: dame erbij en mat. Maar dit geeft ook de gelegenheid wat chaos te creëren met 32…f5. Toevallig is dit nog de beste zet ook. 33.exf5 e4. Nu moet 34.Td1, maar na 34…Lh2+ ruilt zwart de torens, heeft zijn loper geactiveerd en al bijna gelijkgemaakt. Dat is niet wat er gebeurde. FM2 volhardde in zijn offensieve illusie, maar gaf na 34.Te3 Dc1+ 35.Df1 op zonder 35…Lh2+ af te wachten.
Daarmee was het feest nog niet afgelopen. FM3 speelde een Catalaanse zijvariant en zag zich geconfronteerd met het subtiele 12…b6.
Als hij nu op c4 zijn pion achterstand goed gaat maken, belandt de dame op zijsporen na 13.Dxc4 La6. FM3 durfde het terecht niet aan, speelde 13.d5 en won pas later zijn pion terug. Te laat, want zwart buitte zijn ontwikkelingsvoorsprong maximaal uit, won een pion, later nog een en de partij.
In de laatste ronde vond de confrontatie met FM4 plaats. Die was gewaarschuwd, tot de tanden gewapend en stevig aan het roer na een flinke onnauwkeurigheid in de opening. Daarna was FM4 wat minder accuraat en werd het zowaar nog spannend. En ingewikkeld.
Wit moet nog steeds ontzettend oppassen, na Pd5 is het bord van zwart, toelaten van Tc2 is meteen klaar en onze held kwam er zelfs na lang nadenken niet uit. Een witte toren moet naar c1, maar hoe en hoe snel? Of toch niet? Tien zetten eerder had wit nog a5 gespeeld, met het idee een veld voor de toren te hebben en dat had de perfecte val gezet. Dus 22.Ta4 Pd5 en nu kan het verbluffende 23.Lxa6. Was 23…Tc2 niet dodelijk? Nee dus, want er zou geforceerd volgen 24.Lb5+ Kd8 25.Pxf7+ Kc8 26.Tc4 Txe2 27.Txc7+ Kxc7 28.Lxe2.
Wit zou dan zomaar twee pionnen voorstaan en ook al is daarvoor de nodige compensatie, dit hoeft ie niet te verliezen. Het interferentiepatroon maakt dit niet zo’n makkelijke variant en wit vond niets beter dan 22.Db2 en kwam er niet meer aan te pas.
Dus bestaan sprookjes? Nee dus, maar soms lijkt het er een beetje op. “Impossible things never happen. But improbable things happen a lot.”
Noot: de FM's verkiezen anoniem te blijven. Hun namen zijn bij de redactie bekend.
Reacties (3)
Adrie Pancras
29.07.2023Richard Fritschy
29.07.2023Paul Tuijp
31.07.2023Toernooibelevenissen worden op prijs gesteld!
En anoniem blijven die FM's natuurlijk nooit: https://amsterdamchess.com/indelingen-groep-a/
Max aanklikken en die FideMallerds zijn zo op te sporen.